Unruly
Horror uit naam der naastenliefde
De ‘losgeslagen’ zeventienjarige Maren belandt in 1933 in een heropvoedingsgesticht voor meisjes op een Deens eiland. Onder het mom van naastenliefde worden hun wezenlijke rechten ontnomen. Dit historisch drama met ijzingwekkend scenario kruipt onherroepelijk onder de huid.
Tussen 1923 en 1961 werd in opdracht van de Deense overheid een vrouwengesticht geleid op het eiland Sprogø. Hier kregen ‘moreel zwakzinnige’ jonge vrouwen een heropvoeding, die deze seksueel losbandigen tot waardige burgers moest transformeren. Soms waren het tienermoeders van wie de kinderen al afgenomen waren, soms meisjes die ‘afgleden’. Er werd zelfs een wet in het leven geroepen om deze vrouwen gedwongen te laten steriliseren. Echt gebeurd.
Malou Reymann liet zich door deze geschiedenis inspireren voor haar even prachtige als huiveringwekkende drama Unruly (Ustyrlig), dat vol suspense zit en geen overvloedige achtergrondinformatie nodig heeft om een keihard punt te maken.
Kopenhagen, 1933. De zeventienjarige Maren woont met haar alleenstaande moeder en vele broers en zussen in een hok in een arbeidersbuurt. Maren gaat uit, ontmoet mannen en verschijnt vaker wel dan niet op haar werk in een naaiatelier. Deze ongemanierdheid is de jeugdzorg een doorn in het oog en het meisje wordt naar het heropvoedingseiland gestuurd. De aanvankelijk opstandige, woedende Maren laat zich moeilijk begeleiden door Sørine, het braafste meisje van de groep. Op relevante vragen over zelfstandigheid, vrijheid en zeggenschap over hun eigen levens en lichamen krijgt geen van de meisjes antwoord.
Het zwaartepunt ligt aanvankelijk bij Marens verhaal, maar verschuift subtiel naar dat van Sørine. Door naar de lotgevallen van de eigenzinnige Maren te kijken, vallen haar de schellen van de ogen. Zo ook bij de kijker. De onrechtvaardigheid van dit alles is van meet af aan helder, maar hoe er wérkelijk over deze meisjes gedacht wordt door de ‘beschaafde’ behandelaars, wordt halverwege pas echt duidelijk. Niet omdat het scenario dit letterlijk uitlegt, maar door die uienschil langzaam af te pellen met behulp van enkele sleutelscènes en uitmuntend acteerwerk.
Zo verandert dit historische drama in een welhaast onversneden horrorfilm. Juist omdat de boemannen in dit scenario gemotiveerd worden door náástenliefde, godbetert. Elke vorm van empathie ketst af op het afgestreken smoelwerk van de arts en zijn onberispelijk ogende hoofdverpleegkundige. Zo wortelen wanhoop, woede en verdriet zich vanzelf in de onderbuik van de kijker. Geholpen door de minimalistische, op uitgekiende momenten ingezette muziek.
Elke vorm van medemenselijkheid – vooral te vinden tussen de meisjes onderling – voelt als een reddingsboei in een patriarchale wereld die angstaanjagend en bijzonder wreed is. Een wereld die, vanwege herkenbare gevoelens van schaamte en je gedragen ‘hoe het hoort’, nog altijd resoneert in de wereld van vandaag.