The Third Wife

Paradijselijk ogende vrouwengevangenis

In haar trefzekere en beeldschoon gefotografeerde speelfilmdebuut The Third Wife volgt Ash Mayfair een veertienjarig meisje dat wordt uitgehuwelijkt aan een veel oudere man, in het Vietnam van de 19e eeuw.

Of een zijderups zichzelf nuttig vindt, weten we niet. Mensen daarentegen hebben duizenden jaren geleden besloten dat de zijdedraden in de cocon van de bombyx mori een lucratief product opleveren. Om die reden worden, vooral in Azië, jaarlijks miljarden zijdevlinders gekweekt en gedood. Deze rupsen zijn slachtoffer van hun vermogen iets unieks te produceren.

In haar speelfilmdebuut The Third Wife trekt Ash Mayfair een parallel tussen het lot van zijderupsen en vrouwen in een patriarchale samenleving. Mayfair voert de kijker mee naar het Vietnamese platteland van de negentiende eeuw, waar de veertienjarige May is uitgehuwelijkt aan een veel oudere man. In de openingsscène zien we hoe zij in een bootje arriveert in haar nieuwe huis: een aan een rivier tussen spectaculaire karstbergen gelegen landgoed. Tijdens de bruiloft zit het kindbruidje eenzaam in een hoekje. Tijdens de onplezierige ontmaagding kijken we vooral naar de reactie op May’s meisjesgezicht. Direct daarna komen zijderupsen in beeld, die na het voorgaande shot doen denken aan kronkelende fallussen, maar vooral ook benadrukken dat May hiermee officieel een nutsdier is geworden. Haar bestaan wordt gerechtvaardigd door haar nut voor de man: als bevredigster van seksuele behoeften en als draagster van kinderen. En dan natuurlijk liever een zoon dan een dochter.

Met fijne draden weven Mayfair en haar in lyrische natuurbeelden grossierende cameravrouw Chananun Chotrungroj een beeld van het leven in deze paradijselijk ogende vrouwengevangenis. De oudere echtgenotes vangen May op en steunen haar, ook tijdens de onvermijdelijke zwangerschap. Het door de piepjonge Nguyen Phuong Tra My bijzonder dapper vertolkte meisje verandert voor onze ogen in een jonge vrouw. Ze observeert de stiekeme relatie tussen een andere echtgenote en de oudste zoon van haar man. Ze ziet hoe een ander kindbruidje door diezelfde zoon wordt afgewezen, waarna het arme kind als grof vuil wordt afgedankt. En ze ontwikkelt zelf erotische gevoelens voor een van de andere echtgenotes.

Mayfair – geboren in Ho Chi Minhstad en als filmmaakster opgeleid in New York – filmde niet een abstracte verhandeling over vrouwenonrecht. Ze koos ervoor om met verleidelijke natuuropnamen en minutieus in beeld gebrachte rituelen een zinnelijke wereld te tonen. De onderdrukking van vrouwen via hun lichaam wordt daardoor op een pijnlijke manier tastbaar. Het contrast met die idyllische riviervallei kon bijna niet groter zijn.