Vous n’aurez pas ma haine

Geen haat voor haatzaaiers

Vous n’aurez pas ma haine

Een Facebook-bericht werd een boek en nu een film. In het aangrijpende Vous n’aurez pas ma haine toont regisseur Kilian Riedhof een Parijs leven na de terreuraanslagen van 13 november 2015.

‘Mijn haat krijgen jullie niet.’ Dat schreef de Franse journalist Antoine Leiris aan de negen terroristen die op een alledaagse vrijdagavond Parijs opschudden met een serie aanslagen uit naam van Islamitische Staat. Leiris verloor die nacht zijn vrouw Hélène en bleef alleen achter met hun jonge zoontje. Een paar dagen later plaatste hij een bericht op Facebook waarin hij ondanks zijn immense verdriet uitlegde waarom hij die haat nooit toe zou laten: dat plezier zou hij de haatzaaiers niet gunnen.

Het bericht ging viral en Vous n’aurez pas ma haine is een verfilming van het dagboek dat Leiris vervolgens publiceerde. Een ontwapenend relaas over de dagen na de aanslag – de ontreddering, het verdriet, maar ook de mentale kracht en emotionele ontlading. De Duitse televisieregisseur Kilian Riedhof, tevens een van de vier scenaristen, brengt die verschillende gemoedstoestanden doeltreffend en aangrijpend in beeld.

Indrukwekkend is vooral de onwerkelijkheid van de situatie. Op de bewuste avond zwaait Leiris (Pierre Deladonchamps) zijn vrouw nog jolig uit wanneer ze met een collega naar een concert in poppodium Bataclan vertrekt. Niet veel later ontvangt hij achteloos zappend, terwijl de peuter slaapt in de kamer ernaast, allerlei appjes met de vraag of hij in orde is. Natuurlijk is hij dat, maar dan ontwaart hij ineens de woorden ‘doden’, ‘aanslagen’ en ‘Bataclan’ onderaan het scherm.

Even lijkt het er nog op dat Hélène vast wel oké zal zijn, vervolgens komt het besef dat hij haar voor altijd kwijt is. Vooral in de verbeelding van dit verlies onderscheidt Vous n’aurez pas ma haine zich van andere rouwfilms: de constant rondmarcherende militairen en langsschietende politiesirenes na de aanslag worden haast een fysieke manifestatie van Leiris’ psychische toestand. Niet vreemd dat hij er voor het slapengaan over fantaseert om uit het leven te stappen. Een plek om te ontvluchten, zo moet Parijs in de week na de aanslagen gevoeld hebben. Wat een verdriet, en wat een wonder dat hij zich niet tot de haat heeft laten verleiden.