Sonatine

Japanse gangsters aan het strand

Takeshi Kitano, hoofdrolspeler en regisseur van Sonatine

In een periode waarin men in Hollywood de western weer in het zadel probeert te helpen toont de Japanse tegenhanger, de yakuza-film, ook weer een teken van leven. Sonatine markeert de terugkeer van de Japanse gangsterfilm en laat een westers publiek kennismaken met de virtuoze stijl en gortdroge humor van Takeshi Kitano, superster in eigen land.

Geheel onbekend is Kitano hier niet. Voor hij als regisseur actief werd speelde hij diverse rollen in Japanse films, waaronder Nagisa Oshima’s Merry Christmas, Mr. Lawrence. In Japan kan men niet meer om hem heen. In de jaren zeventig vormde Kitano de helft van het populaire komische duo ‘The Two Beats’, hetgeen hem de bijnaam Beat Takeshi opleverde. Sindsdien is hij een van de populairste entertainers van Japan. Naast zijn filmcarrière heeft hij een druk bestaan als auteur van columns en romans en als televisiepersoonlijkheid. Hij leidt talkshows, verzorgt het commentaar bij sportuitzendingen en presenteert spelprogramma’s. Wie bij dat laatste aan Hans Kazan of Hans van der Togt denkt heeft het mis. In Japan zijn televisiespelletjes pas leuk als de kandidaten op allerlei manieren worden vernederd, waarbij fysiek geweld niet wordt geschuwd. Wie met gekneusde ribben, overgoten met pek en veren en volledig buiten adem een hindernisbaan af komt wordt door de presentator met wat droogkomische opmerkingen nog verder belachelijk gemaakt. Het Japanse publiek lust er wel pap van.

In Sonatine, Kitano’s vierde film als regisseur, steekt de presentator de draak met zichzelf. Kitano speelt Murakawa, een gangsterbaas of oyabun, in de taal van de Japanse maffia. Wanneer de eigenaar van een gokhuis weigert protectiegeld te betalen laat Murakawa hem aan een hijskraan vastbinden, waarna de opstandige ondernemer keer op keer onder water gedompeld wordt. De toekijkende gangsters bespreken op droge toon hoelang een mens de adem in kan houden. Door Kitano’s afstandelijke regie en droge commentaar heeft de scène een vreemde dualistische uitwerking, er is tegelijk sprake van afstotelijke wreedheid en aanstekelijke humor. Dit dualisme loopt als een rode draad door Sonatine.

Vingerkootje
Ofschoon Murakawa zich af en toe nog redelijk kan amuseren met het vernederen van zijn ‘klanten’ en het in de maling nemen van zijn ondergeschikten, heeft de gangsterbaas het eigenlijk wel gezien. Hij wil uit de organisatie stappen, maar wie voor een bestaan als yakuza kiest doet dat voor het leven. En wie zondigt tegen de regels levert bij zijn meerdere een vingerkootje in om zijn respect en trouw te bewijzen. Murakawa lapt alle regels aan zijn laars. Hij steekt niet alleen een sigaret op terwijl zijn chef nog aan de maaltijd zit, maar slaat ook diens rechterhand in elkaar.

Als reactie op zijn recalcitrant gedrag krijgt Murakawa de opdracht om met zijn bende naar het eiland Okinawa te gaan om daar twee rivaliserende yakuza-clans uit elkaar te houden. Op de populaire Japanse vakantiebestemming wordt Murakawa’s bende het doelwit van bloedige aanslagen. De baas besluit zich met zijn gevolg in een strandhuis terug te trekken.

Vanaf het moment dat de bende zich aan zee bevindt lijkt Kitano de nadruk op humor te leggen. De gangsters bedenken allerlei bizarre spelletjes om de tijd te doden, maar vragen zich stiekem af of hun baas seniel aan het worden is. Zijn speelse gedrag is de laatste stuiptrekking van een man die weet dat hij niet lang meer te leven heeft.

Reflecties
Met Sonatine toont Takeshi Kitano zich een overtuigend stilist. Hij plaatst de handelingen in strakke kaders, vermijdt het gebruik van drukke cameratrucs en weet met zijn afstandelijkheid een voortdurende spanning op te roepen. Van effectbejag is nergens sprake, ook niet wanneer hij zijn gangsters op hun hardst laat zien. De schietpartijen zijn van elke franje ontdaan, bewegingsloze gangsters staan tegenover elkaar, soms op extreem korte afstand, en legen hun pistolen. Wie in elkaar zakt is dood. Kitano gaat soms zelfs zover dat hij alleen de gezichten van omstanders of reflecties van de lichtflitsen uit een geweerloop laat zien. Daarmee is Kitano’s werk mijlenver verwijderd van de visuele capriolen die we kennen uit westerse actiefilms en in extremere vorm in de Hong Kong films van John Woo kunnen bewonderen.

Twee jaar geleden waren Takeshi Kitano’s eerste drie films op het Filmfestival Rotterdam te zien. Zijn debuut Violent Cop en de yakuza-film Boiling Point zijn inmiddels via importkanalen op video verkrijgbaar. Het zijn sterke films, maar ze halen niet het niveau van Sonatine. Getuige de ontwikkeling in zijn werk kunnen we van Takeshi Kitano nog veel moois verwachten.