Charade

Sinaasappelseks

Charade

Parijs is de ultieme stad voor een suspense-film, met zijn tunnels, bruggen, arcades en daken. En het is de stad waar Audrey Hepburn verliefd wordt in Charade, de klassieker die nu opnieuw te zien is.

De naam Stanley Donen is niet wijdverbreid bekend, zelfs niet onder filmliefhebbers, en waarschijnlijk is dat te wijten aan het enorme star appeal van de man met wie hij drie van zijn beste films coregisseerde.

Stanley Donen maakte Singin’ in the Rain (1952) samen met Gene Kelly en met dit musicalmeesterwerk herhaalden ze in feite de magische formule die ze in de jaren veertig als dansers en choreografen onder contract van MGM hadden ontwikkeld. Dat wil zeggen, ze vernieuwden die magische formule voor hun eerste gezamenlijke regie On the Town (1949), een baanbrekende film die de eerste dansscènes in de straten van New York bevatte, en voor hun derde coregie lieten ze die formule ook weer vieren. Het bitterzoete It’s Always Fair Weather (1955) markeerde het einde van hun samenwerking en het einde van hun vriendschap.

Stanley Donen emigreerde naar Londen, na nog een paar musicals voor MGM te hebben geregisseerd en een briljante musical voor Paramount, Funny Face (1957), met een delicate, 28-jarige actrice die nog nooit dansend en zingend op het grote doek te zien was geweest en die zich daar ook nog nooit een voorstelling van had gemaakt: Audrey Hepburn. Het startsein voor een hele serie romantische komedies was gegeven, wisselend geïnspireerd op screwball comedies, musicals, thrillers, suspense-films en zogeheten vaudeville-films: Indiscreet (1958), The Grass is Greener (1960), Charade (1963) en Arabesque (1966). En ja, Charade is een Stanley Donen-film, in alle opzichten.

Angstaanjagend
In talloze commentaren wordt geopperd dat Charade meesurfde op een golf van romantische suspense-komedies, zo briljant beoefend door Alfred Hitchcock. Dit tot Donens irritatie: “All right, Hitchcock made many masterpieces, including very clever suspense comedies. But he didn’t invent the genre, nor has he a copyright on it.” En als je het optreden van Cary Grant een hommage aan Hitchcock noemt, ontkent Donen opnieuw: “Cary and me had been working together on three films at the time we made Charade. We were great friends and were looking for another subject to develop together.

En inderdaad, na Kiss Them for Me (1957, waarin Cary Grant tegenover Jayne Mansfield stond), Indiscreet (waarin hij Ingrid Bergman verleidde) en The Grass is Greener (waarin hij vaudeville-avonturen beleefde met Robert Mitchum, Deborah Kerr en Jean Simmons) betekende Charade de vierde samenwerking tussen regisseur en acteur. De gezamenlijke oprichting van productiemaatschappij Grandon Pictures (‘Gran’ van Grant, en ‘don’ van Donen) had hen zelfs beiden verantwoordelijk gemaakt voor het artistieke resultaat.

En ook alle andere ingrediënten voor een succesvolle Donen-film zijn aanwezig in Charade en dan gaat het vooral om de keuze van stuk voor stuk perfecte medewerkers. Zo was Maurice Binder verantwoordelijk voor de intrigerende openingstitels, samengesteld uit cirkels en lijnen, die samen met de brute openingsscène al aankondigen dat dit een moeilijk te begrijpen en mogelijk verwarrende film wordt – opzettelijk.

Henry Mancini componeerde een lichte jazzy score, ter compensatie van enkele harde scènes, en als subtiele herinnering aan het publiek dat dit allemaal maar spel is (zie de titel!). Mancini is in 1963 echt op zijn best, hetzelfde jaar waarin hij zijn allerberoemdste score componeerde, voor Blake Edwards’ The Pink Panther. Ook voor de bijrollen maakten Donen en Grant twee indrukwekkende keuzes: Walther Matthau toont zijn vaardigheid in het creëren van een karakter met verschillende gezichten en James Coburn zet een donkere, angstaanjagende killer neer.

Maar bovenal zijn het twee magische componenten die hier samenvloeien en die Charade tot zo’n heerlijke film maken. Allereerst is er Parijs, de meest romantische setting die je kunt bedenken en de perfecte locatie voor een liefdesverhaal tussen een jonge vrouw en een oudere man, én voor erotiek (check de beroemde sinaasappelscène waarin een sinaasappel van man naar vrouw gaat, zonder dat hij met de handen wordt aangeraakt). En Parijs is ook de ultieme stad voor een suspense-film, met zijn tunnels, bruggen, arcades en makkelijk bereikbare daken, iets wat Roman Polanski zich maar al te goed herinnerde bij het regisseren van Frantic (1988).

Naast Parijs is er de meest exquise actrice in de geschiedenis van het genre van de romantische suspense-komedie: Audrey Hepburn. Op haar expressieve gezicht kon ze geamuseerde twijfel oproepen, ze kon op een intrigerende manier verleidelijk zijn, en in enge situaties kon ze zich heel stil houden. Liefdesverhalen met oudere partners was ze ook gewend, denk aan Gary Cooper in Love in the Afternoon (1957), William Holden in Sabrina (1954), allebei geregisseerd door Billy Wilder, en Fred Astaire in Funny Face. Alleen op dit punt werd het script gewijzigd, op verzoek van Cary Grant. Hij vond dat zij hem moest najagen, in plaats van andersom. “It’s not proper for a man of my age to run after a young woman”, zo verklaarde hij.

Engel
Charade werd voor drie miljoen dollar gemaakt en was Donens grootste succes. Columbia had geweigerd de film uit te brengen en Universal, die zich over de film ontfermde, vond hem eigenlijk te gewelddadig (tijdens een sneak preview verklaarden Donen en scenarioschrijver Peter Stone dat ze de gewelddadige scènes juist de beste scènes vonden, om daarmee te voorkomen dat de studio in de film zou snijden).

Charade is nu een klassieke sixties-komedie en dat is waarschijnlijk te danken aan de keuze van medewerkers op de toppen van hun kunnen en de inspirerende relatie tussen de regisseur en zijn favoriete actrice. Charade markeerde hun tweede samenwerking, na Funny Face waarin Audrey Hepburn een jonge boekverkoopster in Parijs speelde, dromend van een ontmoeting met de filosoof Flostre, en uiteindelijk bereid een carrière als fotomodel op te starten. In het boek ‘Dancing on the Ceiling: Stanley Donen and his Movies’ verklaart een gepassioneerde Audrey Hepburn: “Only for Stanley would I have jumped into the deep of a pool without knowing how to swim. Only for Stanley would I have climbed the wheel of a sports car without knowing how to drive. Only for Stanley would I have shown the nerve to dance with Fred Astaire.

Ze zouden nog een laatste film samen maken, Two for the Road (1967), een bitterzoete komedie over een koppel dat aanvankelijk vol illusies is, maar hun huwelijk ziet stranden. Audrey Hepburn staat hier tegenover Albert Finney, die een van de mooiste rollen uit zijn carrière speelt. Je zou Two for the Road moeten zien, waarschijnlijk de beste film uit Donens hele musicalperiode. Alleen na het zien van die film kun je de delicate charme van Charade ten volste waarderen, een film uit een tijdperk waarin nog naar hartelust kon worden gedroomd, waarin de komedie nog regeerde, en waarin Audrey Hepburn een engel was die het beste happy end verdiende.


Grégory Valens schrijft voor het Franse filmblad Positif en werkt aan een dissertatie over Stanley Donen and the Post-Hollywood Comedy, Sorbonne, Parijs. (Vertaling: Belinda van de Graaf.)