Cinedix #3

Samsara

Film-ABC waarin filmliefhebber Paul Kempers lemma’s van een hedendaags cinematografisch lexicon in niet-lineaire volgorde aaneenrijgt. Van ‘borderline-montage’ tot Roemeense postproductie’.

Waarheid
Het eerste wat sneuvelt in de montagekamer. Over de kracht van film als charmante of verontrustende leugen hebben talloze theoretici zich de essayistische hersens gebroken, met als belangrijkste resultaat een boekenkast vol efemere publicaties over schijn en werkelijkheid, neoplatoonse licht- en schaduweffecten in het werk van Bert Haanstra alsmede het ongrijpbare cinema vérité-gehalte van de beroemde LSD-heipalenscène uit Easy Rider. Ook regisseurs laten zich niet onbetuigd wanneer het waarheidsgehalte van de cinema ter sprake komt. “Een ware film is een naadloze leugen met mijzelf in alle hoofdrollen”, zou Orson Welles eens gezegd hebben, en gek genoeg heeft niemand deze bewering ooit tegengesproken. Van Terry Gilliam, regisseur met een voorliefde voor het fantastische en ongerijmde, stamt de – eveneens zeer apocriefe – uitspraak dat “de waarheid zoiets is als een doorgefokte, driebenige pitbull op coke: op het moment dat je haar het minst kunt gebruiken springt ze je onverwacht in het gezicht”.
Zie ook: grot, ultrarealisme.

Tibetaanse subplot
Eufemistische benaming voor ‘schaamteloos boeddhistische verhaallijn’. De Tibetaanse subplot laat de toeschouwer achter met het onbehaaglijke gevoel dat het bestaan een “droom” is en de kosmos niets anders dan “een weeffout in het tapijt van de schepper” (aldus de bekende Hollywood-lama Richard Gere). Tegen de tijd dat de subplot zich manifesteert, heeft de bioscoopbezoeker drieënhalf uur zitten kijken naar over oneindige zoutvlakten sjokkende yaks, zich in trance laten brengen door krakende gebedsmolens en zich verloren in middenrifgezang onder het genot van een kopje onthechte boterthee. Het westerse publiek heeft de Tibetaanse subplot massaal omarmd, getuige het succes van spirituele kaskrakers als Samsara en De zoutmannen van Tibet. Richard Gere heeft beloofd er nog een schepje bovenop te doen met Karma Bums, een “volslagen spontane, maar toch angstig accurate bewerking van de leerstellingen van de Boeddha, zoals opgetekend in de Diamant Soetra“. De film beleeft in 2012 zijn première. Volgens het supergeheime notenapparaat van het Tibetaanse Dodenboek is dat het jaar waarin de wereld definitief vergaat. Gevraagd naar zijn beweegredenen voor de filmvertaling van Boeddha’s beroemde vertelling over de vreugden van onbeperkt wijn drinken in de open lucht en vrije haiku-expressie, antwoordde Gere onlangs in Variety dat “het tijd wordt gehoor te geven aan mijn innerlijke navel”. De gevolgen van deze cryptische uitspraak worden duidelijk in 2012. Tot die tijd houdt Gere zich bezig met het oprichten van een steunfonds “voor hen die op het achtvoudige pad van de Waarheid de weg zijn kwijtgeraakt”.
Zie ook: modes en trends, identiteitscrisis.

Krumpin-techniek
Tegenhanger van de stabiele steadycam-opname, waarbij een in rubber opgehangen camera aan het lichaam van de cameraman wordt bevestigd. Bij krumpin bindt de cameraman twintig digitale camera’s om armen en benen en slaat superacrobatisch aan het dansen in de allernieuwste uit South Central, L.A. geïmporteerde gettoclown-hiphopstijl (‘krumping’). Een vj-editor mixt de beelden rechtstreeks door naar de plaatselijke dansclubs. Deze samenwerking levert opmerkelijke resultaten op, aldus een enthousiaste bezoeker. “Binnen twee minuten lag ik ruggelings op de dansvloer, met uitpuilende ogen, terwijl m’n benen wild in de rondte maaiden en m’n maag zich een weg omhoog perste via de slokdarm. Love it!
Zie ook: dansfilm, cross-over.