Russians at War

Documentaire over Russisch leger is absoluut geen wervingsfilm

Russians at War

De Russisch-Canadese Trofimova maakte een zeer controversiële documentaire over Russische troepen in Oost-Oekraïne, die na begrijpelijke Oekraïense protesten door meerdere festivals werd geweigerd. Ten onrechte: ondanks enkele zwaktes is dit essentieel materiaal.

De documentaire Russians at War, een Frans-Canadese coproductie waarin de Russisch-Canadese journalist Anastasia Trofimova een Russische militaire eenheid volgt in bezet Oost-Oekraïne, is sinds zijn première op het filmfestival van Venetië in 2024 onderwerp van verhitte discussies. Met name in Oekraïense kringen wordt de film geclassificeerd als “Russische propaganda”, maar ook Filmkrant-collega Hugo Emmerzael noemde hem, tegen The Kyiv Independent, een “extreem verontrustende en gevaarlijke film”.

Onder druk van Oekraïense politici, ambassades en belangenorganisaties besloten meerdere festivals, waaronder IDFA, de film niet te vertonen. Trofimova zelf werd door de Oekraïense regering bestempeld tot “gevaar voor de nationale veiligheid” en de schimmige, maar invloedrijke website Myrotvorets publiceerde haar persoonlijke gegevens in hun door sommigen als hitlist beschouwde lijst “vijanden van Oekraïne”.

En dan ga ik nu zeggen dat het een waardevolle documentaire is die ik met volkomen fascinatie heb gekeken.

Heeft Trofimova dan niets verkeerd gedaan? Toch wel. Dat haar observerende documentaire nauwelijks commentaar biedt op wat we zien is stilistisch een verdedigbare keuze, maakt de soldaten waarschijnlijk loslippiger en vormt deel van mijn fascinatie met de film, maar gezien de voorspelbare internationale argwaan jegens een documentaire over het huidige Russische leger was het niet vreemd geweest om op een of andere manier de eigen positie van de filmmakers te verduidelijken.

Dat zagen ook de filmmakers achteraf in en de versie die nu wordt aangeboden op de eigen website RussiansAtWar.com begint met een tekst die spreekt van een “full-scale invasion” – een term die de eerdere, kleinschaliger Russische inval van 2014 erkent maar die in de documentaire zelf niet wordt gebruikt – en verwijst naar “de verwoesting en het lijden van de Oekraïeners” en het onderzoek naar Russische oorlogsmisdaden dat is ingesteld door het Internationaal Strafhof.

Terecht hekelde de Oekraïense filmproducent Darya Bassel (van wie de prachtige Oekraïense oorlogsdocumentaire Songs of Slow Burning Earth in première ging op hetzelfde festival van Venetië) echter ook Trofimova’s opmerking aan het begin van de documentaire dat ze verbaasd was in 2022 “wakker te worden als burger van een oorlogvoerend land”. Niet alleen negeert Trofimova daar de annexatie van de Krim en het door Moskou gesteunde separatisme in Oost-Oekraïne sinds 2014, maar ze vergeet schijnbaar ook de andere oorlogen waarin Rusland de afgelopen decennia betrokken is geweest, van Tsjetsjenië via Abchazië en Georgië tot Syrië.

Het is eerlijk gezegd een onverklaarbaar naïeve opmerking voor een ervaren journalist als Trofimova, die eerder in Irak en Syrië op reportage is geweest. Die reportages maakte ze voor het Kremlin-gezinde Russia Today, waar ze tot 2020 werkte, wat ook haar huidige documentaire in de ogen van critici verdacht maakt. Maar inmiddels werkt ze voor de Canadian Broadcasting Corporation (CBC) en als fixer voor onder meer The New York Times, en deze film is gefinancierd vanuit Frankrijk en Canada.

Ook Russians at War is, artistiek gezien, weinig meer dan een reportage – zoals ook collega Emmerzael opmerkte. Een film als Songs of Slow Burning Earth is artistiek en inhoudelijk gezien absoluut een superieure belevenis. En het zou ook zeker interessant zijn als een kunstzinniger maker zoals de Oekraïner Vitaly Mansky – die zich eveneens tegen Russians at War keerde – een documentaire zou maken over de Russische kant van de invasie. Alleen: dat probeerde hij, maar het lukte niet; zijn camerapersoon werd direct gearresteerd.

Er is sinds de Russische annexatie en agressie van 2014 een flink aantal sterke documentaires gemaakt over de situatie in Oekraïne. Van de Russische kant zien we echter zo goed als niks. Dat het Trofimova gelukt is om, in een land dat onafhankelijke media uitschakelt en zeker geen ongefilterde verslaggeving wil zien van het front, het vertrouwen van soldaten te winnen en zichzelf langs tegensputterende commandanten te smokkelen, is een prestatie op zich. Documentaires kun je niet alleen op artistieke merites beoordelen, maar ook op access. Op dat gebied is Russians at War een klein wonder.

Stel je voor dat we een lange documentaire zouden bezitten van verkleumde, dronken, gedeprimeerde nazi-soldaten tijdens de belegering van Stalingrad, waarin ze zich beklagen over de eigen leugenachtige media, de totale militaire onkunde van hun superieuren, hun gebrek aan soldij, informatie en materieel en daarbij getuigen van verwaarloosbare ideologische bevlogenheid. Die film zou voorbijgaan aan hun Russische slachtoffers en zou automatisch enige empathie oproepen met het lot van de hoofdpersonen die waarschijnlijk, in taalgebruik en opmerkingen, in meer of mindere mate de nazipropaganda zouden echoën. Een introductietekst die dat erkent en een historisch zorgvuldige voice-over zouden beide belangrijk zijn, maar zelfs als de film daar steken laat vallen – dan wil je hem toch nog steeds zien?!

Dat is wat Russians at War is. Het grote verschil is dat de oorlog nog bezig is. En ik begrijp dat de meeste Oekraïeners hieraan geen behoefte hebben. Maar Russische propaganda? Nee.

Ik kan me niet voorstellen dat Trofimova überhaupt nog welkom is in Rusland, laat staan dat haar film daar vertoond zou worden. Want het beeld van het Russische leger dat zij geeft, is een totale ontgoocheling; dit is absoluut geen wervingsfilm. Deze soldaten (grotendeels professionele militairen, niet de gedwongen rekruten of voormalige gevangenen die we ook kennen van het Russische leger) worden behandeld als kanonnenvoer. Ze worden naar het front gestuurd met verouderd en haperend materieel, zonder enige informatie, zeggen ze, over de locaties van mijnen en Oekraïense troepen. Als Trofimova begint aan wat – met tussenpozen – zeven maanden aan opnames zouden worden, zijn al zeshonderd van de negenhonderd manschappen van deze eenheid gesneuveld; aan het einde sterft een groot deel van de overgeblevenen bij hun aanval op het Oekraïense Bachmoet.

Eén soldaat vraagt huilend aan zijn commandant of hij niet hoeft te gaan – vergeefs. Een ander verklaart dat hij na afloop van zijn contract gedwongen werd langer te blijven: “Mij werd verteld dat de enige manier om naar huis te gaan met de voeten vooruit was.” Militairen krijgen maandenlang niet betaald, terwijl de meesten zeggen het voor het geld te doen – wat ook immoreel is, maar niet ideologisch. Eén jonge soldaat zegt op de vraag waarom ze vechten, na een korte pauze waarin hem de slogan weer te binnen lijkt te schieten, “Omdat het nazi’s zijn!” Maar ook die heeft een paar maanden later zijn motivatie geheel verloren en wil alleen nog maar naar huis.

En hoewel opmerkingen die rechtstreeks Poetin bekritiseren door Trofimova, verklaarde ze achteraf, zijn weggelaten om de soldaten (die volgens haar allemaal instemden gefilmd te worden) niet in problemen te brengen, verklaart een iets oudere soldaat weloverwogen: “Als ik vecht, wil ik weten dat ik gelijk heb. En bij dit gevecht in Oekraïne heb ik niet het gevoel dat ik gelijk heb.”

Ja, soldaten hebben het ook over een “broedertwist” tussen twee volkeren “die bij elkaar horen”, wat past bij het Russische narratief, en één soldaat kan zich desgevraagd niet voorstellen dat Rusland oorlogsmisdaden pleegt – en wordt niet tegengesproken. Maar echt raar is dit natuurlijk niet: welke soldaat gaat voor een filmcamera zeggen dat het eigen leger oorlogsmisdaden pleegt? Dat Trofimova in haar persconferentie op het festival van Venetië heeft gezegd zelf geen oorlogsmisdaden gezien te hebben, wil nog niet zeggen dat ze beweert dat die nooit gepleegd zijn – de eenheid bevond zich voor een groot deel van de documentaire in gebied dat reeds maanden in Russische handen was; niet de plaats waarop de meeste oorlogsmisdaden worden verwacht.

Bij de troepen lijkt ondertussen van enige overtuiging geen sprake meer. Als een soldaat loopt over een veld met dode collega’s die niet worden weggehaald, is dat ook een beeld van de volkomen dwaasheid van de Russische politiek. De Oekraïeners zijn uiteraard verreweg de grootste slachtoffers van deze kwaadaardigheid, maar Russians at War geeft een beeld van binnenuit van een leger en een land die ook bezig zijn zichzelf te vernietigen. En ook dat verdient gedocumenteerd te worden.


Russians at War is vanaf 12 augustus 2025 te zien via RussiansAtWar.com.