WINDHORSE

Gewetensnood in Tibet

  • Datum 15-03-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films WINDHORSE
  • Regie
    Paul Wagner
    Te zien vanaf
    01-01-1998
    Land
    Tibet
  • Deel dit artikel

Protest en lijdzaamheid in Tibet

Tibet is in. New age-winkels verkopen boeddhistische gebedsmolens. The Beastie Boys bezoeken de Dalai Lama. En Hollywood doet een duit in het zakje met films als Kundun en Seven years in Tibet. Filmmaker Paul Wagner interesseert zich echter niet voor modieus spiritualisme en zegt Windhorse vooral gemaakt te hebben uit solidariteit met het onderdrukte Tibetaanse volk.

Zeven jaar geleden werd Wagners nichtje door de Chinese autoriteiten gearresteerd omdat ze foto’s had genomen van een demonstratie in Lhasa, de hoofdstad van Tibet. Ze werd verhoord en haar visum werd ingetrokken waarna ze subiet het land werd uitgezet. Het was deze dicht-bij-huis ervaring die Wagners interesse voor de Tibetaanse strijd aanwakkerde. In 1996 trok hij met een paar videocamera’s naar Tibet en Nepal en filmde daar, clandestien en met een cast die voor het grootste deel uit amateurs bestond, Windhorse. Voor Wagner — die eerder bekendheid verwierf met documentaires als Out of Ireland, Miles of smiles en het met een Oscar bekroonde The stone carvers — was dit zijn eerste speelfilm.

Biljarthallen
Windhorse begint daar waar Kundun en Seven years in Tibet eindigen, bij de Chinese invasie van Tibet in 1950. In dat jaar wordt de grootvader van Dorjee, Dolkar en Pema geëxecuteerd door de bezetter wegens het opplakken van anti-Chinese leuzen. Achttien jaar later vertelt Dorjee middels een voice-over hoe het leven in het bezette vaderland zich hierna heeft ontwikkeld.
Dorjee zelf is aan de drank geraakt en hangt werkeloos met zijn vrienden rond in biljarthallen en bordelen. Hij zegt de Chinezen te haten, maar sluit zich niet aan bij het pacifistische ondergrondse verzet. Wel laat hij zich voortdurend denigrerend uit over zijn zus Dolkar, die een relatie heeft met de Chinese ambtenaar Huan-ping en popliedjes zingt in de lokale disco. Alleen nicht Pema is de traditie trouw gebleven en heeft als volgeling van de Dalai Lama, de religieus en politiek leider van de Tibetanen, haar intrek genomen in een boeddhistisch klooster.
Als het Chinese bewind op een gegeven moment verbiedt afbeeldingen van de Dalai Lama te bezitten en zelfs maar aan hem te denken, weigert Pema zich te conformeren. Samen met een paar andere nonnen protesteert ze op de hoofdstedelijke markt en wordt ze meteen opgepakt. Na te zijn verhoord en gemarteld is het meisje er zo slecht aan toe dat de Chinezen haar laten gaan.
De aanblik van zijn geradbraakte nichtje doet Dorjee besluiten dat hij een daad moet stellen. Met behulp van een Amerikaanse toeriste die hij in de stad heeft ontmoet, legt hij Pema’s verhaal vast op video met de intentie het naar mensenrechtengroeperingen in India te smokkelen.
Ook Dolkar is door de gebeurtenissen in gewetensnood gekomen. Op het laatste moment besluit ze niet mee te werken aan de live tv-uitzending waarin zij als Tibetaanse modelburger een mierzoete lofzang op de Grote Roerganger zou verzorgen. Ook haar relatie met Huan-ping kan ze niet met goed fatsoen voortzetten. Als deze haar vervolgens in zijn naïviteit verraadt aan zijn meerdere, worden broer en zus gedwongen over de Himalaya te vluchten naar Nepal.

Verborgen camera
De combinatie van politieke boodschap en kunst gaat meestal ten koste van de laatste. Dit is ook het geval bij Windhorse. De nadrukkelijkheid waarmee de Tibetaanse zaak wordt bepleit komt de artistieke kwaliteit niet ten goede. In een krampachtige poging zoveel mogelijk informatie zo volledig mogelijk weer te geven, sluipt een storende houterigheid de dialogen binnen. Waarom Wagner zich niet aan het hem bekende genre van de documentaire heeft gehouden om dit verhaal te vertellen maar per se een speelfilm moest maken, is onbegrijpelijk.
Dit onbegrip groeit alleen maar als je je realiseert dat de film zijn sterkste momenten kent in de documentaire-achtige scènes. Het zijn de fragmenten die geïmproviseerd en met een verborgen camera zijn opgenomen in Lhasa en de Nepalese hoofdstad Kathmandu, die het beste de beklemmende sfeer van repressie verbeelden. Vooral de scène waarin Pema haar protest tegen de bezetter aanheft, is meeslepend. De manier waarop de drukte van de markt, de dreiging van de Chinese observatiecamera’s en de vastberadenheid van de non worden weergegeven is van een bijna impressionistische directheid.
Helaas is het aantal scènes waarin de kijker op die manier de film wordt binnengetrokken, beperkt. De dialogen en personages zijn daarvoor te weinig overtuigend. Zo is de bekering van de passieve Dolkar en Dorjee tot het verzet niet erg geloofwaardig. En Dolkars liefde voor de ruggengraatloze lafaard Huan-ping, die zij zelfs volhoudt nadat hij haar familie heeft verraden, is al helemaal moeilijk te accepteren.
Als eerste speelfilm met Tibetaans als voertaal heeft Windhorse echter de sympathie gewonnen van verschillende filmfestivalsjury’s. Zo werd de film onder meer bedacht met prijzen voor beste film en regie in Santa Barbara en de publieksprijs van het Washington International Film Festival. Deze onderscheidingen moeten echter meer gezien worden als erkenning van Wagners sociaal-politieke integriteit dan van de artistieke merites van zijn film.

Edo Dijksterhuis