À mains nues

Krullend plastic

De twee wonderschone films Solo en À mains nues zijn een pas de deux voor de twee handen van een danseres. Het Filmmuseum vertoont ze in één programma.

Ineens is ze er. De vrouw met de schuifelende voeten. En de handen die in elkaar grijpen, inkrimpen, uitdijen en met elkaar kletsen. Is dit dans? Is dit film? Of een gedicht? Het zijn zinloze vragen, want de films van Thierry Knauff moet je ondergaan, in het volle duister zodat de contrastrijke zwart-witbeelden nog scherper tevoorschijn komen. De kracht ligt in de eenvoud: Knauff heeft in Solo aan één danseres genoeg, waarbij haar lichaam ook nog eens bijna wegvalt tegen de zwarte achtergrond. Het verdwijnen en opdoemen van dat krachtige, lenige lijf is het hoogtepunt van Solo.

Zoals een gedicht zich niet houdt aan de regels van de gewone spreektaal, zo heeft Knauff zijn beeldtaal zodanig georkestreerd dat alles maar om één ding draait: ritme. Soms lijkt het alsof de vrouw synchroon zwemt met haar eigen schaduw of haar eigen geprojecteerde beeltenis. Soms danst ze met haar eigen onscherpe filmbeeld, dat in een lichtbundel verandert. Ze lijkt getekend met houtskool, zo scherp is ze belicht.

Vulpen
De vrouw beweegt zich in een geïsoleerde omgeving, maar in Knauffs latere film À mains nues duikt ook de buitenwereld op. Ze verkreukt als een wildeman de beursberichtenpagina van een krant. Het geritsel laat haar naar haar oren grijpen. Dit is een van de zeldzame momenten van oorzaak en gevolg, want de twee films zijn niet geordend naar inhoud maar naar ritme. Het klappen van een hand op de vloer. Het schuifelen over het hout. Zwierend over de vloer, waar onleesbare zinnen op geprojecteerd zijn. Het gekras van een vulpen, een genot om naar te luisteren. De geluidsband is subtiel samengesteld, met muziek van Stockhausen in een zacht, soms monotoon geluid. solo is gebaseerd op de dansvoorstelling ‘Solo Stockhausen’ van danseres en choreografe Michèle Noiret, waarin ze danst op Stockhausens ‘Musik im Bauch’. À mains nues is geïnspireerd op een tekst van de Belgische schilder en mede-CoBrA-oprichter Joseph Noiret, de vader van danseres Michèle.

Montage is schaars. Dat heeft Knauff niet nodig om de kijker de fysieke sensatie van verschillende materialen te laten voelen. Zo probeert de vrouw gescheurd plastic weer aan elkaar te krijgen, dat natuurlijk zo weerbarstig is dat het nooit meer de oude vorm kan aannemen. Je voelt het plastic om je eigen handen krullen. Net zoals je de krant kunt ruiken. Het minimalistische solo is abstracter dan À mains nues, dat iets meer is volgestopt. Zo verschijnt er een trillende oude man in beeld, die je gelijk een plek wilt geven (‘ook trillen is dansen’, of iets dergelijks), terwijl zo’n gezochte samenhang eigenlijk helemaal niet nodig is. Eén vrouw, twee handen en een lichtbundel is genoeg.

En ineens is ze weg.

Cinedans vindt plaats van 12 juli t/m 1 augustus in het Filmmuseum