This Much I Know to Be True

Nick Cave hoeft de realiteit niet meer te transformeren

This Much I Know to Be True

Na het verpletterend mooie One More Time with Feeling maakt Andrew Dominik opnieuw een film over en met Nick Cave. This Much I Know to Be True is minder introspectief, maar de muziek spreekt voor zich.

Het in zwart-wit gedraaide One More Time with Feeling (2016) ving het verstikkende verdriet dat zich rond Nick Cave had gesloten na de dood van zijn vijftienjarige zoon Arthur. Inmiddels is de kleur letterlijk en figuurlijk teruggekropen. Natuurlijk, dat elastiek dat hij destijds beschreef, dat soms bedrieglijk meeviert om dan weer genadeloos terug te schieten, is er nog steeds. Maar This Much I Know to Be True toont een man die zichzelf, misschien wel ten goede, heeft moeten herdefiniëren.

Dat blijkt uit gespreksflarden die regisseur Andrew Dominik door de film weeft, die verder bestaat uit integraal uitgevoerde nummers van de recente albums Ghosteen en Carnage, waarop naast Cave ook multi-instrumentalist Warren Ellis een prominente rol speelt. De film is een document van hun vriendschap en maakproces, door Cave beschreven als een hoop aanmodderen waar af en toe iets moois bij komt bovendrijven: “Snippers in een oceaan van bullshit.”

In een verlaten fabriek in Bristol, waar het pleisterwerk van de muren brokkelt, brengen Cave en Ellis die snippers op bezielde wijze ten gehore, van het opzwepende ‘Hands of God’ tot het etherische ‘Hollywood’. Prachtig in beeld gebracht door Robbie Ryan, die de camera met een hypnotiserend effect rond hen laat draaien.

De film is minder introspectief dan One More Time with Feeling, maar die periode heeft overal zijn weerslag. In de achttien keramieken beeldjes die Cave maakte over de duivel, een figuur waar hij altijd verwantschap mee heeft gevoeld. En de website The Red Hand Files, waarop hij vragen van fans beantwoordt. Soms ludiek (zoals onlangs een heerlijk absurdistisch antwoord op de vraag of hij ooit Nicolas Cage had ontmoet), maar vaker met dieppersoonlijke en opvallend hoopvolle reflecties.

In One More Time with Feeling concludeerde Cave dat de taal waarin hij zich altijd zo had thuis gevoeld ontoereikend was geworden. Dat al die lyrische metaforen stuk­sloegen op de realiteit. Nu lijkt hij daarin te berusten. Er zelfs iets uit te halen. Het besef dat hij de dingen niet altijd hoeft te transformeren om er betekenis aan te geven, dat de kunst juist is om betekenis in de dingen zelf te zien. “Horses are just horses and their manes aren’t full of fire”, zingt hij in ‘Bright Horses’. En misschien is dat genoeg.