BAMBOOZLED

Zwartgeschminkt en beetgenomen

  • Datum 01-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films BAMBOOZLED
  • Regie
    Spike Lee
    Te zien vanaf
    01-01-2000
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Zoek Spike Lee’s geheven vingertje

Sinds jaar en dag maakt Spike Lee zich boos over het eenzijdige beeld dat Hollywood en de media schilderen van de zwarte gemeenschap in Amerika. In Bamboozled is Lee’s oprechte verontwaardiging duidelijk ten koste gegaan van zijn satirische scherpte.

Bamboozled (‘beetgenomen’) bevat één briljante scène, die in al zijn botheid tegelijkertijd hilarisch en uiterst pijnlijk is. We zien hoe de gekleurde programmamaker Pierre Delacroix (Damon Wayans) het idee lanceert voor een provocerende televisieshow, waarin allerlei neger-stereotypen en racistische vooroordelen van stal worden gehaald. Zijn blanke baas (Michael Rapaport), raakt bijkans in extase bij het aanhoren van Deveraux’ politiek-incorrecte voorstellen: de nieuwe show moet zich gaan afspelen op een katoenplantage in het Oude Zuiden, de zwarte personages luisteren naar stigmatiserende namen als Sleep ‘n’ Eat, Sambo en Lil’Nigger Jim, en als klap op de vuurpijl worden de zwarte acteurs ook nog eens ‘blackface’ geschminkt, zoals dat gebruikelijk was in de films uit de jaren twintig en dertig.
De scène werkt in de eerste plaats omdat er iets op het spel staat voor Delacroix, die net een behoorlijke flop achter zijn kiezen heeft en nu zijn ontslag probeert af te dwingen met zijn opzettelijk kwetsende programmavoorstel. Zijn grote kracht ontleent de scène echter aan Michael Rapaport, die de opgefokte televisiebons op het randje van de hysterie speelt. Zijn onverwachte en lekker vet aangezette enthousiasme werkt dermate aanstekelijk, dat je op zeker moment als kijker niet kunt wachten om een glimp te mogen opvangen van die provocerende ‘blackface’-show, ondanks het besef dat een dergelijk programma per definitie moreel laakbaar zou zijn.

Gangsta-rappers
Jammer genoeg durfde Spike Lee het niet aan om ‘Mantan: The New Millennium Minstrel Show’ dusdanig uit te werken dat er echt om valt te lachen. Dat was nou juist de kracht van Mel Brooks’ verwante satire The producers (1968), waarin de als flop bedoelde musical ‘Springtime for Hitler’ constant op die delicate grens balanceerde van smakeloosheid en onbedaarlijke humor. Eeuwige schoolmeester Lee was kennelijk bang dat sommige kijkers niet zouden snappen dat we het eigenlijk heel erg moeten vinden, dat een dergelijke show zomaar op de Amerikaanse televisie zou kunnen belanden. En juist daar slaat hij de plank finaal mis, omdat de Minstrel Show zo apert slap en onleuk is gemaakt dat geen enkel televisiestation er ooit aan zou beginnen — ook niet in Amerika.
Lee’s oprechte verontwaardiging is duidelijk ten koste gegaan van zijn satirische scherpte. Dat is jammer omdat hij wel degelijk enkele wezenlijke problemen overhoop haalt. Zo trekt hij een parallel tussen racistische filmkomedies van voor de oorlog en de stereotiepe gangsta-rappers in hedendaagse videoclips. Lee betoogt dat zwarte personages in de Amerikaanse media alleen geaccepteerd worden als het gaat om veilige karikaturen, en dus niet om echte mensen. Waarschijnlijk heeft de regisseur hier een punt, maar hij slaagt er niet in om het te verpakken in een dwingende vorm. In plaats daarvan springt Lee steeds weer tussen zijn personages en zijn publiek om met een geheven vingertje uit te leggen wat we van de door hem aangestipte misstanden moeten vinden.
Ja, mijnheer Lee, u heeft gelijk. Het is een schande. En mogen we nou naar huis?

Fritz de Jong