THE SPONGEBOB SQUAREPANTS MOVIE

Psychedelica op oceaanformaat

  • Datum 17-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE SPONGEBOB SQUAREPANTS MOVIE
  • Regie
    Stephen Hillenburg
    Te zien vanaf
    01-01-2004
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

De verfilmde televisiecartoon SpongeBob SquarePants levert het bewijs: sponzen hebben een groot absorptievermogen. En ze zijn erg grappig bovendien.

Wat is er zo geweldig aan de cartoonwereld van SpongeBob SquarePants? Het echte antwoord is pijnlijk simpel: ik hou van SpongeBobs kleuren. De kubusvormige hoofdpersoon is knalgeel en hij woont op de bodem van een zee die alle tinten turquoise kan aannemen. Zijn beste vriend, zeester Patrick is knalroze, net als de bloem op de helm van onderwatereekhoorn Sandy. Als Vincent van Gogh weer eens te diep in het illegale absintvaatje had gekeken zag hij welllicht een wereld als SpongeBobs woonplaats Bikini Bottom. Ook de geestelijk vader van de serie, Stephen Hillenburg, lijkt zijn inspiratie te hebben ontleend aan drugs.
De Californische zeebioloog, die als kind fan was van diepzeefilmer Jacques Cousteau, werd enkele jaren geleden regelmatig geciteerd over zijn lsd-ervaringen, die een doorslaggevende rol speelden bij de creatie van zijn overenthousiaste sponzenkaraktertje. Die interviews zijn inmiddels van het internet verdwenen. Wellicht waren ze gefingeerd en liet Hillenburg ze daarom weghalen.

Nautische nonsens
Voor wie SpongeBob nog niet kent: de kinderlijk enthousiaste spons woont in een ananas op de bodem van de zee, en hij verdient de kost als manusje van alles bij het fastfoodrestaurant Krusty Krab. In de film hoopt hij als veelvuldig ‘employé van de maand’ promotie te krijgen, maar die gaat lullig aan zijn sponzige neus voorbij. Desondanks neemt hij het op voor zijn gierige werkgever Mr. Krabs als deze beschuldigd wordt van het stelen van de kroon van koning Neptunus, een allesbehalve verlichte despoot. Samen met Patrick zet SpongeBob koers naar de notoire no-go-zone Shell City, om de kroon te vinden en Krabs vrij te pleiten.
Hun reis gaat gepaard met dezelfde nautische nonsens die de tv-serie zo aanstekelijk maakt. De makers verschieten hun kruit niet al in de eerste minuten en bewaren flink wat leuke grappen tot het einde, waarin Baywatch-coryfee David Hasselhoff ook nog even zijn opwachting mag maken als gespierde redder in nood. Maar goed, uiteindelijk ga je niet naar een SpongeBob-film voor het verhaal of de grappen, hoe geslaagd ze ook uitpakken. Het gaat om de fysieke ervaring, en die zit helemaal geramd. De gesjochene Hawaii-muziekjes van Ween, op televisie vaak een beetje weggemoffeld achter bubbelend water, knallen lekker psychedelich uit de luidsprekers. En die kleuren, dat fantastische fifties-palet, op de televisie noodgedwongen gereduceerd tot een aquarium, die kleuren mogen nu eens op oceaanformaat van het scherm af spatten. Met films als deze heeft de wereld geen drugs meer nodig.

Fritz de Jong