VERBORGEN GEBREKEN
Verstrengelde levens in Schotland
Paula van der Oest filmt in Verborgen gebreken de harde gebeurtenissen zo zacht dat ze nooit als een klap aankomen.
Verborgen gebreken is de eerste film naar een boek van Renate Dorrestein, een schrijfster wier boeken niet echt filmisch zijn te noemen. Dorresteins verhalen bieden een combinatie van realisme en fantasie die lastig verfilmbaar is. Het drama schuilt onder de oppervlakte, in het hoofd, in het verleden; begin, midden en einde van een geschiedenis worden listig door elkaar gehusseld. In Verborgen gebreken loopt een meisje en haar broertje weg van haar moeder en stiefvader, op vakantie in Schotland. Ze heeft haar oudste broer van de kade geduwd. Ze verstoppen zich in de auto van een oude vrouw, die de kinderen in huis neemt.
‘Dit is een onbelangrijk boek, want het gaat over de gevoelens van vrouwen in huiskamers’, luidde het motto van ‘Verborgen gebreken’, ontleend aan Viriginia Woolf. Een vechtlustig motto maar nou niet één die aanspoort tot verfilming. Bovendien is het meer aan de stijl dan aan de plot dat je ‘een’ Dorrestein herkent: extreme gebeurtenissen neergeschreven in een opgewekte, vaartvolle stijl die de ergheid van alles ook weer versluiert. Het is erg, maar zwart is het niet, eerder is het vlot en vreemd.
Vochtig gras
Filmisch zijn wel Dorresteins locaties. Tenminste in boeken als ‘Een sterke man’ en ook ‘Verborgen gebreken’ die zich afspelen in haar geliefde Schotland. Harry Potterland: mist, bergen, heel groen groen. Misschien dat die locatie ook wel van der Oests eerste reden was om juist dit boek te willen verfilmen. Ze brengt de bergen, de regen, het vochtige gras graag in beeld. Het regent in de eerste scène als we in een tent op een berg kennis maken met de omineuze oudere broer Waldo van wegloopster Chris. De grond is nat en modderig in de laatste scène als de oude Agnes weerloos neerzijgt voor haar Schotse huis. Maar mooi, mistig, herfstig Schotland wordt toch nergens meer dan een decor voor gebeurtenissen die maar geen dieper verband met elkaar aan willen gaan. Er is een gekwetst meisje en er is een gekwetste oude vrouw. Van de oude vrouw zien we in flashbacks de herinneringen die zich ongewild aan haar opdringen; romantische beelden van een ogenschijnlijk gelukkiger maar soms ook raadselachtig verleden met haar geliefde oudere broer.
Van het meisje hebben we gezien dat ze met haar oudste broer een moeilijke, waarschijnlijk incestueuze verhouding had. Is de opzet nu mooie incest versus kwalijke incest? Het blijft gissen waar de filmmaakster met de verstrengeling van deze levens heen wil. Aan de acteursregie ligt het niet. Henny Orri is heel goed als de oude weerbarstige Agnes die langzaam haar verlatenheid onder ogen ziet. En ook het meisje is overtuigend: koppig, bijdehand, naïef. Er gebeurt genoeg (een ongeluk, een moord, een glazen oog dat uit de oogkas valt) maar toch wordt de film een beetje saai op den duur. Misschien is het de stijl. Wat er gebeurt is hard, maar van der Oest filmt zacht. Warme kleuren in de flashbacks, terughoudendheid in het heden. Na al het vreselijke wat er is gebeurd gaan de vrouwenlevens weer uiteen. Door een raam mag je in een huiskamer nog een bitter ‘happy end’ bespieden als in de klassieke Hollywood-melodrama’s. Maar die bitterheid bijt niet, hij bevreemdt eerder. Waar ging deze film nu over? Over herinnering? Incest? Het leven? Alles?
Jann Ruyters