THE WORLD IS NOT ENOUGH

Bond versus atoombom

  • Datum 15-03-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE WORLD IS NOT ENOUGH
  • Regie
    Michael Apted
    Te zien vanaf
    01-01-1999
    Land
    Engeland/Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Pierce Brosnan vindt het welletjes. Na The world is not enough, zijn derde Bondfilm, legt hij de rol van geheim agent 007 neer. De voor de hand liggende vraag is natuurlijk wie de volgende Bondacteur moet worden. Maar na het zien van deze negentiende Bondfilm kan men zich ook met recht afvragen òf er nog wel een volgende Bond moet komen.

In The world is not enough neemt Bond het op tegen de internationale terrorist Renard, gespeeld door Robert Carlyle. Renard loopt rond met een kogel in zijn hoofd. Het stuk lood zit vast in het gedeelte van zijn hersenen dat pijnprikkels registreert, waardoor Renard niks meer voelt. Deze gevoelloze snoodaard heeft de dood van oliemiljonair Robert King op zijn geweten en lijkt het ook voorzien te hebben op diens beeldschone dochter Electra (Sophie Marceau). Aan 007 de taak Electra te beschermen en Renard uit te schakelen.
Even lijkt het erop dat het schrijversteam afwijkt van de uitgekauwde plotideeën die de Bondserie kenmerken: een schurk die geen enkele intentie heeft de wereld op te blazen. Maar helaas, Renard voert meer in zijn schild en voor zijn werkelijke bedoelingen heeft hij — verrassing — een nucleaire bom nodig. De immer in smoking gestoken 007 reist zoals gewoonlijk naar verre oorden waar hij kogels ontwijkt, explosies veroorzaakt, wodka-martini’s drinkt in casino’s, in de armen van een schoonheid ligt, en verzeild raakt in achtervolgingen per speedboot, ski’s of gewoon in zijn van technische snufjes voorziene sportauto.

Verouderd
Deze terugkerende elementen hebben van de Bondfilms een genre op zich gemaakt, dat lange tijd een aparte status heeft genoten. Bondfilms werden enkel beoordeeld aan de hand van een vergelijking met andere Bondfilms. Terecht, want de serie had het monopolie op het soort grootschalig, spectaculair amusement dat zij bood. Maar tijden veranderen, en The world is not enough alleen maar beoordelen als Bondfilm volstaat niet meer. Geheim agent 007 is inmiddels voorbijgestreefd door andere, meer contemporaine filmhelden. Bonds oubollige seksuele toespelingen en slecht getimede wisecracks komen hopeloos verouderd over vergeleken met Bruce Willis’ verbale vuurwerk in de Die hard-films. En als leverancier van adembenemende actiecinema is Bond onder meer ingehaald door dezelfde Die hard-films, de Lethal weapon-serie en de films van John Woo, waarin actiescènes rauwer, sneller en explosiever zijn.
Dat de vergelijking negatief uitvalt voor Bond heeft ook te maken met de keuze van regisseurs. Dit keer is dat Michael Apted, wiens cv naast films als Gorillas in the mist, Coal miner’s daughter, Nell en Extreme measures ook tal van veelgeprezen documentaires bevat, waaronder de serie 7 up tot en met 42 up. Een interessante regisseur, maar niet echt thuis in de spectaculaire cinema. Apted heeft duidelijk moeite met de actiescènes, die op de openingssequentie na nogal lauw en sloom zijn. De keuze voor Apted is eigenlijk verspilling van talent, want Bondregisseurs zijn van oudsher ingehuurde krachten die nauwelijks kans krijgen een stempel op de film te drukken. In de jaren zeventig wist men dat ietwat te compenseren door aan elke film andere exotische ingrediënten toe te voegen, zoals het voodoo-element in Live and let die of het kungfu-element in The man with the golden gun, waardoor die films een eigen gezicht kregen. De drie Bondfilms van de jaren negentig zijn daarentegen onderling inwisselbaar.

Identiteitsprobleem
Een ander verschil met de Bondfilms van weleer is dat die voorzien waren van een dikke laag ironie. Het waren fantastische, campy stripverhalen met karikaturale schurken en een acteur die zijn Bondrol vervulde met een knipoog naar het publiek. Van die zelfspot is weinig meer over. De openingssequentie van The world is not enough is heerlijk overdreven, maar daarna slaat de film, wellicht als reactie op de succesvolle parodiëring door de Austin Powers-films, een veel te serieuze toon aan. Deze ernst staat in geen enkele verhouding tot het script dat, ook al bevat het geen megalomane gek die de wereld wil vernietigen, niet serieus te nemen valt.
De tweeslachtigheid blijkt nog het meest uit de manier waarop Renard wordt gepresenteerd. Met die vastgegroeide kogel in zijn hoofd en de fysieke gevoelloosheid heeft hij wel een leuke afwijking meegekregen, maar uit vrees dat een en ander te fantastisch zou worden, hebben de schrijvers van dit gegeven amper gebruikgemaakt.
De Bondserie heeft last van een identiteitsprobleem, en vanwege de sleetse formule is het maar de vraag of dat met een koerswijziging valt op te lossen. Binnen het hedendaagse actiegenre, dat onder Aziatische invloed sneller en stijlvoller is geworden, neemt Bond in elk geval geen speciale plaats meer in. Het zijn John McClane, Murtaugh & Riggs en Ethan Hunt die nu het soort amusement leveren waar Bond vroeger garant voor stond. In 2002 heeft 007 er als filmheld precies veertig dienstjaren opzitten. Wat mij betreft mag de geheim agent aan wiens avonturen ik tot en met Licence to kill veel plezier heb beleefd, dan met pensioen.

Roel Haanen