Yuku en de Himalayabloem
Van verhalen groei je ook
De Cinekid Leeuw voor beste kinderfilm ging dit jaar naar de animatiefilm Yuku en de Himalayabloem. Een vrolijke, muzikale animatiefantasie voor vijf jaar en ouder, over een muisje dat oma op haar laatste reis een prachtig licht wil meegeven.
Yuku is een muis die ukelele speelt. Zelfs de gemeen kijkende kat die haar opjaagt, kan die opgewekte klanken niet weerstaan en begint spontaan te dansen. De kleine Yuku is dan ook de held van de muizenfamilie die in een kasteelkelder tussen reusachtige stapels boeken woont. Een eigenwijsje dat liever naar oma’s sprookjes luistert dan moeder te helpen met voedsel verzamelen. “Van verhalen groei je ook”, bezweert ze.
Eigenwijs en dapper. Want als oma na wilde schermutselingen met de kat laat weten het niet lang meer te zullen maken, bedenkt Yuku dat ze haar op haar laatste reis iets bijzonders wil meegeven. Uit grootmoeders boeken weet ze van de Himalayabloem, die groeit op de hoogste bergtop en een eeuwig licht verspreidt. Die gaat Yuku halen. Zo begint een avontuur vol aanstekelijke muziek en leuke liedjes.
Yuku en de Himalayabloem (Yuku et la fleur de l’Himalaya), op het afgelopen Cinekid bekroond als beste film, is de eerste lange animatie van de Belg Arnoud Demuynck en Fransman Rémi Durin en je ziet direct dat ze een eigen aanpak hebben. Hun combinatie van 2D- en 3D-animatie blijft ver van het veel nagevolgde computerwerk van Disney/Pixar. Hier zie je vrijmoedig getekende figuurtjes in betrekkelijk eenvoudig gestileerde, maar kleurrijke grafische vorm. Fantasierijk en ook een beetje brutaal. Een nu eens geheimzinnige, dan weer prachtig mooie wereld die doet denken aan een prentenboek waarin je als kind heerlijk kunt ronddwalen.
De lange tocht van Yuku naar de berg waar de bijzondere bloem groeit, ontvouwt zich als een reeks belevenissen met allerlei dieren – sommige vriendelijk, andere gevaarlijk. Er is een konijn dat op rijm spreekt terwijl het de pijlen van de jagers probeert te ontwijken, maar ook de wolf die in sprookjes niet mag ontbreken.
Die opbouw uit kleine, betrekkelijk op zichzelf staande episoden maakt het heel geschikt voor de jongste kijkers, waarbij aangetekend dat het niet zoetsappig is. Spannende momenten worden afgewisseld met vrolijkheid. Zeker wanneer Yuku er telkens in slaagt de dieren die ze ontmoet te laten dansen op haar ukelelemuziek, van ontroerende blues tot swingende boogiewoogie. Hij komt ook uitstekend van pas bij de ontmoeting met de wolf.
Zo weet Yuku en de Himalayabloem op meerdere manieren te charmeren. De dieren zijn apart maar ook herkenbaar in hun reacties, er is van alles te zien, er zijn kleine raadsels en wijsheden (“verhalen brengen ons samen”) en afscheid nemen en het leven vieren blijken heel goed te combineren. Demuynck en Durin zijn een mooie aanwinst voor animatieland.