The Immigrant
Wow, die immigranten hadden het moeilijk
Na het eigentijdse We Own the Night en Two Lovers wilde James Gray helaas dringend een historisch drama over immigratie maken.
Je vraagt je af onder welke steen ze wonen, want als je bepaalde Franse en Amerikaanse recensenten over The Immigrant leest, lijkt het compleet nieuw voor ze dat immigranten het begin vorige eeuw in Amerika niet makkelijk hadden. James Gray, al jaren door datzelfde clubje recensenten op handen gedragen en beschouwd als een soort levend monument voor klassiek Hollywood, zou hen de ogen hebben geopend met dit lijdensverhaal over een Poolse immigrante. Hun dankbaarheid was groot. Wat ze bij andere regisseurs degelijk melodrama noemen, heet bij Gray plotseling ‘narratief classicisme’. Verpletterend zou de film zijn. Delicaat. Episch ook. En een mirakel.
Maar The Immigrant is niet het demasqué van de Amerikaanse Droom en het is ook geen verpletterend delicaat episch mirakel. Het is een saai historisch drama dat niet los komt van z’n overgeconstrueerde plot en plechtige toon.
Marion Cotillard speelt de Poolse immigrante Ewa Cybulski die in 1921 op Ellis Island arriveert en de hulp accepteert van vrouwenronselaar Bruno Weiss, een mooie dubbelzinnige rol van Joachim Phoenix. Weiss helpt haar onderdak te vinden maar daarvoor wil hij natuurlijk wel iets terug. Ewa doet daar niet moeilijk over, althans niet zichtbaar. Ze vangt de klappen op die het leven uitdeelt. Met een zekere gratie zelfs. Dat zorgt ervoor dat Weiss gecharmeerd raakt van de Poolse, terwijl Ewa misschien meer voelt voor de zachtaardige Orlando the Magician. Zijn neef nota bene. Het begin van een hoop gestoei.
Maar wat wil Gray nou eigenlijk laten zien? Hoe verschrikkelijk sommige immigranten het hadden? Daarvoor is dit veel te gelikt. Het verhaal over die immigratie laten zien door de lens van oud-Hollywood? Te stoffig. Te weinig spektakel. Te weinig richting. En wat is er zo episch aan een driehoeksverhouding tussen een pooier, een goochelaar en immigrante? Voor episch is meer nodig dan een lijdende Cotillard en een batterij olielampen en sepiatinten. Nee, episch zou het zijn omdat The Immigrant de verbroken belofte aan de mensheid van hoop en, waarom ook niet, verlossing zou laten zien. Maar nergens ontstijgt de film het verhaal van deze drie mensen. Bovendien rommelen ze maar wat aan in dat bordeel en de belendende panden. De verbroken belofte van The Immigrant is de verbroken belofte van het eerste half uur, wanneer de dubbelzinnigheid van Weiss en de strijdbaarheid van Cybulski de aanzet lijken te zijn voor een krachtig verhaal. Want daar komt niks van terecht.
Ronald Rovers