The Trip to Italy

Ouwehoeren op topniveau

In het vervolg op de hilarische kletskoekkomedie The Trip serveren de Britse komieken Steve Coogan en Rob Brydon meer van hetzelfde. Vernieuwend? Voor geen meter. Amusant? Reken maar!

Michael Winterbottom lijkt in The Trip en het vervolg The Trip to Italy onzichtbaar als ma­ker. Maar als zo vaak in het oeuvre van de regisseur van Wonderland, 24 Hour Party People en In This World: schijn bedriegt. Terwijl de constant kibbelende komieken Steve Coogan en Rob Brydon uitvergrote versies van zichzelf spelen, doet Winter­bot­tom alsof hij slechts een reportage maakt van een culinaire reis door Italië. Hij benadrukt zijn quasi­-­documentaire stijl door te strooien met opnames van chefs in restaurantkeukens, die extravagante gerechten op borden schikken.

De geserveerde gerechten zijn echt, de zonnige locaties eveneens. En vermoedelijk hadden ook de meeste gasten van de door Brydon en Coogan bezochte restaurants niet door dat zij figuranten zouden zijn in een BBC-serie, die net als de eerste Trip voor buitenlandse consumptie bewerkt zou worden tot een bioscoopfilm.

Van Winterbottom mogen Coogan en Brydon, beiden bouwjaar 1965, al sinds de verrukkelijke film-over-het-maken-van-een-onverfilmbare-film Tristram Shandy: A Cock and Bull Story spelen met hun publie­ke imago. Coogan is, mede door zijn acteerwerk voor Winterbottom en rollen in Hollywood, bekender buiten Engeland. Welshman Brydon is juist populairder in de Britse media, door optredens in quizzen en commercials.

Al vroeg in de grotendeels geïmproviseerde komedie weidt Brydon uit over het feit dat hij zo affable (innemend) is. Als publiek persoon, maar vooral in het echt! Daartegenover stelt de jaloerse Coogan quasi-bescheiden vast dat niemand zich hen over tweehonderd jaar zal herinneren. Tenzij ze zich Coogan herinneren, uiteraard. Aan het begin van hun Italiaanse trip langs zes sterrenrestaurants klaagt Coogan: “We gaan toch geen imitaties doen? Daar hebben we het over gehad!”

En wat denk je? Net als in het in Noord-­Engeland gesitueerde The Trip gaan ze weer helemaal los op Michael Caine (hilarisch). En ook op Robert De Niro (flauw bij Brydon, akelig raak bij Coogan) en Hugh Grant (geniaal ingezet door Brydon). We hebben het allemaal al een keer gezien. En er hartelijk om gelachen. En ook nu is het leuk. En meer nog dan in The Trip zorgt de vorderende leeftijd van de concurrerende komieken voor een existentialistisch-tragische subtekst. Die overigens voortdurend met een tongue in cheek onderuit wordt geschoffeld. Door de groteske verwijzingen naar dichter Lord Byron, bijvoorbeeld. Of door de gortdroge commentaren op de teksten van Alanis Morisette’s doorbraakalbum Jagged Little Pill dat beide mannen herinnert aan hun eigen hoogtijdagen.

Gezien de reële Hollywoodambities van beide komieken — inzet van veel onderhuidse stekeligheden — zou het prachtig zijn om hen over een jaar of vier opnieuw te volgen op hun The Trip to the USA. Op voorwaarde dat ze weer net zo gênant weinig aandacht besteden aan hun driesterrenmaaltijden.

Omdat je in restaurants waar op topniveau wordt gekookt nu eenmaal ook op topniveau kunt ouwehoeren.