The Killer
De motion-comic was beter

The Killer
David Finchers verfilming van de Franse stripreeks Le tueur doet te weinig met het intrigerend wankele nihilisme van huurmoordenaar Fassbender. Bijrolspeler Swinton steelt haar scènes – maar eigenlijk is een oude Nederlandse bewerking tot motion-comic leuker.
Als niet David Fincher The Killer had geregisseerd, maar zomaar iemand, dan was het een heel behoorlijke actiethriller geweest. Best sfeervol, soort van spannend, met een prima soundtrack van Ross en Reznor. Maar het is wel van Fincher en dus teleurstellend.
Scenarist is Andrew Kevin Walker, die ook Seven (1995) voor Fincher schreef. Dit keer bewerkte hij de gelijknamige Franse stripboekenserie (Le tueur) van schrijver Matz (aka Alexis Nolent) en tekenaar Luc Jacamon, waarop Fincher reeds in 2007 zijn oog had laten vallen. Tussendoor schreven Fincher en Nolent samen ook nog een stripbewerking van James Ellroy’s roman The Black Dahlia. Stripliefde genoeg dus.
Ik vond de oorspronkelijke albums over de getroebleerde huurmoordenaar ook al tamelijk beperkt van onderwerp en vooral stijl – al was het een leuk idee zijn mentale onbalans te verbeelden door het in repen snijden van het beeld, wat de film citeert in de titelsequentie.
Het eerste, beste en meest psychologische album vormde de basis voor Finchers eerste twintig minuten – die dan ook zijn sterkste zijn en in hun heldere mise-en-scène, minimale beweging en composities vol kaders en raamwerken tevens het meest stripachtig (een stijl die Fincher toch al na staat). De huurmoordenaar moet hier dagenlang wachten op het verschijnen van zijn doelwit achter een raam aan de overkant. Opgerekt had dit een complete en intrigerender film kunnen zijn. Maar zoals het nu is, blijft de psychologische tekening achter bij het album.
Daarin intrigeert vooral de behoefte aan zelfrechtvaardiging van de huurmoordenaar. Hoe langer hij wacht, hoe feller zijn monologue intérieur de wereld veroordeelt en daarmee zijn eigen daden relativeert. Waaruit impliciet een morele worsteling blijkt, die hij ondertussen expliciet ontkent. Terwijl zijn zelfbeeld als kille killer barsten oploopt door emotionele uitbarstingen. Van deze existentiële gespletenheid is wel iets overgebleven bij Fincher, maar niet genoeg.
En als even later een knappe jonge vrouw mag komen opdraven, alleen maar om te worden mishandeld ter meerdere motivatie van Michael Fassbenders huurmoordenaar (die vanaf dan z’n wankele nihilisme weer grotendeels verbergt achter clichématige machistische wraakzucht) verliest het verhaal zelf z’n moreel kompas. Alleen een confrontatie met collega-huurmoordenaar Tilda Swinton brengt de psychologische spanning kortstondig terug in de film.
Er bestaat overigens nog een derde versie van The Killer: een bewerking tot motion-comic (een online medium dat nooit groot is geworden) van dat eerste album door Nederlander Fons Schiedon, op basis van de originele tekeningen. Al in 2001 geproduceerd door Submarine en verrassend weinig verouderd. Als licht interactieve tussenvorm tussen stripverhaal en bewegende beelden, met een effectieve geluidstrack, is deze charmante Flash-versie me eigenlijk nog het liefst.