Zwarte gaten: Jim Taihuttu zag eindelijk Lawrence of Arabia

'Dit was de Avatar van 1962'

Jim Taihuttu. Foto: Geert Snoeijer

We hebben ze allemaal op ons To Do-lijstje staan: klassiekers waar je nooit aan toekwam. Regisseur Jim Taihuttu zag eindelijk Lawrence of Arabia (1962) van David Lean.

Jim Taihuttu is regisseur. Hij debuteerde vorig jaar samen met Victor Ponten met de mocro-roadmovie Rabat (2011), die acteur Nasrdin Dchar een Gouden Kalf opleverde – de eerste voor een acteur van Marokkaanse komaf. Met Victor en diens broer Julius Ponten runt Taihuttu productiehuis Habbekrats. Momenteel werkt hij aan zijn tweede speelfilm Wolf, over een jonge kickbokser die verleid wordt door de glamour van de criminele wereld.

Lawrence of Arabia

“Ik had al een jaar of twee een plaatje boven mijn bureau hangen van Lawrence of Arabia, staand in de woestijn. Op internet gevonden en uitgeprint. Toen ik later de videoclip maakte voor rapper Sefs ‘De leven’ – de titelsong van Rabat – heb ik dat als inspiratie gebruikt. Samen met een ander plaatje, van James Dean in New York met een lange jas. In de clip zie je Sev in de woestijn met een tulband en een designerjasje: woestijnman en gentleman tegelijk.

Vooraf dacht ik dat Lawrence of Arabia een soort Soldaat van Oranje [1977] zou zijn met de sfeer van Casablanca [1942]: exotisch, koloniaal. Maar het ging veel meer over een dolende ziel, iemand die nergens thuis is, gesitueerd binnen een politiek legermilieu in een tijd dat er heel veel verschuivingen waren: Engelsen die met Turken vechten in Saoedi-Arabië, mensen die niet meer weten waar ze mee bezig zijn.

Ik ben opgegroeid in Venlo, een grauwe en harde stad. Mijn vader was een eigenwijs soort muzikant, in een buurt waar dat niet belangrijk werd gevonden. Ik ben lang zoekende geweest voor ik snapte dat ik regisseur wilde worden. Als je uit Venlo komt, begint het er al mee dat de mensen op het tv-journaal heel anders praten, dan is er meteen een afstand tussen jou en de rest van het land.

Lawrence of Arabia was de Avatar [2009] van 1962, met machtsvertoon op bijna elk terrein: cameravoering, spel, regie, productie. Ik zag shots waar ze een hele dag over hebben gedaan, met ontploffende treinen en duizenden figuranten. Nu pak je honderd figuranten en kopieer je die tien keer op je computer. Toen is dat allemaal écht gedaan. Dat is bijna een wonder, om haast verdrietig van te worden: zo groot en zo goed.

Het duurde een tijdje voor ik Obi-Wan Kenobi – de Britse acteur Alec Guinness – herkende in de Arabische prins Feisal. Lawrence is gemaakt in een tijd dat het not done was om Arabieren in te huren als acteur. De enige uitzondering was Omar Sharif, maar die werd alleen gecast omdat de oorspronkelijke acteur voor die rol opeens wegviel en de producenten door de Egyptenaren voor het blok werden gezet. Sharif kreeg voor de Amerikaanse première geen uitnodiging. Tot hoofdrolspeler Peter O’Toole dreigde dan ook niet te gaan. Toen verschenen ze samen op de rode loper. “Oh my god, they hired an actual Arab!”, werd er geroepen.

Het is mooi om te zien hoe Nasrdin Dchar is uitgegroeid tot een soort volksheld. Onlangs reden we samen in een auto door Den Haag en werden we haast klemgereden door een andere auto met mensen erin die hem uit de grond van hun hart wilden bedanken. Dat soort reacties doen mij meer dan dat er een of andere semi-intellectueel tegen me aan begint te praten omdat hij iets goeds over de film heeft gehoord.”


Het antwoord op de vraag waar de O. voor staat in Roger O. Thornhill was: nergens voor (het is wel een knipoog naar de ‘O.’ in de naam van producent David O. Selznick). De prijswinnaar heeft inmiddels bericht gehad.