DE LANGSTE REIS

Twee mannen in het bos

  • Datum 06-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DE LANGSTE REIS
  • Regie
    Pieter Verhoeff
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Het is onmogelijk om naar De langste reis te kijken zonder dat de inspiratiebron voor de film in het achterhoofd van de kijker een rol speelt. Kees van Beijnum en Pieter Verhoeff namen de ontvoering van Gerrit Jan Heijn als uitgangspunt voor hun scenario en dat is een factor die zich niet laat uitvlakken. De vergelijking tussen werkelijke gebeurtenissen en film is echter zinloos, aangezien de makers zich zoveel mogelijk hebben losgemaakt van de zaak Heijn. De langste reis verdient een beoordeling als autonome speelfilmproduktie.

Gemakkelijk is het niet, om de in opdracht van de VPRO gemaakte televisiefilm als pure fictie te bekijken. Daarvoor is de context te beladen. Alleen al de aankondiging dat de film gemaakt zou worden leidde vorig jaar zomer tot de nodige onrust. Paradoxaal genoeg was het rumoer waarschijnlijk nog groter geweest als de makers hadden beloten om nog radicaler met het verhaal aan de haal te gaan, bijvoorbeeld door de ontvoerde ondernemer in leven te laten. Terwijl niemand er in dat geval nog aan zou twijfelen dat het om fictie ging. Zo ver zijn Verhoeff en Van Beijnum niet gegaan: hun scenario betreft de eerste dag van de ontvoering, en die dag eindigt met de moord op de ontvoerde.
In een paar korte scènes schetst de film de achtergrond van de ontvoerder (Johan Leysen), naamloos in de film maar op de aftiteling aangeduid als Mertens. Een naar binnen gekeerde man, vervreemd van zijn gezin en gesteld op orde en netheid. De hang naar ordening en perfectionisme uit zich in de uiterst gedetailleerde voorbereiding van de ontvoering, kalligraferen als hobby en niet in het minst door het buitenzetten van de vuilniszak op weg naar De Daad. Mertens ontvoert topondernemer Schuyt (Eric van der Donk) op het moment dat deze ’s ochtends zijn woning verlaat. Wat volgt is twaalf uur lang rondrijden en rondlopen door de bossen: Schuyt probeert contact te maken met zijn ontvoerder, Mertens probeert het ontstaan van een mogelijke band te vermijden. Totdat ’s avonds het schot valt en Mertens met de bus naar huis terugkeert.

Lichte opwinding
De context moge dan beladen zijn, het dramatische materiaal van De langste reis is beperkt. Bijna de hele film bestaat uit het schijnbaar doelloze rondzwerven van twee mannen door het bos. Gesproken wordt er weinig en van ontwikkeling in de relatie tussen de twee mannen is nauwelijks sprake. Mertens blijft de baas met het pistool, Schuyt blijft het onwillige slachtoffer dat eigenlijk niet kan geloven dat hem zoiets overkomt, moeite heeft om de ernst van de situatie in te zien, met stijl in het onverwachte avontuur berust en pas op het allerlaatst in verzet komt. Als er al sprake is van spanning, dan komt die eerder van buiten dan binnen: padvinders en militairen, het bosvolk bij uitstek, zorgen met hun onverwachte aanwezigheid af en toe voor lichte opwinding.
Des te verbazender is het hoeveel informatie er ondanks deze statische situatie en minimale spanning wordt overgedragen. Het is een beproefd dramaturgisch recept om twee mensen met een machtsverschil, tot elkaar veroordeeld in een geïsoleerde omgeving, hun conflict uit te laten spelen. Waar men in zo’n geval normaliter echter de dialogen het werk laat doen, vertrouwt Verhoeff op het bewegen en de stiltes van de acteurs. En op korte monoloogjes: uit de paar zinnen die Mertens loslaat, spreekt een heel leven van verbittering en haat jegens de samenleving, die hem, briljant academicus en plannenmaker, nutteloos laat zijn. Niet alleen de motivatie voor de ontvoering, het herstel van een geschonden ego, wordt met die minimale middelen verklaard, ook de overeenkomsten en verschillen tussen de twee mannen zitten verstopt in kleine, bescheiden verwijzingen.

Weggesneden
Realisme is de kracht van Pieter Verhoeff. Na tien jaar documentaires bleef hij ook in zijn vier speelfilms en de tv-serie ‘De vuurtoren’ dichtbij de werkelijkheid. Ging het er in die films tot nu toe echter uitbundig, of op z’n minst levendig, aan toe, in De langste reis is soberheid troef. En dat ligt niet alleen aan het onderwerp. Niet toevallig verwijst de titel naar een Japans spreekwoord — Zelfs de langste reis begint met een eerste stap. Zoals Mertens de ontvoering voorbereidt en uitvoert alsof het een Japanse ceremonie betreft, zo nauwkeurig volgt Verhoeff hem in al zijn handelingen. De langste reis is een stilistisch strenge film, waaruit alle potentieel smakelijke franje is weggesneden en het samenzijn van ontvoerder en ontvoerde is teruggebracht tot de essentie.
Nadeel van deze aanpak is dat de relatie tussen de twee mannen nauwelijks de kans krijgt om zich te ontwikkelen: om dat te bereiken waren meer kunstmatige dialogen wenselijk geweest en dat was nu juist wat Verhoeff en Van Beijnum kennelijk wilden vermijden. Zelfs een psychologisch kat-en-muis-spel komt in deze uitgeklede, fysieke film niet uit de verf. Veel zwaarder wegen de motoriek en de blikken van Van der Donk en Leysen. Zij zorgen voor voldoende compensatie, met als hoogtepunt Mertens’ terugkeer naar huis na de moord. De blik van Johan Leysen in de bus is er een om nooit te vergeten. Voor zijn eigen huis aarzelt hij om naar binnen te gaan, hij kijkt alsof hij pijn heeft. Zo kijkt dus een man die zojuist iemand heeft vermoord.

Mark Duursma