Boeken – 18 maart 2016

Gesneden koek

Soms kan een omslagbeeld onbedoeld veelzeggend zijn over een boek. Zoals de filmklapper die op de cover van Peter Verstratens ‘Kernthema’s in de filmwetenschap’ prijkt. Zo’n bord waarop tijdens filmproductie informatie over scène en take bijgehouden wordt, en dat gebruikt wordt om beeld en geluid in postproductie te synchroniseren. Het is één van de iconische symbolen voor de filmindustrie — als je geen rol celluloid voor op je boek wil hebben, kom je al snel op de klapper uit.
Het boek is een van de eerste delen in Booms nieuwe reeks ‘Wetenschapsfilosofie in context’, dat tot doel heeft de filosofische kernthema’s uit een specifieke tak van wetenschap uiteen te zetten door deze te koppelen aan de beroepspraktijk. Verstraten stelt de vraag ‘wat is film?’ centraal. Of om precies te zijn: ‘Wat is de status van het medium film?’ Op die vraag worden in zeven hoofdstukken diverse antwoorden gegeven aan de hand van vergelijkingen tussen cinema en andere kunstvormen, en aan specifieke theoretische invalshoeken. De vergelijking met fotografie wordt gekoppeld aan de apparatustheorie; literatuur en theater leiden naar de narrativiteit van het medium en de auteurstheorie; relaties met de plastische en ritmische kunsten worden aangegrepen voor een overdenking van cinema’s eigen status als kunst (of vermaak).
In het slothoofdstuk wordt cinema expliciet gekoppeld aan filosofie en theorie, met hoofdrollen voor diverse psychoanalytische invalshoeken (waarbij uiteraard veel aandacht voor Slavoj Zizek) en de recente omslag naar de zogenaamde archeologische filmgeschiedschrijving, die evenzeer geïnteresseerd is in de doodlopende wegen van de filmgeschiedenis, de ontwikkelingen die níet hebben doorgezet. De vier hoofdonderwerpen van het boek worden ter afronding van elk deel gerelateerd aan the matrix (1999) van de gebroeders Wachowski, daartoe gekozen om zijn multi-interpretabelheid. De film “zit zo overvol met kleine en grote ideeën dat ieder daarin wat van zijn gading kan vinden”, stelt Verstraten in de inleiding.

Krijt
Die klapper dus. Tegenwoordig worden deze meestal van whiteboard of plexiglas gemaakt, omdat dit simpel opnieuw te beschrijven is. Grotere Hollywoodproducties werken zelfs steeds vaker met nog ingewikkelder digitale mechanieken vol snoeren en LED-lampjes. Het exemplaar voorop het boek is daarentegen van een ouderwetser soort: een simpel houten bord waarop met krijt geschreven werd. Het beeld is tekenend voor een bepaald soort ouderwetsheid die ook in het boek besloten ligt.
Een van de sterke punten van het boek mag dan juist zijn dat Verstraten naast de geijkte titels uit de canon van de filmgeschiedenis ook put uit recenter voorbeelden als caché (Michael Haneke, 2005) en zelfs the dark knight (Christopher Nolan, 2008). Toch wordt ‘Kernthema’s in de filmwetenschap getekend door een schijnbare onwennigheid met de hedendaagse digitalisering van het medium. Veel verder dan de dooddoener dat film door tussenkomst van de computer zijn “fotografische grondslag” verliest, en daarmee zijn indexicale relatie tot de werkelijkheid, komt het niet. Terwijl daar toch evengoed tegenin gebracht kan worden dat digitaal (video)beeld ook een terugkeer naar realisme kan aanduiden, zoals in de Dogma-stroming. En dat de fotografische realiteit van film altijd al een illusie was; de hedendaagse ‘green screens’ zijn niet zo ver verwijderd van het handmatig inkleuren van het beeld dat in de vroege cinema gebruikelijk was.
De vormgever koos bovendien voor een behoorlijk intensief gebruikte klapper. Even kunnen we er in wegdromen: bij welke films heeft dit bord zijn diensten bewezen, welke ‘clapper loaders’ hebben het ding in handen gehad? Vooral de vakken voor slate- en takenummers zijn in de loop der jaren overduidelijk opnieuw en opnieuw gebruikt: de zwarte lak is hier geheel weggesleten. Zoals Verstraten ook de geijkte theorieën aan bod laat komen, zonder daar daadwerkelijk nieuwe inzichten op te geven — al legt hij hier en daar nieuwe verbindingen en haalt hij (ook) recentere voorbeelden aan.
Daarmee komt de vraag op wie nu eigenlijk de doelgroep van dit boek is. Voor filmwetenschappers is het al gesneden koek. Voor filmstudenten nog niet, maar dan zijn er grondiger handboeken te vinden, zelfs als we het binnen Nederland houden (maar waarom zouden we dat doen?). Zoveel geeft Verstraten zelf al aan als hij in zijn voorwoord verwijst naar Filmkunde (1991) van Peter Bosma en Patricia Pisters’ Lessen van Hitchcock (2002), en stelt dat zijn bedoeling was “complementair” te zijn aan deze titels. Maar daarmee legt hij dan weer een horde voor andere groepen lezers dan bovengenoemde. Want het beeld van de geschiedenis van de filmwetenschappen dat het boek geeft is soms wat al te beknot en fragmentarisch. Dat kan ook moeilijk anders als het allemaal in 235 pagina’s moet — en na aftrek van noten en verwijzingen blijven daar netto zelfs maar zo’n 180 van over. Maar in ieder geval valt er nog wat te filosoferen met die klapper op de voorkant.

Joost Broeren

Kernthema’s in de filmwetenschap
Peter Verstraten
2008, Boom Academic, 235 p, 28,50 euro

Movie greats. A critical study of classic cinema
Philip Gillett
2008, Berg Publishers, 27,50 euro
The ABC’s of classic Hollywood
Robert B. Ray
2008, Oxford University Press, 29,95 euro
Wat maakt een film ‘klassiek’? Gillett volgt, na twee inleidende hoofdstukken, een vast stramien voor zijn veertien films: synopsis, context, persoonlijke indruk en analyse. Ray’s opzet verschilt van de meeste andere in dit genre. Vier films (o.a. the maltese falcon) worden doorgelicht aan de hand van alfabetische termenlijst. Een uitgebreide bespreking op girishshambu.com/blog/2008/05/abcs-of-classic-hollywood.html.

Chantal Akerman. Moving through time and space
Terrie Sultan
2008, Blaffer Gallery, 24,95 euro
Body in question. Image and illusion in two Chinese films by director Jiang Wen
Jerome Silbergeld
2008, Princeton University Press, 28,50 euro
Monografieën als kunstboeken. Silberberg analyseert twee films van Jiang Wen (uitgebracht als in the heat of the sun en devils on the doorstep) aan de hand van Chinese culturele context en bijgeleverde dvd met fragmenten uit voornoemde films. ‘Moving through time and space’ is toepasselijke aanduiding voor Akerman’s hele oeuvre in catalogus van een tentoonstelling in New Yorkse Blaffer-galerie met besprekingen van vijf daar vertoonde werken. Een interview met Akerman bij de opening op http://mitworld.mit.edu/video/592.

Nanni Moretti. Entretiens
Carlo Chatrian
2008, Cahiers du Cinéma, 39,95 euro
Collection 21e siècle
Diverse auteurs
2008, Cahiers du Cinéma, 12,95 euro per stuk
Cahiers du cinéma geeft in samenwerking met filmfestival van Locarno een reeks uit waarin tot nu toe delen over regisseurs (Welles, Allan Dwan, Kaurismäki) en over thema’s film/journalistiek en film/jazz. Boek over Moretti bevat interviews met en stukken van de regisseur zelf, plus een ongepubliceerd, niet-verfilmd scenario. Beknopte boekjes met pogingen de positie van film in deze eeuw te herdefiniëren.

Widescreen. Watching. Real. People. Elsewhere
Mark Cousins
2008, Wallflower Press, 23,50 euro
The cinema of David Cronenberg. From baron of blood to cultural hero
Ernest Mathijs
2008, Wallflower Press, 26,95 euro
Ook film in een veranderende wereld in Cousins’ (mede-organisator van Nairn film festival met Tilda Swinton) ‘Widescreen’ door een selectie van 80 artikelen uit Prospect magazine (prospect-magazine.co.uk) uit en over alle (film)windstreken. De ontwikkeling van Cronenbergs werk en positie wordt in deze nieuwe studie in thematische hoofdstukken, waarin al zijn films paarsgewijs de revue passeren, doorgelicht tot en met eastern promises.

Au dos de nos images 1991-2005. Suivi de Le fils, L’enfant et Le silence de Lorna
Luc Dardenne
2008, Editions du Seuil, 15,- euro
Mooi dagboek van een van de gebroeders Dardenne is al uit 2005, maar nu herdrukt met het scenario van le silence de lorna. Niet alleen filosofie, de groten van de film en de literatuur komen ter sprake, ook de dagelijkse wereld van de filmmaker.

Eyes upside down. Visionary filmmakers and the heritage of Emerson
P. Adams Sitney
2008, Oxford University Press, 26,50 euro
Mede-oprichter van Anthology Film Archives (samen met o.a. Stan Brakhage) gooit de Amerikaanse avant-garde overhoop aan de hand van elf makers (diezelfde Brakhage, Mekas, Abigail Child) met als uitgangspunt de esthetiek van Ralph Waldo Emerson. Boek is aanvulling op Sitney’s hoofdwerk Visionary film. The American avant-garde 1943-2000.

Off key. When film and music won’t work together
Kay Dickinson
2008, Oxford University Press, 23,50 euro
A history of film music
Mervyn Cooke
2008, Cambridge University Press, 24,50 euro
De samenwerking tussen film- en muziekindustrie gaat vaak volledig de mist in. Dickinson noemt de beroemde gevallen (Presley musicals, Mick Jagger in freejack) en analyseert waarom het zo vaak fout gaat. Cooke schrijft niet alleen de geschiedenis van de muziek in de narratieve film, er zijn aparte hoofdstukken voor documentaire, animatie en zowel klassieke als populaire muziek in de film.

Samenstelling Philip Hartzuiker (theatreandfilmbooks.com).

Geschreven door Joost Broeren