VAN MANNEN EN MERRIES

DocuZone

  • Datum 18-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films VAN MANNEN EN MERRIES
  • Regie
    Metje Postma
    Te zien vanaf
    01-01-1998
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Dat documentairemaakster Metje Postma van oorsprong antropologe is, is af te zien aan Van mannen en merries. Zij benadert Zeeuwse trekpaardhouders zoals ze een Pygmeeënfamilie of Roemeense zigeunerclan zou benaderen: met open houding, een scherp oog voor detail en een flinke dosis empathie. Haar documentaire Van mannen en merries krijgt er van de weersomstuit iets exotisch door. Wie had ooit gedacht er in ons post-industriële land nog boeren waren die het land bewerken met behulp van paardenkracht? Postma neemt de kijker mee naar twee bedrijven. De hele werkdag staat in het teken van het voeren van de beesten en het bewerken van het land met antieke eggen, ploegen en pootmachines. Dat ijzeren ritme weet de documentairemaakster mooi te vangen in de steeds terugkerende beelden van sjokkende knollen en de wolken condens die ze uitademen. In de grotere boog laat ze levens zien die geheel bepaald worden door een eeuwige cyclus van leven en dood. Alle kritieke momenten komen aan bod: de geboorte van veulens, de dood van een oudgediende, de verkoop van een kreupele aan de slager, de wedstrijden in Den Bosch waar de boeren onder gelijkgestemden zijn die ook zijn ‘behept met de paardenbacil’ en — het hoogtepunt in een wat eentonige bestaan — de dorpsfeesten op Walcheren met ringrijderijen in mooi opgetuigde sjeesjes. Postma heeft met Van mannen en merries een wereld vastgelegd die over niet al te lange tijd is uitgestorven en dat geeft haar documentaire een hoge etnografische waarde. De echte antropologische vakman mist nog wel wat. Hoe, bijvoorbeeld, worden de paardenmannen bekeken door hun directe omgeving? Zelfs de familieleden van de menners krijg je amper te zien, laat staan de rest van het dorp. Maar Postma’s exclusieve aandacht voor de paardeneigenaars zorgt er wel voor een indringend beeld van de liefde voor een verdwijnend vak. En dat zonder een greintje sentimentalisme of nostalgie.

Edo Dijksterhuis