Op ooghoogte #34

Diaghilev

Mark Cousins (The Story of Film, A Story of Children and Film) schrijft maandelijks over films en beeldassociaties. Deze maand: de noodzaak van de Svengali.

Mijn nieuwe film I Am Belfast wordt binnenkort uitgebracht, eerst in Groot-Brittannië en vervolgens in andere landen. Dat is altijd een zorgwekkend moment voor een filmmaker. Je hebt de film geschreven, gedraaid en opnieuw vorm gegeven in de montagekamer. Je kent hem door en door, en laat hem dan zien aan mensen die er niets van af weten. Zullen ze lachen waar je daarop hoopt? Zullen ze geëmotioneerd raken door het slot?
Wat mij opvalt is dat we films niet zomaar de wereld in gooien. Het ontwerp voor de poster probeert mensen al duidelijk te maken wat voor film het is, net als de trailer. Tegenwoordig hebben we ook Vines, GIFs, Tweets, making-of video’s enzovoorts om de aandacht te trekken. Dat zou je marketing kunnen noemen, maar ik heb meer en meer het gevoel dat we eigenlijk proberen om een ruimte te creëren waarin de film begrepen kan worden. Als het gaat om een standaard genrefilm — of dat nou horror of romcom is — dan bestaat die ruimte al: we weten wat dat soort films zijn en hoe ze werken. Maar voor andersoortige films (mijn film is een ‘ma­gisch-realistisch portret van een stad’) moeten we die andere soort onder woorden brengen.
Ik moet dat als regisseur doen, door interviews over de film te geven, en mijn distributeur en producenten moeten het op hun manier doen. Maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik me realiseer dat we iemand als deze man nodig hebben:
Sergej Diaghilev. Hij was criticus, oprichter van het dansgezelschap Ballet Russes, impressario en curator. Hij was gepassioneerd en ondernemend. Hij overzag niet alleen de productie van geweldige dans en muziek, hij vormde de pu­blieke smaak. Hij definieerde wat de nieuwe kunst moest zijn, en produceerde het. Die volgorde is belangrijk: hij voelde de geest van zijn tijd aan, en trachtte vervolgens om die te kristalliseren in dans.
Ik vind dat geweldig, en in de cinema kunnen we er van leren. Om eerst een noodzaak te creëren en er dan in te voorzien, dat is geïntegreerd denken. In de kunst deed Andy Warhol iets vergelijkbaars. Hij definieerde hoe de ster van de toekomst er uit moest zien, en hoe kunst zich moest verhouden tot commercie en consumentisme, en maakte vervolgens kunst die daaraan voldeed.
Cinema heeft zijn Diaghilevs nodig, zijn Warhols, zijn impressario’s en Svengali’s.

Mark Cousins | @markcousinsfilm

Geschreven door Mark Cousins