Wildlife

Als de droom barst

Ontreddering in de jaren zestig. Het thema van de disfunctionele familie voelt weer fris en nieuw in dit sterk geacteerde drama, dat de pijn laat zien waarmee onvermijdelijke verandering gepaard gaat.

Als Jerry, vader van de veertienjarige Joe, zijn werk op een golfbaan is kwijtgeraakt verlaat hij zijn gezin om zich bij de brandweerlieden te voegen die een grote bosbrand bestrijden. Zijn vrouw Jeanette besluit met eigen ogen te gaan zien wat daar aan de hand is. Tegen Joe merkt ze op: “Weet je hoe ze bomen in een bosbrand noemen? Brandstof. En de stammen, als het vuur voorbij is? De staande doden.”

De bittere ondertoon heeft ongetwijfeld te maken met de brand die in haar leven en haar huwelijk is opgelaaid. Op dat moment zijn we al een flink eind gevorderd in Wildlife, het regiedebuut van acteur Paul Dano naar het gelijknamige boek van Richard Ford. Een schrijnend verhaal over verwarrende bevrijding en gekwetste trots.

Want Jerry (Jake Gyllenhaal) heeft zeker niet uit liefdadigheid dat slecht betaalde baantje als brandweerman genomen. Eerder is het een onbeholpen poging zijn mannelijkheid te bewijzen, plus een manier om te ontsnappen aan de in zijn ogen vernederende positie als te kort schietende echtgenoot.

Wildlife is een psychologisch familieportret en tegendraads tijdsbeeld ineen. Een scherp geobserveerd en nuchter maar ontroerend mooi geacteerd crisisverslag dat ook alles wat onderhuids broeit en knelt heel precies aanvoelt. Daarnaast toont het de anno 1960 in de lucht hangende verandering anders dan gebruikelijk. In plaats van het gangbare optimisme zien we hier vooral ontregeling, verlies van houvast en de onbetrouwbaarheid van de Amerikaanse droom. De barsten in het ideaalbeeld.

“Ik heb het gevoel dat ik wakker moet worden”, laat Jeanette zich op zeker moment ontvallen. Maar uit welke droom of nachtmerrie kan ze niet zeggen. De impulsieve manier waarop ze haar zelfbeschikking probeert te realiseren, onder meer door een demonstratieve flirt met een welgestelde oudere man, komt vooral wanhopig over. Alsof ze in een vreemd land op goed geluk de weg moet vinden. Met een Oscarwaardige vertolking zet Carey Mulligan Jeanette neer als iemand die bijna voortdurend een blik van verbazing in haar ogen heeft. Alsof geluk in die perfect ogende landelijke omgeving toch onder handbereik zou moeten liggen.

Treffend zijn de bijna aandoenlijke, intieme momenten met Joe, die fungeren als een soort ingebouwd commentaar op de verwikkelingen. Jeanette en Jerry gebruiken hun tienerzoon als een soort praatpaal, snakkend naar een advies dat hij hen niet kan geven. Eigenlijk is Joe de centrale hoofdpersoon, ook al valt hij met zijn goedwillende bescheidenheid minder op dan zijn fel botsende ouders. Een ingetogen, maar emotioneel overtuigende vertolking van Ed Oxenbould, die 15 was tijdens de opnamen. Hij laat ons het familiedrama door Joe’s ogen zien.

Hij geeft ons een perspectief dat tegelijkertijd onbevangen en intens betrokken is. Gecombineerd met de grote aandacht voor sfeer en detail krijgt deze sterk geacteerde tragedie van menselijk verlangen en onmacht de toon van een klassieker. Geworteld in Montana 1960, maar universeel herkenbaar.