Vijftien jaar Telefilm
Krenten en vingers in de pap
Van Ochtendzwemmers tot Cloaca, van Suzy Q tot Skin, de Telefilm bracht met regelmaat sieraden voor de Nederlandse cinema en televisie voort. In januari viert de Telefilm zijn vijftienjarig jubileum.
Jarenlang werd er vergaderd en onderhandeld. De opstart van de Telefilm was weliswaar moeizaam, maar uiteindelijk startte het initiatief in 1999 met een kanonschot. Kijk maar naar het eigenzinnige Suzy Q, het speelfilmdebuut van Martin Koolhoven. In gestileerd jaren zestig-decor spreekt een piepjonge Carice van Houten in felgekleurde stretchjurkjes met een haarband en een steile pony met Mick Jagger en Marianne Faithfull af op een hotelkamer. De camera belaagt de acteurs. Vaak toont hij ze niet op ooghoogte, maar van onder- of bovenaf.
Ook Nicole van Kilsdonk debuteert met Man, vrouw, hondje (1999) in deze eerste serie. Sindsdien regisseerde zij als koningin van de Telefilm nog vijf andere in de reeks. De meest recente is Sekjoeritie (2010) met Loek Peters als een opgepompte beveiliger. Van Kilsdonk: “De Telefilm stelde me in de gelegenheid om de stap te maken naar een film van negentig minuten, omdat het laagdrempeliger is dan een bioscoopfilm. Dat zorgt voor diversiteit in de Nederlandse cinema. Soms is een verhaal namelijk niet geschikt voor een grote release en juist wel voor televisie. Je krijgt dus een breder spectrum aan films en dat is goed.”
Er zit inderdaad veel variëteit in het Telefilm-aanbod. Het dolle Oom Henk, een misdaadkomedie (Elbert van Strien, 2012), met Hans Kesting in de titelrol, knipoogt slim en ondeugend naar waargebeurde criminele incidenten en zware jongens als Willem Holleeder en Cor van Hout. Daar tegenover staat de verfilming van het toneelstuk Cloaca (Willem van de Sande Bakhuyzen, 2004) waarin acteurs Peter Blok, Pierre Bokma, Gijs Scholten van Aschat en Jaap Spijkers de sterren van de hemel spelen en schitteren als studentikoze middelbare mannetjes.
Toch is de Telefilm niet een plek om te experimenteren, denkt Van Kilsdonk: “Zeker nu niet meer. De praktijk wijst uit dat de omroepen een steeds grotere vinger in de pap hebben en liever op safe spelen. Toen ik het plan voor Ochtendzwemmers indiende [een musical uit 2001, waarin een vaste groep zwemmers ervan wordt verdacht een criminele organisatie te vormen; LvZ], konden de AVRO en de NCRV moeilijk inschatten of het zingen en playbacken in de film zou gaan werken. Desalniettemin gaven ze me de kans om het uit te proberen. Zonder garanties. Dat zie ik ze nu niet meer doen.”
Heldere keuzes
De publieke omroepen zijn niet alleen verantwoordelijk voor de voorselectie en de definitieve selectie van de Telefilms, ze houden gedurende de hele ontwikkeling en productie zeggenschap. Wat het resultaat wordt, hangt dus voor een groot deel af van de omroep waarbij een film wordt gemaakt. Aangezien de omroepen stevig moesten bezuinigen, is het niet zo vreemd dat ze zo min mogelijk risico willen lopen. Dat blijkt echter niet per definitie te leiden tot de beste films.
Hanro Smitsman maakte vanaf 2008 vijf Telefilms. “Met mij en de Telefilm is het raar gelopen. Bijna alle films die ik heb gemaakt, heb ik overgenomen van een andere regisseur. Skin was echt van mij. Maar ja, het is altijd leuk om op de set te staan. Liever dat dan een commercial.” Skin (2008) was Smitsmans speelfilmdebuut. Hoofdrolspeler Robert de Hoog debuteerde in deze film eveneens en won een Gouden Kalf voor zijn rol als de zoon van een overlever van de Holocaust, die wordt opgenomen door een groep neonazi’s.
Smitsman is van mening dat een Telefilm de meeste kans van slagen heeft als de makers zo veel mogelijk vrij worden gelaten. “Het is essentieel dat je als regisseur heldere keuzes kunt maken en niet iedereen probeert te behagen. Dat gaat tegen de principes van televisie in, omdat daar vooral wordt gedacht in doelgroepen en kijkcijfers. Kritiek is belangrijk, maar niet iedereen hoeft gelijk te krijgen. Wat is een kameel? Een paard ontworpen door een commissie. Als te veel mensen zich met een film bemoeien, wordt het een opeenstapeling van compromissen. Wanneer je als filmmaker de vrijheid krijgt om te maken wat je wilt, levert dat de meest interessante cinema op. Neem Matterhorn bijvoorbeeld. Dat voelt als een auteursfilm. Je ziet dat Diederik Ebbinge heeft kunnen doen wat hij wilde. Dáár wordt een film goed van.”
In de Telefilm Matterhorn (2013) laveert René van ’t Hof ontroerend naast Ton Kas in een kil, oer-Hollands dorp waar de kerk het hoogste woord heeft. Dat lef zie je ook terug in de Telefilm Win/win (2010) van toenmalig debutant Jaap van Heusden. Net als Matterhorn goeide de film, over de absurditeit van het gokken met virtueel geld bij een investeringsbank, hoge ogen op het Filmfestival Rotterdam. Het is zaak die eigenheid te koesteren. Niet alleen als impuls voor de Nederlandse filmindustrie, maar net zozeer als belangwekkende televisie.
Er komt weer een reeks Telefilms aan, dit keer in de vorm van jeugdfilms. Die van Rolf van Eijk belooft al meteen veel goeds: in T.I.M. probeert een kind zijn huisrobot te redden. Dat is in ieder geval gek.
De nieuwe reeks Telefilms wordt vanaf zondag 19 januari wekelijks om 9.00 uitgezonden op Z@PP. De Filmkrant interviewt ter aankondiging elke week een van de regisseurs.