Boeken: The Anthropocene Unconscious

Drie perspectieven op de klimaatcrisis in film

Waterworld

Het Cinema Ecologica-programma van Eye, over film en het veranderende klimaat, zit in een lastige spagaat: vertellen de geselecteerde films ons genoeg over de ernst van de naderende wereldwijde catastrofe? Drie boeken geven hun eigen kritische perspectief op de verbeelding van klimaat in kunst.

In mijn tweede jaar op de middelbare school werd bij het vak Natuurkunde een les gegeven over klimaat, in de vorm van een vertoning van An Inconvenient Truth (2006). Ik herinner me nog het specifieke moment waarop Al Gore’s computeranimaties verbeelden hoe Nederland er als gevolg van de stijgende zeespiegel uit zal zien. Het water breekt langs de kustlijn, slokt Den Haag, Amsterdam en andere gemeentes op, maar stopt precies voor Utrecht – de stad waar we toen woonden. Gejuich en gelach schalde door de klas. We zagen de ansichtkaarten al voor ons: ‘Groetjes uit Utrecht aan Zee’.

Gore’s makkelijk te persifleren klimaatpresentatie werd door velen in het verdomhoekje gezet, pal naast de belachelijke rampenfilm The Day After Tomorrow (2004) van Roland Emmerich. Daarin werd de bijtende kou als gevolg van nieuwe IJstijd in point of view-shots verbeeld, alsof klimaatverandering een bekschuimend monster was dat ons hoogstpersoonlijk op de hielen zou zitten. Beide films werden door het satirische programma South Park met de grond gelijk gemaakt.

Klimaatcaleidoscoop
Wat deze voorbeelden op hun eigen manier wél goed aantonen is ons gebrek aan verbeeldingskracht rond hoe klimaatverandering er in het echt uitziet. In het ambitieuze The Uninhabitable Earth schrijft David Wallace-Wells dan ook over ‘de klimaatcaleidoscoop’. De klimaatcrisis is, aldus Wells, zo omvangrijk, gelaagd en complex dat we hooguit gebiologeerd naar de opeenstapeling van bedreigingen kunnen kijken, zonder die ooit echt helder waar te nemen. Teruggebracht tot de presentatie van Gore: we kunnen het naderend onheil wel accepteren in de vorm van de stijgende zeespiegel op een digitaal landkaartje, maar we zijn blind voor de rampen die de stijgende zeespiegel met zich mee zal brengen.

De Indiase auteur en criticus Amitav Ghosh gaat een stap verder. Hij ziet in de aanzwellende klimaatcrisis ook een alomvattende crisis in onze cultuur. Klimaatverandering is een van de belangrijkste problemen waar de mensheid ooit mee is geconfronteerd. Het falen van onze cultuur om dit probleem en potentiële oplossingen in beeld te brengen, is het falen van onze collectieve verbeeldingskracht.

Ghosh vangt de haast pathologische neiging van de mens om weg te kijken in zijn boek The Great Derangement: Climate Change and the Unthinkable. Hij stelt zich toekomstige generaties voor die tevergeefs door films, series, stukken en boeken speuren naar werken die echt ingaan op de klimaatcatastrofe zoals die zich nu voltrekt. Wie hielden ze voor de gek, zullen ze dan denken, als ze erachter komen dat die werken bijna niet bestaan.

Antropoceen
Natuurlijk zijn er culturele werken die de angsten en onzekerheden van deze tijd weten te vangen — iets wat Ghosh klimaatexistentialisme noemt — maar kunnen we dat wel echt klimaatkunst noemen? Ja, een post-apocalyptische film als Children of Men (2006) laat het complexe leven na een ramp zien, maar Alfonso Cuaróns meesterwerk gaat eigenlijk over een biologische crisis en niet over een ecologische. En de woestenij van Mad Max: Fury Road (George Miller, 2015) lijkt weliswaar doeltreffend de resultaten van het opwarmen van de aarde te tonen, maar draait tegelijkertijd om de schaarste aan – en niet de blijvende schade van – fossiele brandstoffen als diesel en benzine.

Ghosh stelt dat onze kunst enerzijds faalt in het verbeelden van de klimaatcatastrofe en anderzijds slaagt in het verhullen ervan. Met elke post-apocalyptische fantasie van een uitgebrande ozonlaag, een uitgedroogd aardoppervlak of een onder water gelopen planeet richten we onze angstige blik op dat ene puntje op de horizon, dat daarmee nog ver weg en overzichtelijk lijkt.

Eye’s nieuwe programmareeks over klimaat in film, Cinema Ecologica, stapt in precies dit spanningsveld. Want zijn de waterfantasieën van door Eye geselecteerde films als Waterworld (Kevin Reynolds, 1995), The Shape of Water (Guillermo del Toro, 2017) en Creature from the Black Lagoon (Jack Arnold, 1954) wel in staat om te vangen waar we ons echt zorgen over moeten maken? In de beschrijving van het programma neemt het filmmuseum zelf stelling: ‘Kan film helpen ons een beeld te vormen van de wereld zoals we die graag willen bewonen? Wat Eye betreft is het antwoord op die vraag een volmondig ja.’

Cinema Ecologica sluit zich zo aan bij de veel gullere blik op de verbeelding van klimaat in cultuur die Mark Bould deelt in zijn te verschijnen boek The Anthropocene Unconscious: Climate Catastrophe in Contemporary Culture. Bould haalt er hoge en lage cultuur bij, van Karl Ove Knausgård en Jane Austen tot Fast & Furious en Sharknado, om aan te tonen dat elke tekst die over mensen gaat – en dus over het Antropoceen, het meetbare tijdperk waarin de mens de planeet verandert – ook een tekst is over klimaatverandering. ‘Wanneer we als uitgangspunt nemen dat alle culturele teksten over klimaatverandering gaan,’ schrijft Bould in de conclusie van zijn boek, ‘dan zijn ze wijd open. Niet alleen als aanzet tot dialoog, discussie en debat, maar ook als kans […] om te reflecteren, om te handelen. En dat is belangrijk.’

Het is hopen dat er binnen een programma als Cinema Ecologica inderdaad ruimte is om kritisch te kijken naar wat we precies over het klimaat willen vertellen. Dat we aan de hand van de conflicterende ideeën uit deze boeken kunnen stilstaan bij de rol die film speelde en kan gaan spelen in het adresseren van de grootste crisis van deze tijd.


The Anthropocene Unconscious: Climate Catastrophe in Contem­p­orary Culture, Mark Bould | 2021, Verso Books, Londen | 176 pagina’s | €19,95