TWILIGHT SAMURAI
En de boer, hij ploegde voort
Met het knap uitgebalanceerde drama Twilight samurai levert veteraan-regisseur Yoji Yamada op zijn oude dag nog even een kunststukje af.
En de samoerai, hij hakte voort. Tenminste, dat zou je zeggen nu de ene na de andere zwaardvechtersfilm in ons land te zien valt. Na Nagisa Oshima’s sterke Gohatto kregen we het Tom Cruise-vehikel The last samurai, maakte een heruitgave van The seven samurai de ronde langs de filmhuizen, kon er worden gedanst tijdens Takeshi Kitano’s Zatoichi-remake, om maar niet te spreken van de twee swingende delen Kill Bill waarin ook de nodige oosterse vechtkunst wordt ingezet. En dan krijgen we nu Twilight samurai. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit Japanse fenomeen — de film won aldaar elf van de twaalf Nippon Academy Awards en werd een kassucces — eigenlijk eerder een liefdesverhaal in een gedetailleerde historische setting is dan een flitsende, actierijke zwaardvechtersfilm. Ook werd de film dit jaar genomineerd voor een Oscar voor Beste Buitenlandse Film, een verkiezing die de publieksvriendelijkheid en het gebrek aan bloederige taferelen onderstreept.
De films is een ‘chambara’, een in de feodale tijd van Japan gesitueerd samoeraidrama, dat hier als een raamvertelling gepresenteerd wordt. Een oude vrouw kijkt terug op haar jeugd en herinnert zich haar vader Seibei (Hiroyuki Sanada). Deze zwijgzame man leeft na de dood van zijn vrouw in een povere hut samen met twee lieftallige dochters en zijn dementerende moeder. Seibei’s inkomsten als magazijnmedewerker leveren een schijntje op, wat hem noopt met nevenwerkzaamheden zoals akkerbouw de eindjes aan elkaar te knopen. Op zijn werk is hij voortdurend onderwerp van spot en vernedering. Kortom, het is pompen of verzuipen, en het water staat hem aan de lippen. De komst van zijn jeugdliefde Tomoe (Rie Miyazawa) brengt leven in de doffe ellende, maar dan wordt hij door zijn clanhoofd opgedragen een duel te leveren met een zeer vaardige samoerai, een gevecht waarvan de winnaar eigenlijk al vaststaat.
Elegant
Twilight samurai toont net als de Japanse filmklassieker Hara-kiri (1962) de onrechtvaardigheid van het klassensysteem in de feodale tijd en plaatst stevige kanttekeningen bij het idee dat de samoerai louter een eervolle en nobele kwestie zou dienen. Al wordt die boodschap wat minder schrijnend gebracht dan in Masaki Kobayashi’s meesterwerk: hier wordt eigenlijk stelling genomen voor een vreedzame en eenvoudige levensstijl, onder het motto ‘en de boer, hij ploegde voort’. De film verloopt verder volgens de regels van de ouderwetse chambara’s, met de toevoeging van een elegante en subtiel gebrachte liefdesgeschiedenis, die het daardoor voor een westers publiek wat behapbaarder maakt. Voeg daar nog eens het beheerste ritme en de verrassende ontknoping aan toe, en je kan niet anders dan constateren dat de alweer 77e film van de 72-jarige Yoji Yamada een rijk en bijzonder knap uitgebalanceerd drama is. En dat ware samoeraifilms toch echt uit Japan komen en niet van een geïmporteerde Hollywoodster als meneer Cruise.
Mike Lebbing