The Kingdom

Zwervende geesten en rottend vlees

The Kingdom

Wie Lars von Triers The Kingdom van begin tot eind heeft gezien, zet nooit meer vrijwillig een stap in een Deens ziekenhuis.

Het helse scenario van The Kingdom (Riget) voedt alle denkbare angsten van de moderne patiënt. Aan zijn ziekbed vindt hij machtsbeluste doktoren, sjacherende broeders en spiritistische medepatiënten. Voor de niet-zieke vormt The Kingdom een wat lange, maar bij vlagen uiterst vermakelijke portie ‘surreality-tv’.

Nog voordat The Kingdom op het filmfestival van Rotterdam hoog scoorde in de publieksenquête, presenteerde de distributeur de nieuwste Von Trier al als een culthit. Zeker, in het land van herkomst werd de vierdelige televisieserie van alle kanten bejubeld en gelauwerd, maar om nu meteen te stellen dat The Kingdom David Lynch’ Twin Peaks (1990-91) naar de kroon zou steken, schept wel erg hoge verwachtingen. Bovendien was het nog maar de vraag of een film met een lengte van ruim vierenhalf uur op het grote scherm wel te behappen is.

Het gegeven – in een verwaarloosd ziekenhuis nemen artsen en patiënten het recht in eigen hand – is naar believen uit te breiden, zoals altijd in het soapgenre. Eigenlijk is ‘satirische soap’ een betere naam, want voor echte soap is het te intelligent. Blijft staan dat het verhaal een aaneenrijging is van bizarre voorvallen, met een terugkerend raadsel waarvan de oplossing willekeurig lang kan worden uitgesteld.

Was dit in Twin Peaks de moord op Laura Palmer, in The Kingdom gaat het om een meisje dat in 1919 onder verdachte omstandigheden stierf en van wie de geest sindsdien de ziekenhuisbevolking het leven zuur maakt. Lynch en zijn Twin Peaks-team rekten destijds de serie zó lang, en brachten telkens weer zó veel nieuwe elementen in, dat nogal wat kijkers afhaakten. The Kingdom lijdt enigszins aan hetzelfde euvel en zal daar bij een eventueel vervolg nog meer aan lijden.

Home-video
In twee opzichten is The Kingdom echter veel sterker dan Twin Peaks (waarnaar Von Trier naar eigen zeggen goed gekeken heeft): het is minder vergezocht, maar ver genoeg om niets gemeen te hebben met series als Medisch Centrum West, en het is met veel meer schwung gefilmd. Bij sommige verwikkelingen in The Kingdom vraag je je af: hoeveel hiervan is waar? Een vraag die bij Lynch al na de pilot niet meer ter zake deed. Om het realiteitsgehalte te verhogen, filmt Von Trier bovendien in een semi-documentaristische stijl, rafelig en achteloos, vaak met de camera op de schouder, wat een schokkerig beeld geeft. De overheersende kleur is flets oranje-bruin, als een slecht belichte home-video.

Al deze stijlmiddelen zijn des te opmerkelijker, omdat Von Trier in zijn vorige film Europa (1991) juist heel zorgvuldig en haast klassiek te werk ging. Thematisch heeft The Kingdom met die film dan ook weinig uit te staan. Hooguit valt zijn voorkeur voor angstaanjagende scènes aan te wijzen (ook hier weer werkt Von Trier met een dreigende voice-over). In The Kingdom neemt de gruwel meer plastische vormen aan. Zo is niet alleen in de operatiekamers het kapotte vlees in flinke porties aanwezig.

Zelfspot behoedt Von Trier er gelukkig voor om de toenemende waanzin in het ziekenhuis al te zeer als metafoor op te vatten: van de westerse verzorgingsstaat, van de failliete medische ethiek of wat voor maatschappelijk verschijnsel dan ook. Van de kijker wordt dus niet gevraagd om conclusies te trekken. Hierdoor bewaart de film zijn prettig lichtvoetige toon.

Stijlbreuk
Is deze film verplichte kost voor iedere Twin Peaks-fan? Naar mijn smaak zakken verhaal en acteerniveau behoorlijk in na een briljante en flitsende start. Bij de laatste twee delen (‘A Foreign Body’ en ‘The Living Dead’) kreeg ik het gevoel naar een matige horrorfilm te kijken. Tegen het einde verplaatst de handeling zich zelfs gedeeltelijk naar Haïti, in het kader van een zoektocht naar zombies, wat een onnodige stijlbreuk is met de eenheid van plaats die Von Trier lijkt na te streven.

Toch blijven een paar taferelen in mijn geheugen gegrift: de van oorsprong Zweedse neurochirurg Helmer, die op het dak van het ziekenhuis de Deense cultuur belachelijk maakt (“Deens tuig!”); de minister van volksgezondheid die een kijkje komt nemen in het ziekenhuis en dan de meest grove onregelmatigheden aantreft (zoals een illegale levertransplantatie van een kankerpatiënt naar een patholoog-anatoom die dat orgaan wil hebben voor zijn onderzoek) en ten slotte het spiritistische besje mevrouw Drusse, dat, omdat zij niet luistert naar wat de dokter zegt, een medische gehoortest moet ondergaan.