The Sparks Brothers

Vijftig jaar vijandig tegenover saaiheid

The Sparks Brothers

Edgar Wright, maker van aanstekelijke genre-hommages als Shaun of the Dead en Baby Driver, laat zich kennen als een al net zo aanstekelijke fanboy in zijn geslaagde documentaireportret van het excentrieke popduo Sparks.

Tijdens een van de eerste Engelse televisie-optredens van Sparks, in 1973, belde John Lennon zijn vroegere Beatles-maatje Ringo Starr. “Zet je tv aan. Marc Bolan speelt een liedje met Adolf Hitler!”

Die Bolan, dat was Russell Mael, die zich met zijn krullenbos ontpopte als een tieneridool met een enorm stembereik. En Hitler, dat was de onverstoorbare toetsenist Ron Mael, die inderdaad een onmiskenbare Führer-snor onder zijn neus liet groeien.

Of de John & Ringo-anecdote op waarheid berust kan regisseur Edgar Wright weinig schelen: hij laat het Beatles-dialoogje overtuigend naspelen in een fraaie poppenanimatie met de stemmen van zijn vaste acteurs Nick Frost en Simon Pegg. Het is typerend voor The Sparks Brothers, een rockumentaire die het mysterieuze imago van de gebroeders Mael eerbiedig intact laat en oppoetst. Een schier oneindige reeks rock-iconen steekt in zwart-wit gefilmde interviews de loftrompet over de eigenzinnige muzikanten: van basvirtuoos Flea tot twee leden van Duran Duran en van productiegoeroe Todd Rundgren tot zangeres Jane Wiedlin van The Go-Go’s. Wright voert zichzelf tussen de pratende hoofden op als ‘fanboy’.

Ook de Maels komen uitgebreid aan het woord, waarbij Russell zich profileert als de kleurrijke verhalenverteller, terwijl oudere broer Ron met verve de rol van de gortdroge afmaker op zich neemt. Met relativerende humor vertellen de broers hoe ze van Californische surfer-dudes veranderden in Eurofiele glamrockers, electropoppioniers én culthelden die ver voorbij hun zestigste nog een vruchtbare samenwerking aangingen met festival darlings Franz Ferdinand.

Onder hun al die jaren gehuldigde motto “wij staan vijandig tegenover saaiheid” probeerden de onder de rook van Hollywood opgegroeide broers verschillende filmprojecten op te zetten. Een samenwerking met Jacques Tati liep spaak door het overlijden van de Franse cineast. Ook een musical-adaptatie van de mangastrip Mai, the Psychic Girl draaide op niets uit, door afhaken van beoogd regisseur Tim Burton. Vorig jaar lukte het ze toch: de Maels wisten de notoire weinigfilmer Leos Carax te strikken voor de verfilming van hun excentrieke musicalproject Annette. Als kers op de taart is er nu ook nog dit heerlijke monument voor ‘de lievelingsband van jouw lievelingsband’.

In hun vijftig jaar overspannende carrière heeft Sparks periodes van relatief succes gekend, afgewisseld met commerciële zeperds. Kroniekschrijver Edgar Wright houdt van de hoogte- én de dieptepunten, en laat alle 25 albums de revue passeren, in chronologische volgorde. Dat levert een film op die – net als de loopbaan van Sparks – langer uitpakt dan je redelijkerwijs zou mogen verwachten. Toch vliegen de tweeëneenhalf uur voorbij. Dat is te danken aan een vlotte montage en origineel ingezette animaties. Ook de theatraal uit de bocht vliegende popliedjes en geestige songteksten verhogen de feestvreugde.


The Sparks Brothers is te zien op muziekfilmfestival In-Edit en vana 14 april in de bioscoop.