CAPITÃES DE ABRIL

Een slome staatsgreep

  • Datum 21-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films CAPITÃES DE ABRIL
  • Regie
    Maria de Medeiros
    Te zien vanaf
    01-01-2000
    Land
    Portugal/Frankrijk/Spanje/Italië
  • Deel dit artikel

Maria de Medeiros: verliefd op het verzet

Op 25 april 1974 kwam in Portugal met de Anjerrevolutie een einde aan het autoritaire bewind dat het land bijna vijftig jaar achterlijk hield. Maria de Medeiros brengt met haar regiedebuut een hommage aan de militairen die Portugal de moderne tijd inschopten.

In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw hoefden ‘derdewereldtoeristen’ Europa niet uit, want voor middeleeuwse armoede konden ze terecht in Portugal. In het agrarische land leefde het merendeel van de bevolking nog in de negentiende eeuw. Een derde van hen kon lezen noch schrijven, wat de elite geen bezwaar vond, want boeren waren er om te ploegen en arbeiders om zich in de (schaarse) fabrieken af te laten beulen. Portugal was een eenpartijstaat met aan het hoofd dictator Antonio Salazar, die het land van 1926 tot aan 1968 (!) in een ijzeren greep had. Oppositiegroepen legde hij het zwijgen op, daarbij gesteund door de katholieke clerus, die de bevolking geestelijk onder de duim hield.
Salazar, die een foto van zijn held Mussolini op zijn bureau had staan, had een missie. Hij zag zichzelf als de verdediger van het traditionele Portugese erfgoed. Zijn xenofobie was lachwekkend. Zo verbood hij de verkoop van Coca Cola in Portugal. Hij meldde de frisdrankfabriek dat hij "beefde bij de gedachte dat jullie grote vrachtwagens met hoge snelheid door de straten van onze oude steden rijden, het ritme van onze eeuwenoude gewoonten opjagend". Voor het bezit van een aansteker was een vergunning vereist, omdat deze uitvinding de traditionele fabricage van lucifers bedreigde.
Het resultaat van Salazars politiek was dat de bevolking in een diepe apathie leefde. Na de dood van de dictator in 1969 zette opvolger Marcello Caetano zijn politiek voort, maar hij kon niet voorkomen dat het oude Portugal begon te kraken. Uiteindelijk dwongen de kolonieën Angola en Mozambique het land om uit de schaduw van het verleden te stappen. De bloedige onafhankelijkheidsoorlogen schudden Portugal wakker. Een groep samenzwerende legerkapiteins, die de waanzin van het koloniale bloedvergieten inzag, pleegde in de nacht van 25 april een geweldloze staatsgreep, die de geschiedenis inging als de Anjerrevolutie. Na de verdrijving van het oude regime keerden zij terug naar hun kazernes. De Portugese bevolking kreeg de democratie op een dienblad door de militairen aangereikt.

Rood stoplicht
Hoe vertel je een dramatisch verhaal over een fluwelen revolutie avant la lettre? Bij de Franse revolutie kunnen filmmakers uitpakken met de guillotine, bij de Russische revolutie met de bestorming van het Winterpaleis en bij de Amerikaanse revolutie met bloedige veldslagen, maar bij de Anjerrevolutie valt er weinig uiterlijk spektakel te halen. Van revolutionaire taferelen moet Capitães de abril het niet hebben. Het regiedebuut van Maria de Medeiros, die we als actrice kennen uit Tarantino’s Pulp fiction en Teresa Villaverdes Tres irmãos, gaat over de sloomste staatsgreep uit de geschiedenis. Er rijden wat tanks naar Lissabon, die worden geparkeerd bij strategisch belangrijke gebouwen, waarna Caetano eieren voor zijn geld kiest en het land uitvlucht. De dramatische spanning moet komen van de vraag of de samenzwering gaat lukken.
Natuurlijk kennen we de afloop, maar die willen we voor de duur van de film wel vergeten. We proberen mee te leven met de twee jonge legerkapiteins (Frédéric Pierrot en Stefano Accorsi), die met hun manschappen optrekken naar Lissabon. De film benadrukt het amateurisme van de coupplegers, die hun kolonne voertuigen tot stilstand brengen als een van de auto’s motorpech heeft. Ook wacht het gezelschap keurig voor een rood stoplicht in Lissabon. Ooit een film gezien over een staatsgreep waarin de samenzweerders op de spannendste momenten op hun tanks discussiëren over de vraag of het volk van revoluties gelukkiger wordt?

Pokdalig
Capitães de abril is De Medeiros’ eerbetoon aan de legerkapiteins die Portugal de democratie bezorgden. Dat is mooi en terecht, want zonder deze mannen zou Portugal nog langer in duisternis hebben verkeerd, maar de goede intenties hebben geen goede film opgeleverd. De zwakke plek is het door De Medeiros — die op het moment van de staatsgreep negen jaar was — gescheven scenario, want het slaagt er te zelden in om ons mee te slepen.
De personages zijn didactische constructies in een schoolse geschiedenisles. Tegenover de kapiteins staat een opportunistische majoor (Joaquim de Almeida), die cynisch commentaar levert op de revolutie, met als dramatisch doel dat het idealisme van de kapiteins nog meer reliëf krijgt. Het is niet geraffineerd genoeg om te intrigeren. Dat doet ook de chef van de geheime dienst niet, want die lijkt met zijn lelijke, pokdalige gezicht weggelopen uit een ouderwetse spionagefilm, waarmee De Medeiros nog maar eens het filmcliché bevestigt dat slechte mensen altijd lelijk zijn.
Haar simplisme verhindert dat we de angst voelen van de jonge militairen, die bij het mislukken van de coup foltering en doodstraf konden verwachten. Capitães de abril struikelt over De Medeiros’ romantisering van de gebeurtenissen, waaraan ze een liefdesintrige toevoegt waarin zijzelf de vrouw speelt van een van de kapiteins, die verliefd is op een jongen uit het studentenverzet. Wie moet ze kiezen? De Anjerrevolutie verdient een betere film.

Jos van der Burg