Boogie Nights

Van porno word je een beter mens

Burt Reynolds als pornograaf Jack Horner

Wie van pornografie geniet zal dat niet gauw toegeven. Zie de presentatoren van Veronica’s Sex voor de Buch: Menno en zijn bevallige assistente lachen quasi-geschokt om alle wensen van hun kijkers. Filmmaker Paul Thomas Anderson durft de porno-business wél op zijn waarde te schatten. Boogie Nights levert bovendien een liefdevol portret van de mensen voor en achter de schermen.

Voor het maken van een goede pornofilm is een vertrouwde omgeving nodig. In de adult entertainment industry moet de seksuele interesse tussen de acteurs oprecht overkomen. Het grootste beroepsrisico is dat de prijsneukende man niet tot wood komt: geen erectie krijgt.

Bij het maken van Boogie Nights heeft Paul Thomas Anderson de gouden regels van deze bedrijfstak ook toegepast. De jonge regisseur, nog maar 26 tijdens de opnamen, nam de crew van zijn debuutfilm Hard Eight (1996) grotendeels mee naar zijn tweede productie, waaraan verder door vaklieden uit alternatieve hoek werd bijgedragen. Zo ontstond een samenwerking die een weerspiegeling vormt van de sfeer in Andersons eigen script voor Boogie Nights.

In aankleding, muziek en dansvormen geeft de film een verbluffende typering van de periode 1977-1984. In liefst tweeëneenhalf uur volgen we pornoregisseur Jack Horner, gespeeld door Burt Reynolds, de best betaalde ster van de jaren zeventig. Horner heeft een familiegevoel gecreëerd waarin zijn geliefden zich thuisvoelen. In zijn villa worden, altijd tegen hetzelfde decortje met dezelfde spelers, de X-rated movies opgenomen. Het geheim van goede porno is volgens hem “the torpedo in the fun-zone“, ofschoon hij ervan droomt dat zijn films ooit echt drama zullen opleveren.

Groot geschapen
Het knappe van de auteur Anderson is dat zijn film verder gaat dan de geilige opwinding van onze aanwezigheid op de seks-set. De warme belangstelling van pater familias Jack Horner voor zijn discipelen schept de mogelijkheid om de persoonlijke ontwikkeling van de personages te volgen. Hoofdpersoon is Eddie, verbazingwekkend goed gespeeld door Mark Wahlberg, die als hiphopper en lid van de Funky Bunch vroeger ook al zijn broek omlaag trok. Eddie’s enige perspectief op succes voorbij bordenwassen en een kleinerende moeder wordt gevormd door zijn lul. Met deze extra grote en altijd harde ‘gave’ komt hij terecht in Horners stal, onder de artiestennaam Dirk Diggler. Samen ontwikkelen ze de succesformule van een pornoserie rond geheim agenten Brock en Chest. Als gelauwerde ster verklaart Dirk Diggler dat porno niet aanzet tot geweld maar juist duizenden relaties redt.

Zo verrassend als de keuze van voorheen ‘Marky Mark’ Wahlberg om fysieke redenen, zo bewonderenswaardig is de wending van mechanische seks naar sociaal drama die Anderson vervolgens doorvoert. Hard Eight ging ook meer om de onderlinge relaties dan om het gokspel. In Boogie Nights worden de vele personages allemaal even liefdevol uitgetekend in hun verwachtingen en teleurstellingen. Door humor en een uitgekiende inzet van popsongs op de soundtrack (als een tijdsbeeld samengesteld door Karen Rachtman) wordt hierbij gegarandeerd dat de situatie van diepgezonken individuen op zoek naar hun eigenwaarde niet al te clichématig wordt weergegeven.

Bijbelse associaties
Op Jack Horner na, die met tegenzin de stap maakt van filmen op celluloid naar video, moet iedereen namelijk door een poel van ellende. Boogie Nights roept op dit punt bijbelse associaties op, die door Anderson met een knipoog worden afgehandeld. Horner de pornograaf wordt rijkelijk beloond voor zijn artistieke aspiraties in de laagste aller kunstvormen. Alle anderen kunnen de verleidingen van de overvloed aan geneugten niet weerstaan. Sterallures, concurrenten en drugs bezorgen zelfs Dirk Diggler een slappe. Ook geweld blijkt wel degelijk onvermijdelijk, alsof men in deze branche verdoemd is. De droefenis wordt aangrijpend verbeeld door Julianne Moore in de rol van de moederfiguur in Horners huishouden, die haar echte kind niet mag zien vanwege haar pornografische achtergrond.

Na de boete volgt gelukkig de loutering. In steeds grimmiger wordende scènes heeft Anderson eerst getoond dat iedereen kan bezwijken voor de cocaïne wanneer die voor het grijpen ligt. Alsof hij wil zeggen dat je door een coke-fase heen moet alvorens er nuchter afstand van te kunnen nemen. Met die levenservaring kom je vervolgens sterker uit de strijd. En dat komt weer ten goede aan de porno-industrie, is de ironische conclusie. Anderson heeft lef en weet zijn originele invalshoek nog aanstekelijk te verpakken ook.

Dirk Diggler mag de kijker aan het einde van de film één keer laten zien waar zijn kracht ligt. Voor de spiegel prent hij zichzelf in “I’m a star” — en dertien inches bewijzen het. Of het wat helpt, doet het gesteun onder de aftiteling betwijfelen, maar de huichelaars van Veronica kunnen het er mee doen. Jammer dat Anderson dit shot niet ná de eindtitels heeft gezet. Dan hadden, conform de wensdroom van Jack Horner, vroege klaarkomers moeten blijven zitten in hun stoel om te weten wat het drama nog zou brengen.