Transit Levantkade
Over de oude en de nieuwe tijd

Transit Levantkade
Drie Nederlandse films in de categorie ‘korte-lange’, dat wil zeggen tussen één en anderhalf uur, werden geselecteerd voor het meest recente Filmfestival Rotterdam. In maart worden ze door NFM/IAF in de filmtheaters uitgebracht. Transit Levantkade van Rosemarie Blank is er één van.
Rosemarie Blank is een Duitse cineaste die al geruime tijd in Nederland woont en meewerkte aan verschillende afleveringen van Het Amsterdams Stadsjournaal. Haar aandacht gaat in Transit Levantkade uit naar het marginale wonen, zoals dat zich tot voor kort op de Levantkade in de Oostelijke havens van Amsterdam voordeed.
Ze schetst in zwart-wit het beeld van de kade in 1990 en legt via archiefmateriaal verband met de emigranten-transit zoals die op dezelfde plek in de jaren twintig plaatsgreep. Een hemelsbreed verschil, maar er zijn ook sterke overeenkomsten.
De geordende maatschappij van weleer stuurde de onfortuinlijken in groten getale naar verre landen als Australië en Brazilië, waar misschien een beter leven zou wachten. Die hele mensenoverslag verliep rustig en uiterst gecontroleerd. Klaplopers en zieken werden niet geaccepteerd. De Levantkade had zich gespecialiseerd in de emigratie naar Brazilië, een mensenhandel op contractbasis. In het Lloyd-Hotel werden de aanstaande emigranten ondergebracht, gekeurd en gedesinfecteerd, waarna ze werden ingescheept.
De mensen die nu in dit gebied verzeild raken, doen dit op eigen kracht en overtuiging, maar zijn niet minder teleurgesteld in het tot nu toe gebodene. In hun conversatie in diverse talen klinken de namen van verre landen waar ze nog heen willen. In tegenstelling tot hun voorgangers zijn het allemaal individualisten, levend in een eigen wereldje, dat slechts hier en daar andere zonnestelsels aandoet. De enkele Armeniër die daar tussendoor loopt is wat mentaliteit betreft eigenlijk een laatkomer voor de boot naar Brazilië: geen zweem van laat-kapitalistische romantiek te bekennen bij hem.
Rosemarie Blank laat vooral het geestelijke en fysieke isolement van deze mensen zien en het is daarbij zeer de vraag in hoeverre deze toestand door hen zelf gekozen is. Ze existeren onder een gelijke noemer die chaos heet en die ook wel zijn komische kanten heeft. Alles staat in dienst van de behoefte om voor de primaire levensomstandigheden te zorgen: in een oud ijzeren bootje wordt een vuurtje gestookt, er wordt bij gezeten op de rugleuning van een gekanteld bankstel waar een poot aan ontbreekt, kinderfietsjes hebben maar één wieltje, sommige hondjes maar drie pootjes. Een imperfecte wereld die als zodanig volledig geaccepteerd wordt.
Dit absurdisme staat een beetje in contrast met de vormdwang om de twee tijden met elkaar te verbinden. Enkele ensceneringen met dit doel doen een beetje overdone aan, het intermezzo over de Tweede Wereldoorlog hoort eigenlijk nergens bij. Over het geheel genomen is Transit Levantkade toch een waardevol en bij tijd en wijle mooi tijdsdocument.