THE HITCHHIKER’S GUIDE TO THE GALAXY

Het leven, het heelal en de rest

De verfilming van het komische cultboek ‘The hitchhiker’s guide to the galaxy’ biedt weinig nieuws onder de zon.

Wat is het eerste dat een beschaafd buitenaards wezen doet als hij op aarde landt? Hij wil de hand schudden van een auto omdat hij denkt dat dit de dominante levensvorm op aarde is. Als hij een reisgids voor de aarde zou hebben gehad, zou hij wel beter hebben geweten en zijn hand naar een insect hebben uitgestoken. Want wij mogen onszelf wel aan de top van de evolutie wanen, voor de buitenaardse backpacker is de mens gewoon een van de vele levende wezens in het universum. Onbeduidend zelfs, want aan het begin van de verfilming van het komische cultboek ‘The hitchhiker’s guide to the galaxy’ moet de aarde plaatsmaken voor een intergalactische snelweg.
Boek en film zijn op hun best als ze trouw blijven aan de titel en het transgalactische liftershandboek citeren. Zo is er de tot in het absurde doorgevoerde logica rond het Babelvisje en het godsbewijs. Dat zit zo: het Babelvisje stop je in je oor zodat je alle talen uit het universum kunt verstaan. Wijsgeren vonden het zo onvoorstelbaar onwaarschijnlijk dat zoiets nuttigs als het Babelvisje per toeval is ontstaan, dat het wel door God moest zijn gemaakt. Hier zagen ze vervolgens het definitieve bewijs in dat God níet bestaat. Immers, door het creëren van het Babelvisje heeft God zijn bestaan kenbaar gemaakt, zodat niemand meer in Hem hoeft te geloven en zonder geloof is Hij nergens, zo heeft Hij zelf eens verklaard.

Zakdoek
In de film is helaas geen plaats voor dit soort kronkels waar het boek vol mee zit. Het bevat ook zeker goede grappen (overgenomen uit het boek, hoorspel en tv-serie), maar er wordt ook zoveel achtervolgd en gerend dat de balans soms ver te zoeken is. Want het leukste aan ‘The hitchhiker’s guide’ is niet het hoofdverhaal, maar de talloze terzijdes. De film wil juist wel die hoofdlijn volgen en is daardoor gewoonweg te vol gepropt, waardoor veel grappen worden afgeraffeld. Bijvoorbeeld de vraag over ‘het leven, het heelal en de rest’, dat wordt voorgelegd aan een supercomputer die na tienduizenden jaren denkwerk een even kort als cryptisch antwoord geeft. In de film verandert dit hilarische tafereel in een spanningsloze bedoening. Wel een amusante toevoeging op het boek is de extra uitweiding rond de enge priester John Malkovich die samen met zijn devote gehoor de zakdoek aanbidt (‘Bless you’ zegt hij na het niesen). Ook de scène waarin de personages ineens in gebreide poppetjes zijn veranderd is een aanwinst. En de grap over de man die de aarde heeft ontworpen en zelfs nog een prijs heeft gewonnen voor de Noorse fjorden, kan ook niet stuk. Plezier genoeg dus in deze Hollywoodfilm, die zijn Britse karakter heeft behouden. Arthur Dent wordt namelijk gespeeld door Martin Freeman, de gesjeesde student uit de tv-komedie ‘The office’, en ook nu laat hij zich in badjas ringeloren door de talloze vreemde wezens die hij op zijn reis tegenkomt. Het universum is sadistisch, vandaar dat je er maar beter om kunt lachen.

Mariska Graveland