Cloaca

Vier vrienden in een midlife-crisis

  • Datum 02-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Cloaca
  • Regie
    Willem van de Sande Bakhuyzen
    Te zien vanaf
    01-01-2003
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Zelfzuchtige veertigers

Na Familie hebben scenarist Maria Goos en Willem van de Sande Bakhuyzen (Oud geld) nu Cloaca verfilmd, hun toneelhit van het afgelopen theaterseizoen: een mannenvriendschap in mineur.

Het eerste wat opvalt aan de verfilming van ‘Cloaca’ is de zwaarmoedige sfeer. In het toneelstuk van Maria Goos dat vorig jaar met veel succes in première ging, vielen vooral de komische kwaliteiten van ‘Cloaca’ op. Het briljante samenspel van acteurs Gijs Scholten van Aschat, Peter Blok, Pierre Bokma en Jaaps Spijkers, de scherpe dialogen van Goos en de goed getimede regie van Willem van de Sande Bakhuyzen: gezamenlijk zorgden zij voor een top-theatervoorstelling in de traditie van Alan Ayckbourn en Yasmina Reza (Art), waarin de teloorgang van een oude vriendengroep met enorm veel hilariteit voor het voetlicht werd gebracht.
Maar de film die nu door hetzelfde team als de theaterproductie gemaakt is, heeft een grondtoon in mineur. En dat is wennen. Veel meer dan in de toneelvoorstelling is de nadruk gelegd op de problemen waar de vier mannen mee worstelen en de midlife-crisis waarin zij verkeren.

Handje chips
Zo maakte de politicus Joep (Gijs Scholten van Aschat), die zojuist zijn gezin verlaten heeft, in het toneelstuk zijn entree met een oergeestige monoloog waarin hij zich beklaagt over de chaos in zijn huis. "Kom ik ’s nachts thuis … wil ik een handje chips … Op! … of slap. Stukje chocolade dan maar … lege wikkels." Juist de opeenstapeling van onbenullige irritaties maakte deze monoloog zo treffend. In de film Cloaca hoor je Scholten van Aschat telkens op de achtergrond tussen andere gesprekken in mompelend klagen, waardoor hij van een komisch personage is veranderd in een oude zeur. De succesvolle toneelregisseur Maarten die in de voorstelling vooral een artistieke macho was, is hier veel meer een tragische geilaard. Ook de Mahleriaanse strijkmuziek die Fons Merkies voor de film gecomponeerd heeft, drukt de stemming danig.
Mede door dat dramatische accent komt Cloaca traag op gang. De film zit bovendien vol wazig gefilmde flashbacks die dialogen uit de toneeltekst moeten vervangen maar vooral zorgen voor misplaatste pathos.
Maar uiteindelijk komt Cloaca toch op haar pootjes terecht. Maria Goos schreef rake dialogen waaruit precies klinkt hoe sterk de band tussen de vier mannen is. Hoezeer de klad ook in die vriendschap gekomen is, nog altijd gebruiken ze de karakteristieke groet ‘cloaca’ als ze elkaar ontmoeten.
Mooi schrijnend is het besef van vooral aanstaand minister Joep en toneelregisseur Maarten dat zij zelfzuchtige en onsympathieke veertigers zijn geworden. Pierre Bokma speelt een prachtige rol als de breekbare homoseksuele ambtenaar Pieter, die ervan beschuldigd wordt dat hij zich verrijkt heeft met een aantal gemeentelijke-kunstaankopen.
Het failliet van een oude vriendschap wordt net als in het toneelstuk scherp in beeld gebracht. Maar het evenwicht tussen hilariteit en tragiek is in de verfilming naar één kant doorgeslagen, waardoor zij aan rijkdom heeft verloren.

Pieter Bots