The Proof of the Pudding

Architectuur is voor de rijken

The Proof of the Pudding

Heel zijn leven stond architect Herman Hertzberger voor een sociale manier van ontwerpen. In de documentaire The Proof of the Pudding van Patrick Minks en Jaap Veldhoen dreigt een van zijn toonaangevende ontwerpen ten onder te gaan aan de ‘vermarkting’. Is alles van waarde inderdaad weerloos?

Laat Herman Hertzberger aan het woord en het levert fascinerende beelden op. De inmiddels negentigjarige architect is nog altijd zoekende. Termen worden geprobeerd en ideetjes voor de camera uitgedacht. Want net zoals zijn structuralistische architectuur uitnodigt tot ontmoeting, nodigt de vrijuit pratende Hertzberger de kijker uit in zijn denkproces. Ook zijn geestdrift valt op: hier is iemand aan het woord uit een sociale traditie – “gebouwen maken creatieve uitwisselingen mogelijk” – die zich ergert aan het huidige commerciële tijdsgewricht – “architectuur is inmiddels alleen voor de rijken.”

In The Proof of the Pudding van Patrick Minks en Jaap Veldhoen komt deze veranderde tijd fascinerend tot uiting in het geharrewar rondom Hertszbergers architectonische meesterwerk: het Centraal Beheer-gebouw in Apeldoorn. De filmmakers volgden enkele jaren het herbestemmingsproces van het iconische kantorencomplex dat Hertzberger eind jaren zestig ontwierp volgens de wetten van het structuralisme: een gebouw als een stad, dat zich door zijn openheid leent voor creatief gebruik en informele ontmoetingen.

Inmiddels staat het al een tijdje leeg. In een hartverscheurende scène maakt Hertzberger met Minks de schade op van jarenlange leegstand: troep, graffiti, ingegooide ramen. De architect is onthutst, al gloort er ook hoop: de gemeente ziet wel iets in een nieuwe bestemming en een projectontwikkelaar vraagt de architect om mee te denken over een woonfunctie. Hertzberger ziet het als een overwinning tegen de “vermarkting van zijn vak”, maar gaandeweg slaat de stemming om. Gemeenteambtenaren stellen ‘andere prioriteiten’, investeerders twijfelen aan ‘de rendabiliteit’. Op een gegeven moment is er zelfs sprake van sloop.

Het levert een bitterzoet portret op, waarin alles van waarde inderdaad steeds weerlozer blijkt. Al biedt The Proof of the Pudding zeker niet alleen ontreddering. Minks en Veldhoen doorweven Hertzbergers queeste met interessant archiefmateriaal, interviews met compagnon en opvolger Laurens Jan ten Kate en geestige terzijdes. Op zijn vakantieadres in Frankrijk valt ineens Hertz­bergers bekraste gezicht op. Onderweg naar zijn afgelegen vakantiehuisje is hij uitgegleden en stortte hij “een paar meter naar beneden”. Hertzberg kijkt laconiek om zich heen: “Maar ja, je moet door de hel om het paradijs te halen.” Je hoopt dat het ook voor zijn laatste klus geldt.