Actie! Op de set van Boven is het stil

V.l.n.r. cameraman Frank van den Eeden, 1st AD Eddy Stevesyns, hoofdrolspeler Jeroen Willems, setdresser Marc Hammel en regisseur Nanouk Leopold. Foto: Bob Bronshoff

Waterlandkerkje, 23 maart 2012, 12.58 uur

“Je moet alleen maar passen en meten en kijken of het stevig is. Schroeven doen we later”, zegt Nanouk Leopold gedecideerd. Jeroen Willems kijkt eens goed naar de blankhouten doodskist en pakt dan een enorme houtklem van een muur die vol gereedschap hangt. Als de opnameleider vraagt of iedereen klaar is voor opname, komt er een vliegtuig over.

Even later is het stil en gaat Willems aan de slag. Hij zet het achterschot in de kist, slaat er eens op, zet vervolgens de houtklem erop en draait hem aan. Hij stampt de randen aan en loopt een rondje om de kist om te zien of alle naden sluiten. Ondertussen draait de camera om hem heen, soms op enige afstand, dan weer dicht op de huid.

Een enorm reflectiescherm dat op het erf, achter het raam staat opgesteld, zorgt voor een soort bijbels licht in de stal. Willems legt de deksel op de doodskist, werkt vervolgens een randje bij met schuurpapier, blaast het fijne zaagsel weg en voelt met zijn vlakke hand dat het goed is. De camera draait maar door; de take duurt minuten. Leopold ziet op de monitor die ze voor haar buik draagt ook dat het goed is. ““We zijn gestopt”, zegt de opnameleider.

In Waterlandkerkje, een dorp in Zeeuws-­Vlaanderen met nog geen vijfhonderd inwoners, in een boerderij langs de weg van Oostburg naar IJzendijke, vinden opnames plaats voor Boven is het stil, Nanouk Leopolds verfilming van de veelbekroonde debuutroman van Gerbrand Bakker uit 2006. Het is er prachtig.

“Ik vind Zeeland en Groningen de mooiste vlakke stukken van Nederland. We hebben ook in Groningen rondgekeken, maar hier is het nog net iets lieflijker. Dat past goed bij het verhaal”, aldus Leopold, die zelf het scenario uit het boek destilleerde. Bakker heeft zich er niet mee bemoeid; hij speelt wel een piepklein rolletje.

In Boven is het stil besluit de boerenzoon Helmer van Wonderen dat zijn bejaarde vader ‘naar boven’ moet; uit het zicht. De vijftiger vindt het tijd om op eigen benen te staan; hij haalt de woonkamer en de voormalige ouderlijke slaapkamer leeg, schildert de boel en koopt nieuwe spullen. En hij begint uit te zien naar de dood van zijn oude, zieke vader.

Na de eerste lange take is er een korte pauze, omdat er een batterij moet worden verwisseld. Willems, die Helmer speelt, maakt van de gelegenheid gebruik om een sigaret op te steken. “We doen het nog een keer hetzelfde”, zegt Leopold, nadat ze met haar cameraman heeft overlegd. De tweede take kruipt de cameraman bijkans in de kist.

“Kijk even naar het raam”, zegt Leopold tijdens de derde take tegen Willems. Hij zucht eens diep. Dan pakt hij een elektrische boormachine en boort hij uiterst zorgvuldig een aantal gaatjes op een rij. “Ik hoef de boormachine niet zo te zien”, zegt Leopold tegen de cameraman. Voorzichtig duwt ze hem in de richting waar ze hem hebben wil. De derde take duurt zes minuten.

“Wat doen we met die kleine dingetjes?”, vraagt Willems vervolgens, terwijl hij een handje pluggen uit een glazen pot pakt.
“Je kunt ze afbeitelen of afschuren”, zegt de setdresser.
“Wil je het schroeven ook nog laten zien?”, vraagt de 1st AD op hetzelfde moment aan Leopold.
De regisseur staat in gepeins verzonken. “Iedereen zegt wat anders”, mompelt ze.
“Jij bent de baas”, zegt Willems.
“Okee”, zegt Leopold. “Bikken. Alleen maar bikken. Laten we weer gaan draaien.”


Boven is het stil Nederland, 2013 | Regie en scenario Nanouk Leopold | Camera Frank van den Eeden | Montage Katarina Wartena | Productie Stienette Bosklopper (Circe Films) en Els Vandevorst (N279 Entertainment) | Uitvoerend producent Ada Goosens | Art direction Elsje de Bruijn | Met Jeroen Willems, Henri Garcin, Loes Wouterson, Wim Opbrouck, Lies Visschedijk, Martijn Lakemeier | Kleur, ± 100 minuten | Omroep VPRO | Distributie Cinéart Nederland | Te zien vanaf voorjaar 2013

Jeroen Willems (1962-2012)
Dat het een bizarre samenloop van omstandigheden is, is nog voorzichtig uitgedrukt.
In het voorjaar waren fotograaf Bob Bronshoff en ik op de set van Boven is het stil.
Het was een ommelandse reis; maar binnen een half uur zaten we weer in de auto.
Alles liep gesmeerd; hoewel er weinig licht was, had Bob al snel een prachtige foto en er gebeurde ook genoeg voor een sfeerrijk stukje. We wilden het aanvankelijk plaatsen in het Nederlands Film Festival-nummer van de Filmkrant; Jeroen Willems stond er immers in de spotlights. Er kwam iets tussen, een ander interessant filmpje, en Boven is het stil schoof door. Die kon maanden later ook nog, misschien wel in het mei-nummer rond het festival van Cannes… Toen diende de volgende deadline zich aan. We stuurden Boven is het stil.
Kort daarna kwam Bob Jeroen op straat tegen; ze praatten over Bruce Springsteen en Bob meldde nog dat de Zeeland-foto in het volgende nummer zou verschijnen.
Jeroen was benieuwd. Maar hij heeft het niet meer gezien. Op de dag dat de Filmkrant verscheen, overleed hij aan een hartaanval. Macaber is het: de dag dat wij op de set waren timmerde, zaagde en schroefde hij eigenhandig een doodskist in elkaar. Op de foto van Bob baadt hij in een hemels licht. JPE