Biografie Robert De Niro
Robert de Niro in Taxi Driver (1976)
Het leven van beroemdheden ligt tegenwoordig op straat, maar van Robert De Niro weten we bijna niets. De 62-jarige acteur waakt als een pittbull over zijn privé-leven. Bij Oprah Winfrey zult u hem niet tegenkomen en ook filmjournalisten mijdt hij als de pest. Zakelijke tactiek van een acteur die het succes niet is komen aanwaaien?
De in 1943 in de New Yorkse wijk Greenwich Village geboren Robert De Niro is geen zondagskind. De zoon van een Ierse moeder en een Italiaanse vader – beiden kunstschilders – wist als verlegen jongetje al dat hij acteur wilde worden. Nee, we gaan niet psychologiseren, dat mag u zelf doen.
Op zijn zestiende hield De Niro het op de middelbare school voor gezien. Even dreigde het criminele pad, maar de wil om te acteren was sterker. Acteerlessen van Stella Adler bepaalden zijn acteeropvatting. Adler was net als Lee Strasberg een volgeling van theatergoeroe Stanislavski. Volgens hem draait het in acteren om authenticiteit, die acteurs bereiken door zich intens in personages in te leven. De Niro’s voorbeeld was Marlon Brando, een van de eerste Hollywood-sterren die Stanislavki’s opvattingen in praktijk bracht.
Voorlopig kon de acteur slechts dromen van Hollywood. Jarenlang speelde hij met een toneelgroepje in restaurants en achterafzaaltjes. Vriend Brian de Palma bezorgde hem in 1968 zijn eerste filmrolletje. Zijn spel in Greetings viel critici niet op. Ook de films erna, waaronder Bloody Mama van Roger Corman, trokken geen aandacht. De Amerikaanse criticus Roger Ebert noemde De Niro voor het eerst in een recensie van de baseball-film Bang the Drum Slowly in 1973. De criticus had “zeer goed acteerwerk” gezien.
Bij Scorsese’s Mean Streets, eveneens in 1973, ging de doos met superlatieven echt open. Ebert noemde De Niro’s optreden als gevaarlijke straatschooier “een schitterend optreden, vol urgentie en rusteloze wanhoop”. Het personage was het eerste van een lange reeks hele en halve psychopaten. Huiveringwekkende types als taxichauffeur Travis Bickle in Taxi Driver, bokser Jake la Motta in Raging Bull, verkrachter Max Cady in Cape Fear, gangster Jimmy Conway in Goodfellas en casinobaas Sam Rothstein in Casino.
Inderdaad: De Niro maakte zijn beste films met Martin Scorsese. Het is loze speculatie, maar toch: wat zou er zonder Scorsese van De Niro zijn terechtgekomen?
Casino en Michael Manns Heat, waarin De Niro tegenover Al Pacino staat, kunnen worden gezien als een omslagpunt in De Niro’s acteercarrière. In de tien jaar na deze films heeft De Niro weinig opzienbarends laten zien. Het is leuk dat hij ook over komisch talent blijkt te beschikken (Analyze That, Meet the Parents), maar zelden krijgen we nog de indruk dat hij zich inspant voor een rol.
Zijn prioriteit ligt al jaren niet meer bij acteren. Voor het mede door hem in 1988 opgerichte Tribeca Productions produceerde hij meer dan twintig films. Daarnaast maakte hij in 1993 een verdienstelijke regiedebuut met het A Bronx Tale. Ook is De Niro directeur van het New Yorkse Tribeca Filmfestival, dat hij na de aanslag op de Twin Towers oprichtte als teken van de ongebroken New Yorkse geest. Verder komt eind dit jaar de tweede door hem geregisseerde speelfilm in de bioscoop. Deze keer geen lowbudget productie als A Bronx Tale, maar de meer dan honderd miljoen dollar kostende CIA-geschiedenis The Good Shepherd met Angelina Jolie en Matt Damon. Het laatste nieuws is dat De Niro het wekelijks magazine The New York Observer wil kopen.
De geïnspireerde acteur De Niro, die dertig kilo aankwam voor de rol in Raging Bull, heeft plaatsgemaakt voor de geïnspireerde zakenman De Niro. Of dat een verbetering is, mag u zelf beslissen.
Een retrospectief van de films met Robert De Niro is te zien van 29 juni t/m 30 augustus 2006 in het Filmmuseum, Amsterdam. Novecento wordt apart uitgebracht vanaf 22 juni 2006 in het Filmmuseum en Lantaren/Venster (Rotterdam). Daarna elders in het land.
Deze biografie werd oorspronkelijk gepubliceerd naast een artikel over Robert De Niro van Jann Ruyters.