COMPASSIONATE SEX

De heilige hoer

  • Datum 02-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films COMPASSIONATE SEX
  • Regie
    Laura Mañá
    Te zien vanaf
    01-01-1999
    Land
    Spanje/Mexico
  • Deel dit artikel

De kleur van de liefde

De goede vrouw wordt door haar slechte man verlaten: hij kan niet meer tegen haar filantropie. Dat het voor nobele mensen moeilijk is om schurken te worden, toont debutante Laura Mañá aan in haar mild absurde komedie Compassionate sex.

Een simpele omdraaiing van oeroude opvattingen lag aan de basis van Compassionate sex (Sexo por compasión), het regiedebuut van de Spaanse actrice en schrijfster Laura Mañá (1968). De moeder, de hoer, de heilige en andere stereotiepe vrouwbeelden zijn verenigd in haar hoofdpersoon Dolores (Elisabeth Margoni), wiens naam ondanks haar gevorderde leeftijd nog steeds als Lolita afgekort kan worden.
Compassionate sex (1999) was twee jaar geleden een van de Tiger-kandidaten van het Filmfestival Rotterdam, toen een van de weinige films die niet over het zuchtende leven van adolescenten ging: de bewoners van een klein, traditioneel Mexicaans dorp waar al heel lang geen kinderen meer werden geboren stonden centraal in een frisse, opgewekte, maar ook wat al te lichtvoetige film.
Aan het begin van Compassionate sex wijst nog weinig op de absurdistische wending die het verhaal zal nemen. In verwassen zwart-wit worden ruzieënde echtparen, chagrijnige geestelijken, ziekelijke bejaarden en boze kinderen neergezet. Dolores is de enige die zich niet door deze grauwsluier heeft laten bedekken, sterker nog, bij de dorpelingen staat ze twijfelachtig bekend als een halve heilige. Ook voor haar echtgenoot is haar opgewekte en onbaatzuchtige gedrag geen pré, hij verlaat haar, waarop zij besluit om haar leven op een wel heel letterlijke manier in dienst van de gemeenschap te stellen. "Vader, leer mij zondigen", vraagt ze de priester." En wordt hoer.

Malle invallen
Vanaf dat moment zijn kleur en vitaliteit terug in het dorp, waarmee Mañá de seks, het mannelijke speelveld van de Latijns-Amerikaanse machocultuur, teruggeeft aan de vrouw. De verdienste van haar film is dat die feministische tournure niet de enige pijler onder haar verhaal is. Door te kiezen voor een surrealistische stijl die doet denken aan die van haar landgenoot Buñuel (die ook zijn Mexicaanse periode kende), worden de karakterschetsen en malle invallen in haar verhaal net iets meer dan plotstuwende anekdotiek. Belangrijk is ook dat het surrealisme zowel een verhaaltechnische als een beeldende pendant heeft: de overgang van zwart-wit naar kleur, ook een overgang van een sloom naar een koortsig tempo, de schommelende totalen, de net uit het lood geslagen kadreringen geven je als toeschouwer ook werkelijk het gevoel dat er iets raars knaagt aan de werkelijkheid.
In het tomeloze optimisme waarin Mañá het slotakkoord van haar film toonzet, loopt de vergelijking met Buñuel mank. Alles wat als duister en somber kan worden ervaren aan zijn films én aan Mañá’s thema’s, is aan het einde van Compassionate sex weggewassen. Dat maakt hem tot iets wat graag een zomerfilm wordt genoemd. Alsof je in de zomer alleen maar behoefte aan waterijsjes hebt.

Dana Linssen