The Real Charlie Chaplin

Wil de echte Charlie Chaplin zich melden?

The Real Charlie Chaplin

Een icoon van de stille film, een van de grootste Hollywood-sterren ooit en iemand die zich ondertussen bleef afvragen waarom mensen toch van hem hielden. Deze strakke documentaire vertelt het grootse en ook tragische levensverhaal van Charlie Chaplin.

Toen Charlie Chaplin in 1917 zijn eerste grote contract ondertekende – één miljoen dollar voor acht films – liet hij een gigantische studio bouwen, verspreid over vijf hectare grond en voorzien van al het mogelijke technologische vernuft. Een van de buurten die Chaplin liet bouwen, leek exact op de armoedige Londense buitenwijken waar hij was opgegroeid. Die hij, als tiener nog, iets na 1900, per boot had ingeruild voor Amerika. Zijn vader had hij nooit gekend, zijn moeder was mentaal instabiel, financieel heerste thuis een “continual crisis”. Chaplin stortte zich als jochie al op komisch theater en verhuisde zodra het kon naar het land waar de grootste dromen schenen uit te kunnen komen.

Bij Chaplin kwamen die dromen ook uit. In de documentaire The Real Charlie Chaplin wordt via filmfragmenten, archiefbeelden en afgestofte interviews zijn levensloop naverteld, waarbij het accent ligt op Chaplins onkenbaarheid. “Who is the real Charlie Chaplin?”, vraagt de onderkoelde voice-over aan het begin – een leidraad voor alles wat volgt.

Niemand die echt een antwoord kan geven. Chaplin was, zo benadrukken sommigen, iemand die leefde voor zijn werk, met immens oog voor detail. Sommige filmscènes nam hij meer dan honderd keer op. Hij schreef, regisseerde, produceerde, deed make-up, maakte soundtracks – en vertolkte natuurlijk zelf de hoofdrol, meestal als zijn roemruchte en uiterst geestige persona The Tramp. Gedisciplineerd, extreem getalenteerd, perfectionistisch, hij was het allemaal. Maar toch vertelt The Real Charlie Chaplin ook het levensverhaal van iemand die nooit echt tot rust kwam. Die gevoelsmatig verbonden bleef aan zijn armzalige jongensjaren. Die ondanks alle bewondering de ontroerende vraag bleef stellen: “Why would anybody love me?

Nou, daarop valt natuurlijk genoeg overtuigends te antwoorden, zoals in deze documentaire ook gebeurt. The Real Charlie Chaplin gaat over Chaplins enorme invloed op de stille film, over het revolutionaire The Great Dictator (1940) en andere hoogtepunten uit zijn oeuvre. Toch helt de documentaire gelukkig niet over naar onvervalste afgoderij, daarvoor zit het allemaal te gebalanceerd in elkaar. Er wordt weliswaar gezegd dat Chaplin “more famous” werd “than anyone has ever been” (echt waar?), dat zijn Tramp “the greatest comedy character of all time” was (waarom dan?), maar daartegenover staat dat er ook wordt stilgestaan bij zijn vaak allesoverheersende egocentrisme, bij de regelmatig hondse manier waarop hij met vrouwen – ook zijn echtgenotes – omging, bij het treurige isolement dat zijn laatste levensjaren in Zwitserland kenmerkte, nadat hij uit Amerika werd verjaagd wegens verdenkingen van communisme.

Wie de echte Charlie Chaplin was? Daarop komt geen eenduidig antwoord, iedereen kende een andere versie van hem. Chaplin-kenners zullen in deze documentaire over al die verschillende karaktereigenschappen en levensfasen weinig nieuws horen, maar dat neemt niet weg dat regisseurs Pete Middleton en James Spinney een onderhoudend geheel hebben gemaakt. En ze maakten gebruik van een intrigerende techniek die ook in hun eerdere werk opdook: ze omlijsten oude audio-opnames met sfeervolle scènes, waarin acteurs de vastgelegde teksten nasynchroniseren. Die flarden fictie werken wonderlijk goed. Opeens zien we hoe Chaplin wordt geïnterviewd. In werkelijkheid is hier niets van gefilmd – het was een krantenstuk – maar desondanks komt hij zo overtuigend tot leven. Daar zit hij. Dichterbij kunnen we niet meer komen.