Boeken: Sleutelscènes
De transformatie van onbeduidende plekken
Vader en dochter Maarten en Billie Slagboom reisden voor het boek Sleutelscènes langs verschillende filmlocaties en schrijven daar persoonlijke essays over.
Films houden niet op bij de randen van het shot. Ze borrelen over die randen heen, onze levens in. Dat gegeven vormt de basis voor het boek Sleutelscènes – Een pelgrimstocht van een vader en dochter langs klassieke filmlocaties van Maarten Slagboom en Billie Slagboom.
Het duo publiceerde eerder twee fotoboeken over verlaten gebouwen. Hier combineren ze fotografie met essays in een reis langs in totaal 39 filmlocaties. Sleutelscènes is een boek dat zich het beste in stukjes tot zich laat nemen, want op den duur begint de strakke opzet wat tegen te werken en worden de essays een tikje herhalend.
Elke locatie wordt ingeleid met een grote foto en drie kleine filmstills, gevolgd door een essay van twee pagina’s van afwisselend vader of dochter. De meeste locaties zijn, zonder de aanwezigheid van filmcamera’s en sterren, vooral ontzettend alledaags. Zoals de deuren waar Carrie in Brian de Palma’s gelijknamige film door naar buiten stapt nadat ze het gala in brand heeft gezet. Zonder de belichting van die vuurzee en het silhouet van Carrie dat daartegen afsteekt, is het een kleurloze parkeerplaats vol afvalbakken.
Dat is precies de charme, of zelfs het magische ervan. Het idee dat elke onbeduidende plek – een viaduct met gebarsten asfalt en een verroeste vangrail (The Worst Person in the World), een vijvertje bij een landhuis (Don’t Look Now) – getransformeerd kan worden via de blik van een filmmaker. Zoals de straat in Los Angeles die geflankeerd wordt door imposante ceders. De straat waar Elliott met dat rimpelige buitenaardse wezentje in het mandje voorop zijn fiets opstijgt in Steven Spielbergs E.T. the Extra-Terrestrial (1982).
Helaas wordt precies die transformatie te weinig zichtbaar in het boek, omdat de filmstills die onder de grote foto staan, erg klein zijn. Het maakt dat het boek visueel wat vlak blijft. De essays zelf zijn consequent geschreven vanuit een persoonlijk perspectief, waarbij vader Maarten Slagboom onvermijdelijk een meer reflecterend perspectief inneemt, en dochter Billie Slagboom de films vaak verbindt aan situaties waar ze nog middenin zit.
Soms zijn de gelegde verbanden niet helemaal overtuigend. Zoals wanneer Billie Slagboom over de aversietherapie die Alex ondergaat in Stanley Kubricks A Clockwork Orange schrijft dat ze de techniek graag zou “afkijken om sommige mensen in de echte wereld meer empathie aan te leren met kwetsbare groepen in de samenleving”. Het gaat nogal voorbij aan het punt van Kubricks film, waardoor het moeilijk is mee te gaan in de gedachtegang.
In andere essays werkt de persoonlijke insteek wel. Zoals in het ontroerende essay van Maarten Slagboom over Twin Peaks: Fire Walk with Me, waarin hij de duistere entiteit Bob verbindt aan de innerlijke demonen van een studievriend die zich suïcideerde. De plek uit die film die ze bezochten is het trapgat in Laura Palmers huis met bovenaan een ventilator. Het is een van de weinige locaties die ook buiten de film om niets aan kracht inboet. Wat weer eens bewijst dat hoewel het vaak gaat over de surreële kanten van het werk van David Lynch, hij juist ook een meester is in de bron van zijn horror leggen in het alledaagse.
Sleutelscènes – Een pelgrimstocht van een vader en dochter langs klassieke filmlocaties, Maarten Slagboom & Billie Slagboom | 2024, Waanders Uitgevers, Zwolle | 128 pagina’s | € 29,95