Girls of Plenty

Onweerstaanbare monsters

Gentlemen Prefer Blondes

In sommige personages worden alle eigenschappen die in vrouwen worden verfoeid uitvergroot tot cartooneske proporties: ze zijn gemeen, manipulatief, dom, passief. En toch zijn ze heerlijk, juist omdat ze monsters zijn.

Wie is Lorelei Lee? Het personage dat Marilyn Monroe speelt in Gentlemen Prefer Blondes (Howard Hawks, 1953), een showgirl met een voorliefde voor diamanten, laat zich makkelijk passen in een paar uitgesleten vrouwelijke stereotypen: ze is een dom blondje, ze is een seksbom en ze is een golddigger.

Lorelei reist per schip naar Parijs, samen met haar beste vriendin Dorothy Shaw. Dorothy is verstandig waar Lorelei dom is en ze is hopeloos romantisch waar Lorelei geld belangrijker vindt dan liefde. Lorelei zal, aan het einde van de film, zingen dat diamanten de beste vriend van ieder meisje zijn: “I prefer a man who lives / And gives expensive jewels.” En toch houdt ze van haar verloofde, de naïeve Gus; ongeveer net zoveel als ze houdt van zijn geld.

Is Gentlemen Prefer Blondes het soort film dat je aan je opgroeiende dochter zou laten zien? Is het een feministische film en is Lorelei Lee een feministisch personage? Is ze iemand om je aan te spiegelen, om als voorbeeld te dienen voor een kind dat precies dat zoekt: een voorbeeld? En heeft het een met het ander te maken: is een personage aan wie je je wil spiegelen automatisch feministisch, en is een feministisch personage er dus een aan wie je je wil spiegelen? Wat is dat überhaupt, een feministisch personage?

‘Het vrouwelijke personage als mens’ heette een literair programma dat ik recent bezocht. Tijdens het programma, dat bestond uit een lezing, een voordracht en een panelgesprek, werd er gezocht naar een antwoord op de vraag wat dat eigenlijk is, een geslaagd vrouwelijk personage. En omgekeerd: wanneer kun je stellen dat een vrouwelijk personage is mislukt? De deelnemers aan het programma, drie vrouwelijke schrijvers, gaven zelf toe dat de titel enigszins ongelukkig was, en toch gaf het idee van de vrouw-als-mens richting aan het gesprek. Het ging over geloofwaardige vrouwelijke personages, die complex en gelaagd zijn.

Tijdens het gesprek dacht ik aan mijn eerste boek, een verhalenbundel die destijds negatief werd gerecenseerd door HP/De Tijd. De personages, stelde de recensent, waren “van bordkarton”. Niet geloofwaardig dus, niet complex en niet gelaagd. Ik dacht ook aan het boek dat ik net aan het lezen was, waarin zowel de mannelijke als vrouwelijke personages versies zijn van de schrijver zelf. Soms kan een personage ook een idee zijn, dacht ik, of een pion. Soms is het de bedoeling dat de personages ongeloofwaardig zijn, overdreven, van bordkarton. Soms zijn personages stereotiep of eendimensionaal – en is dat juist het punt.

Ik dacht: waarom moet een vrouwelijk personage per se een mens zijn? Waarom mag ze geen monster zijn?


Ik scrol door recent uitgekomen films om een inventarisatie te maken van vrouwelijke personages. Er was de porno-performer die probeert door te breken in de mainstreamfilmindustrie, de bloemist die te maken krijgt met huiselijk geweld. Er was de productieassistent die tussen het harde werken door vlogt als haar mannelijke, zeer misogyne alter ego. Er was Riley uit Inside Out 2 en Furiosa uit Furiosa.

Terwijl ik aan het scrollen ben, herinner ik me een artikel uit filmtijdschrift Sight and Sound over een onderzoek naar gender gaps in de Britse filmgeschiedenis. Daaruit bleek onder meer dat er een aantal beroepen is dat in films vrijwel uitsluitend wordt beoefend door vrouwen, namelijk die van sekswerker, huishoudster, verpleegkundige, receptionist en secretaresse. De beroepen die in Britse films het minst door vrouwen worden beoefend zijn die van manager, arts, rechter, advocaat en journalist.

Inmiddels is de verscheidenheid groter. We hebben jonge nonnen en tienermeisjes, een singer-songwriter en een bodybuilder, een tennisser en een alcoholist. Maar wat wordt ons over die vrouwen verteld, hoe moeten we ze zien? Verscheidenheid is belangrijk, maar niet het eindspel. Welke ontwikkeling maken deze vrouwen door, hoe groot is hun aandeel in de film? Tot wie verhouden ze zich, en hoe? Hoe worden ze door de camera bekeken – want die blik is ook onze blik. Wat vindt de scenarist van hen – want die mening wordt de onze. Hoe zet de regisseur hen neer, en de acteurs die haar vertolken? Het gaat kortom niet alleen om wie worden verbeeld, het gaat ook om hoe.


Hoe wordt Lorelei Lee verbeeld in Gentlemen Prefer Blondes? De camera houdt van haar, net als regisseur Hawks deed. De scenarist, die zich baseerde op het gelijknamige boek van Anita Loos, houdt van haar. Toen ik die opgroeiende dochter was die je nooit naar een film over een golddigger zou laten kijken, hield ik van haar. Ik hield van haar jurken, de liedjes die ze zong, haar sprankelende ogen en rode lippen. Ik hield van haar dom- en blondheid, haar seksbomheid, haar vrolijke hebberigheid. Lorelei Lee is geen vrouw maar een cartoon, iemand die zozeer zucht naar alles wat glimt en glinstert dat in haar ogen iedere rijkaard verandert in een wandelende diamant. Ze is een overdrijving van alles wat vrouwen wordt kwalijk genomen, maar op zo’n manier verbeeld dat al haar slechte trekken ineens heerlijk zijn. Je zou kunnen zeggen dat ze een monster is – een onweerstaanbaar monster. Hoe feministisch is dat?

Is een personage feministisch als ze een voorbeeldfunctie vervult, aardig of sterk is, iets ‘niet op zich laat zitten’? Is een personage feministisch als ze zich uitspreekt over misogynie, activistisch is, gedurende de film emancipeert? Is ze feministisch als ze de vrouw vertegenwoordigt, alle soorten, alle maten, en we ons dus in haar herkennen? Er was een korte periode, vlak na #MeToo, waarin rollen die voor mannen waren geschreven door vrouwen werden gespeeld. De boodschap die daarmee werd gecommuniceerd was: we zijn allemaal gelijk. Maar er werd ook iets anders mee gezegd, namelijk dat gender niet belangrijk is – en dat is het wel.

De personages die ik graag zie, vertellen me iets over wat het betekent om vrouw te zijn, of beter gezegd over wat het betekent om in de samenleving rond te lopen als iemand die als vrouw wordt gezien. Deze personages weerkaatsen ideeën over gender, laten zien hoe we met die ideeën worden geconfronteerd, door vrienden, familie, geliefden, voorbijgangers, vreemden, haters, gewoon door er te zijn, door ons te bewegen in de openbare ruimte. Van de personages die ik graag zie, zijn sommige subtiel, genuanceerd, geloofwaardig. Hun gender is niet relevant, het zegt niets over wie ze zijn. In andere gevallen doet het er wél toe dat ze vrouw zijn, of zich als vrouw identificeren. Van de personages die ik graag zie, zijn sommige menselijk. Andere zijn monsters.


We weten allemaal waarom mensen graag horrorfilms kijken. Het heeft iets te maken met de opwinding die van een bioscoopbezoek een achtbaanrit maakt, een kermisattractie. Het heeft te maken met ontlading: zoals de een huilt bij een melodrama, zo gruwelt een ander bij gore, kijkt door zijn vingers, op het puntje van zijn stoel. Maar de liefde voor horror zit ’m ook in iets anders. Het feit dat het leven eindig is, is ondraaglijk. Dat er lijden en geweld is, dat we iedere dag aan iets bouwen wat onherroepelijk vergaat, kapotgaat – dat is ondraaglijk. Naar horrorfilms kijken we om dat ondraaglijke te kunnen dragen. Op het doek zien we het allerergste geprojecteerd – maar het overkomt óns niet, het overkomt iemand anders. Zo kunnen we bevatten wat onbevattelijk is – en het dan, voor even, loslaten.

Het vrouwmonster is feministisch, maar niet omdat ze het goede voorbeeld geeft. Ze is niet geëmancipeerd, niet sterk, niet per se sympathiek. Ze is een machtsbeluste moeder (in Mommie Dearest), een huisvrouw die wegkwijnt (in Safe), een mean girl (in Female Trouble), een femme fatale (in Carmen Jones). Ze is keihard (Johnny Guitar), ongenaakbaar (The Scarlet Empress), overambitieus (in Showgirls en To Die for). Ze is een stervende zus (Cries and Whispers), een afgewezen echtgenote (La notte), een verleider (Lost Highway). Ze is dom en blond, een seksbom en een golddigger, zoals Lorelei Lee.

Wie in de samenleving als vrouw rondloopt, wordt gekleineerd en niet serieus genomen, gereduceerd tot seksueel wezen of juist afgedaan als preuts. Ze wordt manipulatief genoemd, te passief of dominant. Ze wordt agressief benaderd of juist als poppetje behandeld. Al die ervaringen, alles wat we vrezen, haten, liever zouden vergeten, meemaken op straat of op de werkvloer, in ons privéleven of op internet, dat alles zien we terug in het personage van het vrouwmonster. Ze lijkt niet op ons, niet echt. Ze is totaal anders, en toch hebben we iets gemeen. Als we haar zien, huilen we niet om alle narigheid die ons zo vaak overkomt, maar juichen we omdat het háár overkomt. We houden van haar – omdat ze ons laat zien wat we haten.


Naar aanleiding van haar nieuwe boek, Liggend naakt: Een essay over verkleden, cureerde Basje Boer samen met Lab111 (Amsterdam) het filmprogramma Girls of Plenty, waarin uitvergrote vrouwelijke personages centraal staan. Vanaf donderdag 5 september zijn te zien: Gentlemen Prefer Blondes (inleiding door Boer op 5/9), Showgirls (inleiding door Boer op 12/9), Mommie Dearest (inleiding door Hans Beerekamp op 26/9), Female Trouble, Carmen Jones, Johnny Guitar, The Scarlet Empress, La notte, To Die for, Lost Highway, Cries and Whispers, Safe en Antichrist. Liggend naakt komt uit bij Nijgh & Van Ditmar en is vanaf 3 september 2024 te koop