Wild Side

Kijk ons eens apart zijn

In de Franse film Wild Side belandt een nuffige diva op het Noord-Franse platteland, waar ze met haar verleden wordt geconfronteerd.

In het eerste couplet van ‘Walk on the Wild Side’ van Lou Reed lift Holly van Florida naar de grote stad, plukt onderweg haar wenkbrauwen, scheert haar benen en presto: ‘then he was a she‘. De grote verdwijntruc: een nieuw leven. Net als het lied is de Franse film Wild Side van Sébastien Lifshitz een ode aan alle naar mannenliefde hunkerende street hustlers die hun oude leven hebben opgegeven voor de anonimiteit van de stad. Stéphanie is een nuffige transseksueel die het doet voor geld: haar beste maatje is een jonge Algerijn die de toiletten afschuimt op zoek naar klanten. Voeg aan dit Jean Genet-achtige duo een zwijgzame Rus toe die borden wast, en we hebben een drietal verloren zielen in de grote stad.

Hertenogen
De moeder van Stéphanie is stervende, zodat ze zich gedwongen ziet terug te keren naar haar geboortehuis in een Noord-Frans (lees: troosteloos) gat. Een mooie gelegenheid om wat flashbacks te presenteren. Stéphanie heet eigenlijk Pierre en heeft een dode vader en vooral een dood zusje: het jongetje Pierre bidt alleen in de kerk met vochtige hertenogen of God het zusje alstublieft toch weer terug wil sturen naar de aarde. Almodóvar doemt op, maar dan zegt moeder: ik ben blij dat je vader je zo niet hoeft te zien. Toch meer polderdrama. Haar twee vrienden uit de grote stad komen vervolgens langs om Stéphanie bij te staan. De zwijgzame bordenwasser heet Michail en past goed in het desolate landschap. Hij heeft een interessant mysterieus verleden vol armoede en oorlog: hij schaduwbokst en stoot zich aan een bakstenen muur. Hij is de rots om wiens brede schouders de diva haar armen kan slaan, want hij is de enige echte persoon in de film. De goedlachse Maghrebijn krijgt als verleden alleen een neef die zijn geld weigert in een café omdat “hij niet weet waar het vandaan komt”.

Het grootste probleem van de film is dat Stéphanie de nuffige diva blijft, hoe weemoedig ze ook voor zich uit mag staren vanonder haar smetteloze make-up. Lifshitz onderneemt alleen halfslachtige pogingen om de diva te ontmaskeren. Dat is zonde van het mooie camerawerk van Agnès Godard (die met Greenaway en Wenders heeft samengewerkt, en met Claire Denis, over wie Lifshitz een film heeft gemaakt), en zonde van de interessante vertelstructuur, die heden en verleden soepel door elkaar heen laat spelen, zonder dat je aan de flashbacks kunt zien dat het flashbacks zijn, en zonder nodeloos gepraat. Maar wat moeten we met een flashback van de jeugdige Pierre die halfnaakt voor de spiegel staat en parmantig zijn lange haar omhoog houdt? Waarom trekt hij niet meteen de jurk van zijn zusje aan? Lifshitz bezigt clichés in plaats van werkelijk door te dringen tot de psyche van zijn hoofdpersoon. Het lijkt wel of hij Stéphanie probeert te sparen, en liever zwelgt in een donker-romantisch beeld van het nachtelijk leven op straat, met veel rauwe seks en koele blikken. Kijk ons eens apart zijn. Het is allemaal zo doodserieus, en daardoor een beetje pretentieus, omdat echte diepgang ontbreekt.