THUNDERBIRDS
Thundernerds are gone
In de door levende acteurs bevolkte versie van de klassieke marionettenserie Thunderbirds is de nerdy familie Tracy veranderd in een legertje mannetjesputters.
De perfect op ijverige schooljongetjes toegesneden sixtiesserie ‘Thunderbirds’ werd bevolkt door nerds, in een tijd dat dat nog gewoon een scheldwoord was. Dat kwam niet eens zozeer door de koddig klapperende kaakjes en de houterige motoriek van de met Supermarionation aangedreven poppen, maar door hun consequente padvindersgedrag. De seksloze, in malle blauwe stewardessenpakjes verpakte bemanning van de futuristische Thunderbird-voertuigen viel nimmer te betrappen op eerzucht, jaloezie, hoogmoed of andere duistere drijfveren. Voor de Amerikaanse familie Tracy was het op spectaculaire wijze voorkomen van rampen net zo vanzelfsprekend als met twee woorden spreken, oversteken bij groen en de deur openhouden voor dames zoals hun nuffige Britse helpster Lady Penelope. De geheime organisatie International Rescue bewaakt de wereldvrede namens alle correcte burgers ter wereld, beschaafd, vastberaden en zonder nodeloos geweld.
In de speelfilmversie zijn de pittige Pinokkio’s door de Hollywoodfee omgetoverd in echte mannetjes. Hun karakter en uiterlijk veranderde mee, zodat de Tracy’s er nu bijlopen als een stoer elitekorps in masculiene uniformen. De nieuwe pakjes doen denken aan Star trek en ook de goed verzorgde trucages zijn ingekocht bij een goed gesorteerde sf-supermarkt.
Palmbomen
In de tv-serie liet schepper Gerry Anderson zijn futuristische voertuigen aankoppelen, manoeuvreren, opstijgen en landen met een welhaast pornografisch oog voor technische details. De als een actiefilm gemonteerde bioscoopversie gaat daar veel te haastig aan voorbij. Weliswaar schuift het zwembad nog steeds opzij als de rode raket Thunderbird 1 wil opstijgen, en ook klappen de palmbomen op Tracy Island gewillig dubbel om het groene gevaarte Thunderbird 2 te laten passeren. Vroeger waren dat iedere aflevering terugkerende hoogtepunten, nu wordt het maar zo’n beetje afgeraffeld.
Veel meer tijd besteedt de film helaas aan het verhaal van de jongste zoon Alan, die van pater familias Jeff Tracy (Bill Paxton, houterig als altijd) niet mag meevliegen met de Thunderbirds, omdat hij eerst zijn school moet afmaken. Als Tracy’s diep gestoorde aartsvijand The Hood (een amusant schmierende Ben Kingsley) het geheime eiland van de Tracy’s aanvalt mag de tienerzoon zich bewijzen. Net als de rest van de bioscoop-Tracy’s ontpopt ook Alan zich als een mannetjesputter in de dop. Anders dan vroeger is er nauwelijks plaats meer voor nerds. Alleen de goeie ouwe ingenieur Brains mocht zijn onhandige zelf blijven, net als zijn slimme zoontje en een juffrouw in het gevolg van The Hood. Je pikt ze er zo uit, die resterende nerds: ze hebben een bril en een spraakgebrek.
Fritz de Jong