The Wild Pear Tree

Een film die je terug wilt lezen

De Turkse cineast Nuri Bilge Ceylan maakte een lange, epische karakterstudie van de onhebbelijke jonge schrijver Sinan. En misschien is The Wild Pear Tree wel tegelijkertijd een wandeling door zijn debuutroman.

Middenin de Turkse stad Çanakkale staat het paard van Troje. Niet het echte paard van Troje natuurlijk. Al ligt de plek waar de legendarische Trojaanse Oorlog plaatsvond maar dertig kilometer verderop op het Anatolische schiereiland; het toneel van zoveel films van cineast Nuri Bilge Ceylan, waar duistere geschiedenissen begraven liggen in het ontembare landschap. Maar het houten paard in Çanakkale werd gebouwd voor spektakelfilm Troy (2004). Het staat er maar zo’n beetje te staan, een nutteloos decorstuk als het ware, totdat The Wild Pear Tree-hoofdpersoon Sinan er op een gegeven moment zijn toevlucht zoekt.

Het is een terloopse scène. Hoewel we het paard in het voorbijgaan hebben gezien, en er in de dialogen her en der verwezen wordt naar de grootste geschiedenissen die zich in Klein-Azië hebben afgespeeld, gaat The Wild Pear Tree (Ahlat agaci) misschien wel over het verlangen naar die grootsheid van weleer, maar vooral over het gevecht tegen de zinloosheid van het bestaan. Of dat gevoel dat het leven doelloos is nu voortkomt uit culturele malaise, of de nietigheid van de mens ten overstaan van de eeuwige natuur, The Wild Pear Tree verkent dat gevoel eerder dan dat de film het analyseert of verklaart.

Lamzak
Sinan is een jonge twintiger die net zijn leraren-examen heeft gedaan, en wacht op de uitslag. Het is dat, leraar worden, net zoals zijn gokverslaafde lamzak van een vader ooit deed, of zijn militaire dienstplicht vervullen. Maar in het diepst van zijn gedachten is hij schrijver, van het soort boeken “dat zich niet in een of twee zinnen laat beschrijven”, “autofictie”, “metaromans”.

Een groot deel van het filmverhaal wordt voortgesleept door zijn pogingen zijn debuut uitgegeven te krijgen. Via tal van ontmoetingen wordt de stand van de intelligentsia, de islam en de economie in Turkije bediscussieerd. Sinans rol lijkt vooral het geven van laatdunkend commentaar. Het maakt hem niet direct sympathiek, maar stelt zo wel en passant een hoop ter discussie. Misschien is deze film dus wel zijn eigen paard van Troje, en wandelen we terwijl we kijken op z’n minst ten dele door Sinans gedachtespinsels. De gesprekken zijn filosofisch, poëtisch en complex. Je zou ze na afloop van de film nog eens terug willen lezen.

Buitenbeentjes
Sinan woont een busreis bij Çanakkale vandaan. Richting binnenland, in Çan, een stadje dat uitloopt in de heuvels, tussen stedelijke bebouwing en ongerepte natuur. Zo’n plek waar de wilde perenbomen uit de titel kunnen groeien, ook de naam van zijn eerste boek. En de boom waarmee hij zich identificeert, zo vertrouwt hij zijn vader toe: “Soms doen grootvader, jij en ik me aan een wilde peer denken. We zijn allemaal buitenbeentjes, eenzaam, misvormd.”

Kunstenaars die worstelen met hun outsider-positie zijn terugkerende personages in Ceylans films, van fotograaf Mahmut in Uzak (2002), tot fotograaf/intellectueel İsa in het semi-autobiografische Iklimler (2006) en acteur/journalist/romancier Aydın in Winter Sleep (Gouden Palm Cannes 2014). Sinan is jonger, zelfverzekerder, waarschijnlijk een stuk minder getalenteerd, en in ieder geval een stuk arroganter dan zijn filmische voorgangers. Hij bokt en beledigt; het gevoel miskend te zijn is er al vroeg ingeslopen.

The Wild Pear Tree is aan alle kanten een film over mannelijkheid. De crisis van wat mannelijkheid genoemd kan worden. Met het conflict tussen Sinan en vader Idris als centrale focus. Maar ook religieuze en andere patriarchale gezagsverhoudingen komen aan de orde. Omdat er nauwelijks uitgewerkte vrouwelijke personages naast of tegenover staan, is The Wild Pear Tree ook een film van het navelstaarderige soort. Sinans zusje is in de weinige scènes waarin ze voorkomt letterlijk steeds naar andere ruimtes verbannen. Zijn moeder aan wie hij een sentimenteel eerbetoon brengt, leeft alleen in de marge van het kader. En het meisje op wie hij wel of niet ooit verliefd was, bestaat slechts ergens tussen realiteit en fantasie, waar ze provocerend haar hoofddoek afdoet en hem in zijn lip bijt als zij hem kust. Steeds als de wind opkomt beweegt de film zich naar die speculatieve ruimte waar Ceylan aan iets metafysisch wil raken, waar hij steeds door de zwaartekracht van het bestaan weer teruggetrokken wordt.