Nu:Reality 5 – Trailblazing Taiwan
We zijn er bijna
VR-hoogtepunten uit Taiwan – voorloper in het medium – reiken naar een nieuw ideaal van ‘immersie’. Of je nou oma bent of anemoon, en of je wilt of niet, je lichaam reageert op de virtuele wereld.
Het woord ‘immersief’ is al bijna standaard Nederlands. Zeker in dit blad. Het wordt vooral gebruikt om virtual reality (VR) mee te beschrijven. Het VR-programma in Venetië noemt zichzelf sinds een paar jaar Venice Immersive (je moet maar durven, bij stijgende zeespiegels) en ook Cannes had dit jaar voor het eerst een Immersive Competition.
Het idee is natuurlijk dat in VR het beeld volledig rondom is. Zo ben je ‘ondergedompeld’ in een andere wereld – VR-makers laten je daarom graag onder water of tussen de sterren zweven, zodat je niet alleen links en rechts, maar ook boven en onder je kan kijken.
Maar ook een goed boek kan immersief zijn, op zo’n manier dat je de wereld om je heen totaal vergeet. Net als een film in de bioscoop. Zo absoluut is het onderscheid niet. Maar ik heb, geloof ik, in de bioscoop nog nooit de neiging gehad terug te zwaaien naar een personage. Laat staan bij een boek.
Dat overkwam me wel in de prachtige VR-ervaring Home (Hsu Chih-Yen, 2019). Daarin kijk je vanuit de duwstoel van oma, die wordt bezocht door haar familie. Het is een drukte van belang in het grootouderlijk huis. De schuifdeuren naar buiten staan open en jong en oud komt je gedag zeggen. Er is een voortdurend geroezemoes, terwijl achter je een paar familieleden op een bank zitten te kletsen, een oom schuin voor je de krant zit te lezen, de tv aan blijft staan en een achterkleinkind rondrent zonder zich ergens wat van aan te trekken.
Vergeleken met de meeste andere live-action VR is de beeldkwaliteit opvallend hoog. Scherp, contrastrijk, gedetailleerd. Je kan op je gemak de objecten bestuderen die in de loop van een mensenleven zijn verzameld. En de mensen die één voor één voor je komen staan om je te begroeten ogen intens, concreet aanwezig.
Het is die ervaring van concrete aanwezigheid die ervoor zorgt dat wanneer de hele familie, lachend en roepend, weer vertrekt en zwaaiend afscheid neemt, ik de neiging nauwelijks kan onderdrukken terug te zwaaien. Veel meer dan het kale feit van 360 graden beeld (wat je tenslotte in Panorama Mesdag ook hebt). Ergens in m’n achterhoofd weet ik wel dat ik met een bril op in een andere ruimte zit, maar toch: wel zwaaien voelt makkelijker dan niet. Vooral dát is wat ‘immersieve’ media voor mij onderscheidt.
Maar heb je dan ook zelf het gevoel lichamelijk aanwezig te zijn? Dat ligt wat ingewikkelder. Want echt voelen doe je dat lichaam van oma natuurlijk niet, of die duwstoel waarin je zit. Maar in het geval van Home voelt dat juist ook weer logisch. Oma kan namelijk bijna niks meer. Ze kan niet meer lopen, niet echt iets doen. Ze kan eigenlijk alleen nog kijken en luisteren. Wat precies is wat jij met de VR-headset op ook doet. Dat je, als je naar beneden kijkt, alleen die duwstoel ziet en niet een lichaam, voelt daarom passend: oma is er eigenlijk al niet meer helemaal.
Als je dan later leert dat oma inderdaad al overleden was en maker Hsu alle familieleden nog één keer bij elkaar had geroepen om een afscheid van haar in scène te zetten, vallen alle puzzelstukjes op hun plek. Je bent, zogezegd, oma’s geest, in een documentaire recreatie van een afscheid aan gene zijde van deze reality.
Superieur scherp
Dat je ondertussen in een stoel met leuningen zit, past dan weer goed bij een bioscoopvertoning. Home is onderdeel van alweer het vijfde programma van Nu:Reality, een pionierend Nederlands project dat VR in arthousebioscopen programmeert. Zoiets bestaat, voor zover ik weet, nog nergens anders ter wereld en ook in omringende landen wordt het project daarom met interesse gevolgd. Want zonder succesvolle distributie van artistiek interessante VR-projecten heeft ook hun financiering en productie maar beperkt zin.
Voorlopig is Nu:Reality een succes; het aantal deelnemende Nederlandse filmtheaters is dit jaar gegroeid van drie naar zeven. Na vier thematische programma’s staat dit keer voor het eerst een land centraal: Taiwan.
Dat land heeft in VR een reputatie opgebouwd. Dat heeft te maken met de technologische infrastructuur (denk aan bedrijven als HTC, die de VR-headset Vive op de markt brengt), artistieke vrijheid, substantiële overheidsfinanciering (waarbij internationaal succes ook geldt als Taiwan-promotie) en volgens sommigen ook het steeds geslotener worden van China – Taiwan wordt daardoor steeds interessanter als regionaal alternatief voor investeringen en coproducties (de winnaar van de eerste Immersive Competition van Cannes was afgelopen mei zo’n Taiwanees-Franse coproductie, Noire van Stéphane Foenkinos en Pierre-Alain Giraud).
Dit uit zich onder meer in de hoge technische kwaliteit van de werken. Net als Home heeft Craig Quintero’s live-action VR Over the Rainbow (2023; ook onderdeel van Trailblazing Taiwan) superieur scherp beeld. Het maakt de mensen die je van dichtbij aankijken zo concreet aanwezig, dat het soms fysiek ongemakkelijk voelt. En juist die lichamelijk gevoelde reactie van ongemak is wat de ervaring voor mij zo ‘immersief’ maakt. Was het toeval dat ik moest kuchen toen er een virtuele rookwolk om me heen verscheen? Misschien niet.
Quintero’s surrealistische werk is nauwelijks in woorden te vangen en onvergelijkbaar met enige andere VR-ervaring die ik ken. Er is een focus op (naakte) lichamen, er zijn strak belichte theatrale sets en gebeurtenissen (inclusief een chorus line die rondom je danst) en ergens komt een beeldje van een wit konijn voorbij – misschien een verwijzing naar Alice in Wonderland. “We maken het vertrouwde vreemd, zodat mensen hun rationele neiging tot betekenisgeving loslaten”, aldus Quintero, die hoopt dat dit helpt “onze sociale maskers af te doen”.
Eerste VR-meester
Waar Quintero uit het theater afkomstig is, wijst Sebox Hong van het Kaohsiung Film Festival (dat ook VR-projecten financiert) in een interview met de website Voices of VR juist op de invloed van filmmakers als Edward Yang en Hou Hsiao-hsien, met wie deze generatie VR-makers is opgegroeid. Inderdaad hebben de artistieke VR-werken die ons vanuit Taiwan bereiken vaak een filmisch-filosofische inslag.
Maar ook de samenwerking vanuit verschillende disciplines – theater, cinema, gaming – speelt een rol. Zo was Hsin-Chien Huang art-director voor de gameafdelingen van Sony en Sega. In VR is hij vooral bekend van zijn samenwerkingen met Laurie Anderson, maar ook zijn solowerk is uitzonderlijk. Ik heb hem daarom eerder in Filmkrant voorgedragen als ‘eerste VR-meester’.
Zijn Samsara (2021), een geanimeerde VR die je vanwege de interactiviteit niet in de bioscoopzaal maar individueel ervaart, is eveneens nauwelijks na te vertellen. Huang baseerde zijn werk op boeddhistische ideeën over reïncarnatie. In slechts 21 minuten ga je van geboren worden (waarbij je met je babyhandje naar de vinger van je moeder grijpt) via een gewelddadige ineenstorting van de aardse beschaving en een half mislukte evacuatie in een ruimteschip via, denk ik, een wormgat of een tijdreis naar… ja, naar wat? Ik geloof dat ik op gegeven moment een walvis was, ik had zwierige anemonen als armen, ik keerde terug op Aarde – deze of een andere – en ergens waren hele steden gebouwd op wat eruitzag als hersencellen. Wat er allemaal precies gebeurde, weet ik niet, maar de narratieve ambitie, de beeldkwaliteit en specifiek de soepele manier van bewegen maken Samsara een van de meest overweldigende VR-ervaringen die ik ooit heb gehad.
Waarbij Huang zelfs een oplossing had voor het nog altijd te smalle beeld van de VR-bril, door je in de ervaring zelf een ruimtehelm op te zetten met precies dat blikveld. Het feit dat je bril in werkelijkheid en je helm in VR samenvallen, met hun beperkte blikveld en het gevoel iets op je hoofd te hebben, is misschien wel het mooiste voorbeeld dat ik ken van wat ‘immersief’ voor mij betekent: die suggestie van fysieke, concrete aanwezigheid van een andere wereld, waarin jij, of in elk geval jouw geest, tijdelijk wordt ondergedompeld.
Nu:Reality 5 – Trailblazing Taiwan 18 juli t/m 17 september | Eye Filmmuseum (Amsterdam), Filmhuis Den Haag, Concordia (Enschede), De Schuur (Haarlem), LUX (Nijmegen), LantarenVenster (Rotterdam) en Slachtstraat (Utrecht) | Naast de drie genoemde projecten zijn ook Wonder of Life (Chang Wen-Chieh, 2023; in het zaalprogramma) en Red Tail (Wang Fish, 2021; als individuele ervaring) te zien