Immersieve cinema

Middenin de actie

Rhizomat VR

Niet alleen bioscoopfilms worden steeds ‘immersiever’ — steeds meer een onderdompeling in een gebeurtenis die de grens tussen doek en toeschouwer zo klein mogelijk wil maken. Vanuit theater, de beeldende kunst, wetenschap en techniek wordt de filmervaring bestookt met cinematische experimenten.

“Virtually present, physically invisible”, virtueel aanwezig, fysiek onzichtbaar. Dat is de ondertitel van Alejandro Gonzalez Iñárritu’s monumentale VR-installatie Carne y arena, die in mei gepresenteerd werd op het Filmfestival Cannes en momenteel in Europa te zien is bij de Prada Foundation in Milaan. Iñárittu hecht eraan om het een kunstwerk, een installatie te noemen en geen film, hoewel het beslist een filmische ervaring is. Je wordt voor zes minuten in de woestijn tussen Mexico en de Verenigde Staten gedropt, en bent daar zowel toeschouwer als medespeler, in een klein verhaal over wat illegalen en vluchtelingen daar dagelijks meemaken. Het is iets tussen game en toneelstuk, film en shocktherapie, installatie en nachtmerrie in. De enige manier om er deel aan te hebben is om zowel deelnemer als beschouwer te zijn. Om iets mee te maken moet je wel met je blote voeten door het zand lopen, de andere personages in de ogen (en hun warm rood kloppende hart) kijken, maar om te begrijpen wat je meemaakt moet je je blijven realiseren dat je een buitenstaander bent in die specifieke situatie. Je hebt misschien een heel klein beetje invloed op de gebeurtenissen, maar niet veel meer dan in je dagelijkse leven op de woelingen op het wereldtoneel. Je denkt dat je middenin de actie staat, maar je laat slechts onzichtbare sporen in het zand na.

Carne y arena

Het is zowel een immersief als een interactief kunstwerk dat beantwoordt aan het oude verlangen van totaal ondergedompeld worden in het filmische, maar dat je bewust maakt van het feit dat daar bij jou als toeschouwer wel degelijk een activiteit voor nodig is. Dat ‘virtueel aanwezig, fysiek onzichtbaar’ slaat ook op de rol van de toeschouwer in dit soort werken.

Zoals Julian Rosenfeldts In the Land of Drought in de König Galerie in Berlijn — een veertig minuten durende dronevlucht over verlaten filmsets in Marokko en de industriële ruïnes van het Ruhrgebied, waar wetenschappers of aliens of de laatste mensen die na een atoomaanval uit hun schuilkelders zijn gekropen een dansante wandeling maken, gestuurd door het alziende oog boven hen. De toeschouwers wordt gevraagd in zitzakken te gaan liggen, de muziek vertraagt ademhaling en hartslag, brengt je in een halfslaap, waardoor je het gevoel krijgt zelf uit een sluimering te ontwaken en de reis door die welvaartsresten te maken.

Haptic Fields
Haptic Fields

Net als Carne y arena laat ook Haptic Fields van Chris Salter en muzikant TeZ, dat te zien was op de tentoonstelling Immersion: Limits of Knowing in de Martin Gropius Bau in Berlijn (waar ook de veel passievere VR-film Rhizomat VR je een Twelve Monkeys/Matrix-achtige situatie binnenvoerde), de grens tussen ‘doek’, toeschouwer en deelnemer helemaal los. Gehuld in een overall met sensoren op armen en benen, en een bril met matglas betreed je als bezoeker een verduisterde ruimte waar je andere zintuigen nodig lijkt te hebben om te kunnen navigeren. Lichteffecten — soms hel opflitsend als stroboscopen, dan weer aangename kleurharmonieën — en muziek brengen in je een verhoogde staat van waarnemen. Kleine lichtsignalen van de lichamen van andere aanwezigen onthullen plotselinge schimmen in een melkwit licht. De sensoren op je lichaam trillen, waardoor het lijkt alsof je begint te zien met je tastzintuigen in plaats van je ogen.