THE SHUTKA BOOK OF RECORDS

De gelukkige vallei

  • Datum 05-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE SHUTKA BOOK OF RECORDS
  • Regie
    Aleksandar Manic
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Tsjechie/Servië/Montenegro
  • Deel dit artikel

Met een vrolijke blik kijkt The Shutka book of records naar de Roma-zigeuners in een buitenwijk van Skopje. Zij dingen mee naar de meest wonderlijke kampioenstitels.

De beste derwisj van Shutka claimt mensen te kunnen ‘dematerialiseren’ en ‘materialiseren’ en belooft je daarmee in één klap naar Amerika te kunnen verplaatsen. ‘Ik roep BBC en CNN op hierheen te komen als ze spoken willen filmen!’ roept hij. De grootste intellectueel van Shutka is al jaren bezig een Roma-woordenboek te schrijven, de beste lokale zanger toont zijn collectie kitscherige pakken, en de mannelijke bevolking van Shutka is verwikkeld in een continue strijd om de titel ‘grootbezitter van Turkse muziek’. De tapes worden, om ze te testen op kwaliteit, zo hard afgespeeld dat de speakers het begeven.
Dit is het Shutka wat de kijker ziet in de documentaire van Aleksandar Manic, door de ogen van personage Dokter Koljo uit Emir Kusturica’s film Black cat, white cat. Hij introduceert de meest opvallende inwoners van Shutka aan de kijker, interviewt hen en filmt hun bezigheden. Shutka, de onofficiële hoofdstad van de Roma, betekent ‘vuilnis’ maar wordt door de bewoners zelf als ‘de gelukkige vallei’ vertaald. Er wonen oud-gastarbeiders, asielzoekers en vluchtelingen uit Kosovo. Koljo, oftewel acteur Severdzan Bajram, kent Shutka goed. De titel ‘beste visser’ staat naar eigen zeggen op zijn naam, en voor de kijker vist hij in de zee van verhalen over Shutka. Het winnen van de beker voor het bezitten van de oudste en de meeste Turkse muziekbandjes is in Shutka ‘belangrijker dan de wereldbeker voetbal’, weet hij.

Haanjesgedrag
De bewoners van Shutka nemen zichzelf erg serieus, terwijl Bajram in The Shutka book of records vaak een loopje neemt met het haantjesgedrag en de zogenaamde spirituele vaardigheden van de bewoners. Over de intellectuele woordenboekschrijver zegt hij dat zijn gezin al jaren honger heeft en hij vraagt hem of het al een beetje vlot. Aan de marktlieden vraagt hij of hun koopwaar echt Versace is, en aan de derwisj die kwade geesten uit mensen verjaagt, vraagt hij hoe het zit met zijn seksuele gevoelens als hij vrouwen behandelt. Aan de man die naar eigen zeggen de graven schoonhoudt en ze beschermt tegen dieven, vraagt Bajram of hij niet toevallig zelf de graven leegrooft. Het antwoord is nee, maar Bajram vraagt door en terwijl de vrolijke zigeunerdansmuziek weer aanzwengelt gaat de zwerverachtige Zedo voor de bijl. ‘Wie niks heeft moet het stelen. Het is hier net een snoepwinkel’, geeft hij toe.
The Shutka book of records geeft een beeld van een voor ons niet voor te stellen, bijna ongeloofwaardige samenleving. Door de timing van de muziek en vooral door de voice-over van Bajram is de toon licht spottend en vrolijk en het beeld van de inwoners naïef en kinderlijk. Maar onderliggend is de wrange werkelijkheid van drugsgebruik, armoede en uitzichtloosheid te zien. Dat redt de film, die zonder het impliciet tonen van deze onderwerpen te veel een grappig schouwspel zou zijn van iets dat serieuzere aandacht verdient. Manic laat hiermee de zigeuners in hun waarde en biedt aan wie het wil zien een minder hilarische werkelijkheid.

Lotte de Wit