Filmpers – 18 januari 2016

MOON
MOON
Duncan Jones
Jones en zijn scenariopartner Nathan Parker zadelen toeschouwers niet met onbeantwoorde vragen op, maar aan stof tot nadenken ontbreekt het moon zeker niet. Toch zijn het vooral de sfeer, het lome tempo en de geloofwaardige schets van een solitair bestaan die beklijven. (…) In opzet en uitwerking maakt moon duidelijk dat Jones een aanwinst is voor het genre, temeer omdat hij stellig van plan is erin terug te keren.
Het Parool/GPD-kranten (Bart van der Put)
Helaas is moon een rommelige vergaarbak, want Bowie Jr. grasduinde ook nog in andere sf-films, zoals silent running, waardoor zijn film smaakt als een afgelikte boterham. (…) De gewichtloosheid van dit verhaal maakt van moon een tamelijk irritante kijkervaring.
Algemeen Dagblad (Ab Zagt)
moon laat de toeschouwer raden: is de getoonde werkelijkheid een product van het overspannen brein van hoofdpersoon Sam, of wordt er een complot ontrafeld van een emotieloze mijnmaatschappij? Tot meeleven nodigt die ongewisse situatie niet bijzonder uit. Een interessant idee levert niet per definitie een boeiende film op, illustreert moon.
De Telegraaf (Eric Koch)
DE HELAASHEID DER DINGEN
Felix van Groeningen
Het is schateren om al die strapatsen van de familie Strobbe, maar langzaam kruipt er steeds meer tristesse in de film. De finale is bijzonder ontroerend. De volwassen Gunther bezoekt zijn demente oma en steekt een prachtige monoloog af terwijl twee van zijn ooms alweer richting biertap wandelen. Ze ontsnappen. Gunther eveneens. Maar anders.
NRC Handelsblad (André Waardenburg)
De jonge Vlaamse filmmaker ontpopt zich tot een formidabele acteursregisseur, die zorgvuldig en bevlogen met zijn spelers omgaat en het maximale uit hen haalt. de helaasheid der dingen had gemakkelijk een flodder-achtige slapstick kunnen worden, maar Van Groeningen houdt zijn personages te strak in de hand om dat te laten gebeuren.
Trouw (Sofie Cerutti)
Er zijn soms grappige scènes, maar het wordt nooit zo pakkend sarcastisch als via de woorden van een groot schrijver. De film verandert na een half uur in een loodzwaar sociaal-realistisch drama. Dat schept verwarring, want het zou toch luchtig blijven? Niet dus. Wat beklijft is een gevoel van diep medelijden met Gunther, ook al loopt het goed met hem af.
De Telegraaf (Annet de Jong)
REVANCHE
Götz Spielmann
Het Oostenrijkse revanche was vorig jaar voor een Oscar voor beste buitenlandse film genomineerd, waaruit blijkt dat ze daar in Hollywood een mix van naargeestige humor en minimalistische scènes best kunnen waarderen. Misschien ook omdat de film hen deed denken aan het goeie ouwe genre van de film noir, maar dan wel een sociaal-realistische variant in bleekblauw en bosgroen.
NRC Handelsblad (Dana Linssen)
Na een pikant begin in een Weense hoerentent stevent revanche af op een inspirerende meditatie op het thema wraak. (…) De hoeren staan hier lijnrecht tegenover de boeren, maar de ongereptheid van de natuur wordt nooit een cliché. Dat komt omdat revanche het thema van de wraakoefening zo serieus neemt. De film zit daarbij tot het laatste moment vol psychologische spanning.
Trouw (Belinda van de Graaf)
revanche is een beklemmend noodlotsdrama over schuld, God en wraak; een treurig stemmende film over kleine lieden met grote dromen. Kansarm zijn ze; hun ongebreidelde ambities zorgen slechts even voor heftige rimpelingen in het water. Daarna kabbelt het rustig door — totdat een volgende krabbelaar er een volgende steen in gooit.
de Volkskrant (Jan Pieter Ekker)
PICNIC
Adrian Sitaru
De mysterieuze manier waarop het tienerhoertje opduikt en verdwijnt, zou ook op de aanwezigheid van een engel kunnen wijzen. Het mooie is dat de film de rauwe werkelijkheid dan ook ontstijgt, en vol compassie naar de kinderen kijkt die in Roemenië hoereren langs de weg, of voor een paar centen je autoraam wassen bij het stoplicht.
Trouw (Belinda van de Graaf)
Wat picnic bijzonder maakt, is de combinatie van een ongedwongen, losse speelstijl met een zeer scherp geschreven scenario, van regisseur Sitaru zelf. Die schuift de naargeestigheid van de eerste scènes zonder pardon opzij, zodra het hoertje Ana haar entree maakt. Sitaru mindert zijn schokkerige cameravoering, en laat zijn film baden in zonlicht. Zo ontstaat een loom én venijnig driehoeksdrama aan de waterkant — af en toe onderbroken door de klanten die zich melden voor Ana.
de Volkskrant (Bor Beekman)
Goed bedacht is de vondst om steeds vanuit het perspectief van één van de personages naar de gebeurtenissen te kijken. Het zorgt ervoor dat de kijker zich niet als een God boven de personages bevindt, maar in het strijdgewoel staat. picnic toont knap de onttakeling van mensen die zich moreel superieur wanen. De film is een lesje in nederigheid. Het is makkelijk om in een autostoel morele principes te verkondigen, maar wat als het eigen belang in gevaar komt?
Het Parool/GPD-kranten (Jos van der Burg)
BRIGHT STAR
Jane Campion
De hoofdpersonen maken de liefde invoelbaar, een liefde die door Campion nadrukkelijk tegen de natuur wordt afgezet. Dat is een cliché, zoals de onmogelijke liefdesgeschiedenis in wezen ook van gemeenplaatsen aan elkaar hangt, maar het in tegenlicht badende camerawerk van de jonge Greig Fraser is zo magnifiek dat ook dit geen moment stoort. bright star is twee uur zinderend genot.
de Volkskrant (Jan Pieter Ekker)
Net als in the piano en the portrait of a lady weet Jane Campion door het keurslijf van de kostuumfilm heen te breken. De aankleding is sober zoals die tijd past, maar de kleuren zijn helder, sprankelend en de taal is ongedwongen. (…) bright star is een ballade volgens Campion, een ode aan het verlangen. Dat verlangen, die verliefdheid die alleen maar mooier en erger is als de geliefde er niet is, weet de actrice Abbie Cornish heel goed in haar eentje te verbeelden.
Trouw (Jann Ruyters)
Na een aantal minder geslaagde producties vindt regisseur Jane Campion in het Engeland van 1818 de toon en de toets terug van haar meesterwerkje the piano. Hartveroverend is de terughoudendheid van de kuise, maar diepgevoelde romantiek uit dat Britse tijdperk. bright star biedt poëzie en prachtige, schilderachtige beelden, die binnen aan Vermeer doen denken en buiten aan Van Gogh.
De Telegraaf (Eric Koch)