Guillermo del Toro

De monsters van toen

  • Datum 04-07-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Wat voor film de Mexicaan Guillermo del Toro ook maakt — grootschalige actie of suggestieve gruwel — ze zijn altijd persoonlijk en politiek, van Pan’s Labyrinth en Hellboy tot de monsterfilm Pacific Rim.

Door Mariska Graveland

De Pale Man uit Pan’s Labyrinth met zijn priemende ogen in zijn knokige handen is Guillermo del Toro’s meest fantastische bijdrage aan de filmgeschiedenis. Van kinds af aan is hij fan van ‘Famous Monsters’ en met Pale Man maakte Del Toro zelf een onsterfelijk creatuur. Zijn monsters nemen gezien door de ogen van een kind vaak levensechte vormen aan: de gruwelen komen eerder uit de hoek van de politiek, het persoonlijke, het sociale en de familie dan van gene zijde. De ergste monsters zijn de mensen zelf. In zijn eerste Hollywoodfilm Mimic camoufleren de monsterlijke kakkerlakken zich zelfs letterlijk als mensen, zoals insecten een ander dier nabootsen als overlevingsstrategie.

Woedende atheïst
Dat sombere mensbeeld moet bij Del Toro al vroeg zijn ontstaan. Nadat hij het repressieve katholicisme van zich had afgeschud, ging hij naar eigen zeggen als een woedende atheïst door het leven. Hij herinnert zich zijn jeugd in Guadalajara als een diashow van vreselijke beelden: het onthoofde lichaam van een tiener op straat, een verbrande automobilist in een Volkwagen Kever. Sindsdien kan hij geen echt bloed meer zien. Toch zei hij ook: "Ik geloof in de mens, ik geloof in de mensheid, als het slechtste en het beste wat deze wereld is overkomen."
Het valt na al die jaren op hoe persoonlijk zijn films zijn. Een regisseur op de sofa leggen kan riskant zijn, maar Del Toro maakte zelf nooit een geheim van zijn persoonlijke band met zijn filmmonsters. Gulzigheid is bijvoorbeeld nog nooit zo angstaanjagend afgestraft als door de Pale Man in Pan’s Labyrinth, wat Del Toro zelf koppelt aan zijn workaholic-achtige tomeloosheid en het overgewicht waar hij al zo lang mee worstelt. Zijn tweede huis genaamd Bleak House in LA is zijn man cave die hij heeft volgestopt met een krankzinnige hoeveelheid verzamelde monsters en robots. Ook zei hij eens: "Ik ben Hellboy", de emotioneel onhandige nerd uit de gelijknamige film.
Als kind had Del Toro al lucide dromen waarin hij met de monsters in zijn kamer een deal sloot om hem met rust te laten. Ook zag hij zichzelf meerdere keren per nacht van een afstandje liggen in bed, iets wat we nu een uittreding zouden noemen.  Zijn werk is misschien wel een voortzetting van die losgemaakte blik. Als regisseur boetseert hij nu zijn eigen gekozen monsters, die in twee vormen tot leven komen. Zijn Spaanstalige films Cronos, het wonderschone The Devil’s Backbone en Pan’s Labyrinth zijn even suggestief als indringend, terwijl hij in zijn Hollywood-actiefilms als Hellboy en Blade II flink uitpakt, met als grootste spektakel tot nu toe de peperdure sciencefictionfilm Pacific Rim, die bij het ter perse gaan van de Filmkrant nog niet was te zien maar al wel gedoopt is tot ‘een Transformers voor denkende mensen’. Zelf ziet Del Toro geen wezenlijk verschil tussen zijn films. Hij was altijd al meer geïnteresseerd in inner dan in outer space.

Gargantuas
Voor Pacific Rim greep hij terug op zijn eerste liefde, de Japanse kaiju/monsterfilms en met name de tv-serie Ultraman (1966-67). De grootschalige watergevechten in zijn nieuwste film ontleende Del Toro aan de Toho-monsterfilm The War of the Gargantuas (1966). In Pacific Rim heten de reptielen die uit de zee oprijzen dan ook heel toepasselijk de Kaiju. Om ze te bestrijden, moeten er nieuwe monsters worden gecreëerd: de Jaeger, kolossale robots die bestuurd worden door twee aan elkaar verbonden piloten. Geweld als antwoord op geweld.
Del Toro weet altijd wel een politieke draai te geven aan het horrorgenre: van de vampier als parasiet in zijn bijzondere eerste film Cronos, dat ook uitgelegd kon worden als een allegorie over Mexico en de VS, tot de nazi’s uit Hellboy en aanhangers van Franco uit Pan’s Labyrinth en The Devil’s Backbone. Del Toro vindt dat politiek ingebakken zit in het horrorgenre: "Net als bij sprookjes komt horror in twee varianten. De ene is behoudend, wat het meeste voorkomt: ‘blijf weg uit het bos en luister naar je ouders’. De andere variant is compleet anarchistisch en anti-establishment." Het is duidelijk dat Del Toro zijn leven in het teken heeft gezet van de tweede variant.
Hij doet waar hij zin in heeft, maar was wel zo wijs om te luisteren naar special-effectsmeester Ray Harryhausen die Del Toro leerde dat zelfgemaakte monsters totaal geloofwaardig moeten zijn in hun ongeloofwaardigheid. De kijker moet zich afvragen uit welk aquarium of habitat het beest tevoorschijn is gekomen. Naast het verslinden van Japanse monsterfilms was National Geographic dan ook verplichte kost voor Del Toro. Alles om zijn monsters van toen te doorgronden.

Pacific Rim | Verenigde Staten, 2013 | Regie Guillermo del Toro | 131 minuten | Met Charlie Hunnam, Idris Elba, Charlie Day | Te zien vanaf 18 juli