De lockdownfilms van Steven Soderbergh

Driewerf Soderbergh

No Sudden move

Sinds 8 maart is Nederland met HBO Max weer een streamingdienst rijker. Drie van de spelden in deze hooiberg aan nieuwe ‘content’ zijn de meest recente films van Steven Soderbergh, waarin de Hollywood-­auteur opnieuw zijn onuitputtelijke experimenteerdrift etaleert.

Aan het begin van de coronapandemie herontdekte de hele wereld Steven Soderberghs angstaanjagend vooruitziende pandemie-thriller Contagion (2011). Soderbergh zelf, sinds zijn zeer tijdelijke ‘pensioen’ van 2013 onvermoeibaar productief, bracht in het lockdown-tijdperk alweer drie nieuwe films uit: de grotendeels geïmproviseerde praatfilm Let Them All Talk (2020), de loepzuivere neo-noir No Sudden Move (2021) en tech-thriller Kimi (2022). Elk op zijn eigen manier bewijzen ze dat de filmmaker nog altijd zijn vinger aan de pols van de tijdgeest heeft.

Alle drie de films werden gemaakt voor streamingdienst HBO Max, sinds kort ook in Nederland beschikbaar. Verbazingwekkend genoeg werden drie opeenvolgende films van een van de meest cinefiele Amerikaanse filmmakers van dit moment dus niet in bioscopen uitgebracht, incidentele festivalvertoningen daargelaten. De regisseur (wiens debuut sex, lies, and videotape in 1989 ook al grotendeels werd gefinancierd door een VHS-boer) kan er niet wakker van liggen: “I go where the eyeballs are.

Let Them All Talk

Op sleeptouw
Let Them All Talk was al af voor de covidpandemie uitbrak; de opnamen voor No Sudden Move waren al een flink eind op weg; en ook het scenario voor Kimi lag er al. Toch weerspiegelen de drie films samen impliciet het verloop van het lockdownleven: van afgedwongen kalmte, via kat-in-het-nauw schermutselingen, tot algehele technoparanoia.

In Let Them All Talk maakt gelauwerd schrijver Alice (Meryl Streep) vanwege haar vliegangst per luxe cruiseschip de oversteek van Amerika naar Engeland om een literaire prijs in ontvangst te nemen. Ze neemt haar neef Tyler (Lucas Hedges) op sleeptouw, en nodigt ook twee oude studiegenoten uit, ooit hartsvriendinnen maar inmiddels al jaren uit beeld. Het skelet voor de film werd neergepend door Deborah Eisenberg, zelf een gevierd schrijver, maar de dialogen werden grotendeels geïmproviseerd door de cast – met glansrollen voor Candice Bergen en Dianne Wiest als de oude vriendinnen van Alice, die beiden nog wel een appeltje met haar te schillen hebben.

Dat het viertal naar Engeland reist per schip is natuurlijk een hopeloos anachronisme. Door een gesprekje tussen enkele personages over het genre van de ‘comedy of errors’ wordt duidelijk welk experiment eeuwige filmstudent Soderbergh hier aangaat: wat als we de aloude klucht volledig onthaasten? Het resultaat is in al zijn bedaardheid heerlijk vilein.

Kimi

Surveillance
Het andere uiterste levert de strak aangesnoerde thriller Kimi, de meest recente van de drie films. Hier is Soderberghs spel: wat als we het concept van paranoia-thrillers als Rear Window (Alfred Hitchcock, 1954), Blow-Up (Michelangelo Antonioni, 1966) of The Conversation (Francis Ford Coppola, 1974) hervertellen in het digitale heden?

Net als in die klassiekers meent de hoofdpersoon, de aan pleinvrees leidende Angela (Zoë Kravitz), bewijs voor een moord te ontwaren. Maar hier is het ‘medium’ waarop ze dat bewijs vindt geen verrekijker, analoge foto of geluidsopname, zoals in de genoemde klassiekers, maar de digitale assistent Kimi – een fictief equivalent van de Siri’s en Alexa’s die al alomtegenwoordig zijn.

Het resultaat is een weinig vernieuwende, maar uiterst effectieve thriller, met tussen de regels door toch een aardig stukje maatschappijkritiek: de permanente surveillance die in de jaren zeventig nog paranoia was, is dagelijkse realiteit geworden.

Vervorming
Het hoogtepunt van het onbedoelde drieluik, zowel in kwaliteit als in experimenteerdrift, is No Sudden Move, Soderberghs versie van een film noir, die zich afspeelt in het Detroit van 1952. In interviews spreekt Soderbergh regelmatig over het belang van het vrijgeven van informatie – wat krijgt de kijker op welk moment te weten? Dat spel speelt in alle drie deze films de hoofdrol, en wordt in No Sudden Move tot in de finesses beheerst.

Wat experiment betreft springt het gebruik van ouderwetse anamorfe lenzen gecombineerd met een moderne digitale camera nogal in het oog – ze leveren een beeldbolling op die neigt naar een vissenoog-objectief, met enorme vervormingen aan de zijkanten van het kader. Voor de goede verstaander krijgt die vervorming ook inhoudelijke betekenis dankzij een scherpe monoloog in de laatste akte van de film. In deze analyse van de ongelijke machtsverhoudingen van het kapitalistisch systeem wordt de centrale these voor zowat heel Soderberghs oeuvre verwoordt.

Maar de echte cinefiele angel zit in het spel met het principe van de MacGuffin, de door Alfred Hitchcock gepopulariseerde term voor het ding dat de personages in een thriller najagen. Wat dat ding is, is voor de personages van levensbelang, maar voor de kijker irrelevant, zo theoretiseerde Hitchcock.

Soderbergh zet dat in No Sudden Move op zijn kop. Voor kruimeldieven Curt (Don Cheadle) en Ronald (Benicio Del Toro) doet het document dat zij (en een almaar uitdijende reeks andere personages) najagen er niet toe. Het kan ze zo weinig schelen, dat ze het op een gegeven moment zonder blikken of blozen doormidden scheuren. Maar voor de kijker blijkt het, als laat in de film duidelijk wordt in welk werkelijk bestaand schandaal de film heeft zitten wroeten, van levensbelang. Een aalgladde film noir die stiekem gaat over de klimaatcrisis – het is Soderbergh ten top.


Let Them All TalkNo Sudden Move en Kimi zijn nu te zien via HBO Max.